palliatieve zorg gehandicaptenzorg

Hoe gaat het?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoe gaat het?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Vragen

  • Verdieping m.b.v. opdrachten:
-Zelfreflectie
-Koppelen theorie aan praktijk

  • Huiswerk volgende week 

Slide 2 - Tekstslide

Vragen?
Zijn er vragen over de theorie?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is voor jou belangrijk
rondom dood en doodgaan?

Slide 4 - Woordweb

Opdracht theorie koppelen aan praktijk
-Wat betekent palliatieve zorg en complementaire zorg?
>Kijk vanuit  ervaringen wat palliatief terminale zorg betekent
-Wat is hierin van belang voor mensen met een verstandelijke beperking? > maak gebruik van onderstaande link en /of anderen
-Hoe ga je om met je eigen grenzen en gevoelens?
>reflecteer kritisch op jezelf

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorg voor mensen met een beperkte levensverwachting. In Nederland wordt palliatieve zorg gestart wanneer men niet verbaasd zou zijn als een persoon binnen een jaar overleden zou zijn. De zorg is gericht op kwaliteit van leven, zowel voor de persoon als voor zijn of haar familie.

Slide 13 - Tekstslide

vervolg
De beperkte levensverwachting kan komen door een ongeneeslijke ziekte (bijvoorbeeld vergevorderde kanker of hartziekte) of door ouderdom. De zorg richt zich op lichamelijk, psychologisch, sociaal en spiritueel welzijn. Palliatieve zorg ondersteunt mensen met een beperkte levensverwachting in het leven van hun eigen leven tot aan het overlijden. Er is ook ondersteuning voor naasten, zowel vóór als na overlijden.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is er speciaal aan palliatieve zorg bij een verstandelijke beperking?
Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is minder goed ontwikkeld dan de palliatieve zorg in de algemene bevolking. Veel kennis uit de palliatieve zorg voor mensen uit de algemene populatie is niet of niet geheel van toepassing op mensen met een verstandelijke beperking. 

Slide 15 - Tekstslide

Een aantal verschillen:

Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak een stapeling van aandoeningen, waardoor ze ‘lijken’ op mensen uit de algemene bevolking die veel ouder zijn. O.a. slikproblemen, epilepsie, zintuigstoornissen, slaapproblemen, problemen aan het bewegingsapparaat en mobiliteitsverlies komen vaker voor.
 


Er zijn sterke vermoedens dat mensen met een verstandelijke beperking vaak afwijkend reageren op bepaalde medicatie ten opzichte van mensen in de algemene bevolking. Voor slaap- en pijnmedicatie zijn er bijvoorbeeld vaak andere doseringen nodig.

Slide 16 - Tekstslide

vervolg
Mensen met een verstandelijke beperking kunnen vaak niet zodanig communiceren dat ze gemakkelijk door anderen begrepen worden. Hierdoor is het vaststellen van het begin van de palliatieve zorgfase, het bepalen van zorgbehoeften en wensen, en ook het effect van behandelingen vaak bijzonder moeilijk.

Slide 17 - Tekstslide

vervolg
Het betrekken van mensen met een verstandelijke beperking bij belangrijke beslissingen in de zorg en/of het bespreken van wensen vraagt om specifieke vaardigheden van formele en informele zorgers. Methoden om het normale leven en/of het kenmerkend gedrag van een persoon met een verstandelijke beperking in kaart te brengen zijn nog maar weinig ontwikkeld.

Slide 18 - Tekstslide

vervolg
Zeker oudere mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak een minder goed ontwikkeld informeel netwerk dan mensen in de algemene bevolking. Goede signalering en ondersteuning vanuit het informele netwerk zijn daardoor minder vanzelfsprekend.
 

Slide 19 - Tekstslide

vervolg
Er zijn sterke vermoedens dat mensen met een verstandelijke beperking vaak afwijkend reageren op bepaalde medicatie ten opzichte van mensen in de algemene bevolking. Voor slaap- en pijnmedicatie zijn er bijvoorbeeld vaak andere doseringen nodig.

Slide 20 - Tekstslide

Sterfstijlen
Laten diversiteit van persoonlijke opvattingen zien

Mensen vinden verschillende dingen belangrijk, ook in de laatste levensfase

Kennis van de verschillen in persoonlijke voorkeuren maakt duidelijk op welke manieren mensen het liefst benaderd willen worden

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht (1/2 uur)
  • Zoek een partner die voor jou gevoel het meest van jou verschilt.
  • Bekijk de 5 filmpjes in tweetallen
  • Bespreek welke stijl het beste bij jou past en waarom
  • Zorg dat het antwoord over je partner in 1 minuut kunt terugkoppelen in de groep

Slide 22 - Tekstslide

Filmpjes sterfstijlen
https://youtu.be/8gdKxLzlLZg
https://youtu.be/vFsTEr54G4o
https://youtu.be/CFkM2EYHdqk
https://youtu.be/T5C6w01vMz8
https://youtu.be/nKT9o0qYd6o

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk

Rouw en verliesverwerking

Slide 24 - Tekstslide

soorten sterfstijlen
de sociale sterfstijl

Slide 25 - Tekstslide

de onbevangen sterfstijl

Slide 26 - Tekstslide

de rationele sterfstijl

Slide 27 - Tekstslide

de vertrouwende sterfstijl

Slide 28 - Tekstslide

de proactieve sterfstijl

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video