2_2 15 oktober verslag
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Signaalwoorden hebben als doel:
A
samenhang, de zinnen met elkaar verbinden.
B
overzicht maken
C
de volgorde van tijd aangeven
D
verklaringen geven
Slide 4 - Quizvraag
Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld
Slide 5 - Sleepvraag
Volgende week is het herfstvakantie ..... is de volgende les.
A
dus
B
daarna
C
daardoor
D
kortom
Slide 6 - Quizvraag
Sommigen leveren keurig de opdracht in ............ er zijn ook studenten die dat niet doen.
A
omdat
B
tot slot
C
maar
D
tevens
Slide 7 - Quizvraag
We zitten hier bij de les ........
ons voor te bereiden op het examen.
ons voor te bereiden op het examen.
A
omdat
B
om
C
want
D
daardoor
Slide 8 - Quizvraag
Eerst hebben jullie Nederlands, ...... rekenen.
Slide 9 - Open vraag
We gaan ten eerste rechtop zitten,
........ moet jouw tas op de grond.
........ moet jouw tas op de grond.
Slide 10 - Open vraag
Typ over met het goede signaalwoord:
Het raam staat open ... we ventileren goed.
Het raam staat open ... we ventileren goed.
Slide 11 - Open vraag
Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband
timer
1:00
Tegenstelling
Reden
Opsomming
want
ten slotte
en
verder
toch
omdat
echter
daarentegen
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
Het verbruik van energie drankjes is het hoogst onder tweede jaars studenten.
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
Veel studenten weten niet dat het slecht is voor de gezondheid, er zitten suikers en cafeïne in.
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
De kantine kan helpen door de prijs te verhogen, en waarschuwingsstickers op de blikjes te plakken.
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Hun gebruiken veel energiedrankjes.
A
goed
B
fout
Slide 17 - Quizvraag
De vierdejaarsstudenten hebben veel kennis over voeding en leven bewuster.
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer je te vaak en te veel drinkt, word het een probleem.
A
goed
B
fout
Slide 19 - Quizvraag
Hierbij hoop ik u voldoende geïnformeerd te hebben.
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Na aanleiding van de enquête ……
A
goed
B
fout
Slide 22 - Quizvraag
Er moeten posters komen, dat energiedrank slecht voor je is. Ook zouden studenten beter water en sportdrank kunnen krijgen in plaats van energiedrank.
A
goed
B
fout
Slide 23 - Quizvraag
In dit verslag kunt u achter een volgend lezen wat de resultaten waren van het onderzoek.
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quizvraag
De jongen werdt onwel van overmatig gebruik, dit was een goede waarschuwing voor zijn ongezonde levensstijl.
A
goed
B
fout
Slide 25 - Quizvraag
Energiedrankjes zijn slechter als spa rood of gewoon koffie waar ook cafeïne in zit.
A
goed
B
fout
