Week 2 les 2 argumentatieschema's en drogredeneringen

Mooi Nederland(s)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Mooi Nederland(s)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets argumentatie
H5A: donderdag 26 september
H5B: vrijdag 27 september

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren: ibook argumentatie H4 (theorie)
Leren: ibook argumentatie H5 (opdrachten)

Tijdens de les: neem een pen en markeerstift mee.
Kom op tijd! Cijfer telt mee voor het examendossier.
Lever het aftekenblad bij mij in.
Toets 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je weet welke drogredeneringen er zijn en je kunt ze herkennen in tekstjes

Je weet wat je moet leren voor de toets 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar socrative.com en meld je aan met 'DerwentChristmas' 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je weet welke agumentatieschema's er zijn en je kunt ze gebruiken bij het opzetten van een argumentatie.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Argumentatieschema
Oorzaak-gevolg: Je moet echt stoppen met roken (st), je kan er longkanker van krijgen (arg). 
Voor- en nadelen: Proefwerken moeten worden afgeschaft (st), anders staan leerlingen te veel bloot aan stress (arg). 
Vergelijking: Ik denk dat die maat schoenen voor hem goed is (st). Mijn zoon is net zo oud en draagt die maat ook (arg).
Voorbeelden: Je kunt absoluut niet op hem rekenen (st). Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten. (arg).
Gezaghebbende bron: Natuurlijk mag je het woord ‘falbala’ neerleggen bij Scrabble (standpunt) het staat in de Van Dale (arg)
Kenmerken of eigenschap: Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (st), want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego (arg).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga nooit weer naar 'De lachende koe'

Daar geldt het concept van ‘3 gangen voor 1 prijs’ en dat kan de kwaliteit nooit ten goed komen. Vorige week waren we in een ander restaurant met hetzelfde concept en dat eten vond ik maar matig.

Ik heb er een keer gegeten en daarna ben ik heel ziek geweest: overgeven en zo.
Je moet er altijd zowel een voorgerecht als een toetje nemen.
Uit een recensie in de rubriek Hete soep in de Leeuwarder Courant kwam De lachende koe niet positief naar voren.
De vis die ik er laatst heb gegeten, vond ik verschrikkelijk zout.
eigenschap
oorzaak-gevolg
vergelijking
voorbeeld
autoriteit
voor- en nadelen

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De supermarkten zouden alleen nog maar biologisch vlees moeten verkopen, want (vergelijking)

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De supermarkten zouden alleen nog maar biologisch vlees moeten verkopen, want (autoriteit)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De supermarkten zouden alleen nog maar biologisch vlees moeten verkopen, want (voordelen of nadelen)

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je weet welke drogredeneringen er zijn en je kunt ze herkennen in tekstjes


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredeneringen

  1. Onjuist beroep op oorzaak-gevolg 
  2. Onjuist beroep op kenmerk/eigenschap 
  3. Onjuist beroep op voordelen-nadelen / vals dilemma 
  4. Onjuist beroep op vergelijking 
  5. Onjuist beroep op voorbeelden / overhaaste generalisatie 
  6. Onjuist beroep op autoriteit 
Overtreden van discussieregels

  1. Persoonlijke aanval 
  2. Onduiken bewijslast 
  3. Vertekenen van het standpunt 
  4. Bespelen van het publiek 
  5. Cirkelredenering

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkgevalletjes

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide


bespelen van het publiek: het gaat om effect (grappen, populisme, zielig doen, bespotten)
Door het verlies, kreeg ik pech.

Slide 16 - Tekstslide

armbandje voor geluk

Onjuiste oorzaak-gevolg
Hij is echt een goede leraar, want hij deelt altijd snoep uit als we goed hebben gewerkt.

Slide 17 - Tekstslide

Hij is echt een goede leraar, want hij deelt altijd snoep uit als we goed hebben gewerkt.


Onjuiste eigenschap/kenmerk
Je mag kiezen dame: óf je gaat vanmiddag mee naar oma
óf je gaat de hele middag leren.

Slide 18 - Tekstslide


Vals dilemma

Slide 19 - Video

Vertekenen standpunt
Nou, dan haal je me niet op van het feest. Maar niet gaan huilen als ik in een sloot gevonden word.

Slide 20 - Tekstslide

Nou, dan haal je me niet op van het feest. Maar niet gaan huilen als ik in een sloot gevonden word.

Onjuiste voordelen of nadelen
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 21 - Quizvraag

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
Mijn opa en oma komen zelden bij mijn voetbalwedstrijd kijken. Zij vinden tijd besteden aan hun kleinkinderen niet belangrijk.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 22 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 23 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Je moet wel op een linkse partij stemmen, anders wordt ons land snel een dictatuur.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 24 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Mijn zus kan goed vertellen wat zij vindt. Zij zou een uitstekende directrice zijn.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 25 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Ik vind dat ik zoveel mag drinken als ik op kan
dat mag mijn zusje namelijk ook.

Slide 26 - Tekstslide

Onjuiste vergelijking
Zwarte piet moet zwart blijven, want dat is hij altijd al geweest.

Slide 27 - Tekstslide

Zwarte piet moet zwart blijven, want dat is hij altijd al geweest.

Onjuiste beroep op traditie
Moet ik dat echt uitleggen? Vertel jij mij maar eens waarom ik niet om twee uur vannacht thuis mag komen.  

Slide 28 - Tekstslide

Moet ik dat echt uitleggen? Vertel jij mij maar eens waarom ik niet om twee uur vannacht thuis mag komen.  

Ontduiken van bewijslast

Slide 29 - Video


Bespelen publiek, beroep op emotie
"Het is impulsief gedrag van je,
 want hebt je er niet eerst over nagedacht​"

Slide 30 - Tekstslide


Cirkelredenering
Deze les
Werken in stilte aan de opdrachten voor punten 
(scenario 2 )

Vergeet niet een werkles in te plannen.
timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies