Let op! Uitzondering bij
he, she en it: dan zet je
–s achter het hele werkwoord. Voorbeeld: she walks, he runs, it falls.
Let op! Uitzondering bij werkwoorden die eindigen op een sisklank of to do / to go:
Na -s, -z, -sh, -ch en -x en bij to do en to go dient een -e toegevoegd te worden bij he, she en it. Je krijgt dus -es.
Voorbeeld: it washes, he misses, she goes, it does, she kisses
Let op! Uitzondering bij werkwoorden die eindigen op -y:
Werkwoorden die eindigen op -y voorafgegaan door een medeklinker vormen he, she en it
met -ies. Voorbeeld: he flies, she cries.