klas 4 Drogredenen droge uitleg

Klas H4
Drogredenen: argumentatie die niet acceptabel is
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klas H4
Drogredenen: argumentatie die niet acceptabel is

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Terugblik op de zes argumentatieschema's
Deze schema's kun je ook verkeerd gebruiken: drogreden
Tweede vorm van drogredenen: overtreden van een discussieregel.
In totaal dertien vormen van drogredenen.
Weet jij welke het zijn en kun je ze herkennen?

Slide 2 - Tekstslide

Eerst: korte herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Argument = bewijs bij uitspraak/stelling
.

Feitelijke argumenten en waarderende argumenten.

Slide 4 - Tekstslide

Op welke relatie zijn de zes argumentatieschema's gebaseerd?

Slide 5 - Open vraag

Noteer de argumenten van de volgende tekst:
Keira Knightley
Chanel, nu nog subtieler.
Keira Knightley gebruikt het ook!
Vernieuwde samenstelling.
Dermatologisch getest.

Slide 6 - Tekstslide

De drogredenen
De relaties waarop de  argumentatieschema's zijn gebaseerd verkeerd gebruiken (meestal met opzet soms vanuit onkunde)

Slide 7 - Tekstslide

Onjuist beroep op causaliteit
Het gevolg kan ook andere oorzaken hebben of
de oorzaken zijn niet voldoende voor het optreden van het gevolg.



Slide 8 - Tekstslide

Onjuist beroep op causaliteit
WOII was onvermijdelijk (sp: gevolg),
want de overwinnaars van WOI hebben Duitsland in een diepe economische crisis gestort (arg: oorzaak).

Vraag: leidt een economische crisis automatisch tot een wereldoorlog of zijn er andere oorzaken nodig?

Slide 9 - Tekstslide

Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapschema
Je haalt slechts één kenmerk sterk naar voren, terwijl je andere belangrijke kenmerken negeert.

Slide 10 - Tekstslide

Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
Alexander is een echte hooligan (sp), want hij zit onder de tattoos (arg: kenmerk).

Een hooligan heeft misschien wel vaak tattoos, maar is dat het enige kenmerk van een hooligan? Kun je ook tattoos hebben en geen hooligan zijn?
Wat zijn de kenmerken van een hooligan?

Slide 11 - Tekstslide

Drogredenen obv voor- of nadelen
Bij dit argumentatieschema kun je vier soorten drogredenen onderscheiden

Slide 12 - Tekstslide

Het overdrijven van voor- of nadelen 1
Veel huwelijken eindigen in een nare vechtscheiding (arg: nadeel). Daarom kunnen mensen maar beter niet meer gaan trouwen (st).

Als de gevolgen heel erg overdreven worden dan is er sprake van een drogreden obv nadelen.

Slide 13 - Tekstslide

Hellend vlak (voor- nadelen 2)
Hier wordt ten onrechte gesuggereerd dat een bepaalde oplossing of maatregel leidt tot een doemscenario: van kwaad tot erger.
Als Nederland softdrugs legaliseert (st) dan  komen er veel meer drugsverslaafden. Nederlands wordt een onbetrouwbare narcostaat en we verliezen ons aanzien en invloed in Europa.

Slide 14 - Tekstslide

Vals dilemma (voor- nadelen 3)
Je moet kiezen tussen twee mogelijkheden met nadelige gevolgen, terwijl er ook andere mogelijkheden zijn.

Of je voedt je kinderen streng op met als gevolg dat ze gefrustreerd raken of je laat ze volledig vrij met als gevolg dat ze volledig ontsporen.

Slide 15 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie (voor- nadelen  4)
Op basis van te weinig of niet representatieve voorbeelden wordt een conclusie getrokken.

De winnaar van het Groot Nederlands dictee heeft gewonnen met acht spelfouten (arg: één vb). Met het Nederlandse spellingsonderwijs is het dus droevig gesteld (sp).

Slide 16 - Tekstslide

Verkeerde vergelijking
Je vergelijkt twee situaties met elkaar die eigenlijk helemaal niet zo goed met elkaar te vergelijken zijn.

Het is helemaal niet zo erg dat de wilde bijen uitsterven (sp). De dinosauriërs zijn ook uitgestorven (arg, vgl)

Slide 17 - Tekstslide

Onjuist beroep op autoriteit
De autoriteit is onbetrouwbaar door een belang of ondeskundigheid of door zichzelf tegen te spreken.

Wc-eend adviseert wc-eend.
FBTO is een geweldige verzekeraar. Dat zegt Benny Joling van Normaal ook.

Slide 18 - Tekstslide

Andere vormen drogredenen
Overtreden van een discussieregel

De argumentatie is gekleurd en er worden vaak geen argumenten gegeven.

Slide 19 - Tekstslide

Persoonlijke aanval
Je gaat niet in op de argumenten van de ander. Je maakt de ander zwart
Ander begrip: op-de-manspelen.
Dit rapport over discriminatie is geschreven door professor Chamenai. Is dat niet de man die wordt beschuldigd van ongewenste intimiteiten?

Slide 20 - Tekstslide

Ontduiken bewijslast
Je vraagt de tegenpartij om met bewijslast te komen tegen iets wat jij beweert.

Overbevissing bestaat niet. Laat Greenpeace eerste maar eens met bewijzen komen dat het wel zo is.

Ik heb nog geen enkel argument tegen mijn stelling gehoord.

Slide 21 - Tekstslide

Vertekenen standpunt
Je herhaalt het standpunt van een ander, maar je verdraait het. Daarmee leg je de ander iets in de mond.

De figuur zwarte piet staat ter discussie en daar moeten we iets mee.
Dus jij vindt dat we al onze normen en waarden maar bij het vuilnis moeten zetten.

Slide 22 - Tekstslide

Bespelen publiek
Van te voren het publiek aan je kant proberen te krijgen door op hun gevoel te werken.

Iedereen die een beetje gevoel in zijn lijf heeft, zal het met me eens zijn dat de terrassen weer open moeten.

Slide 23 - Tekstslide

Cirkelredenering
Je herhaalt je standpunt met een argument dat hetzelfde is als het standpunt, maar dan iets anders geformuleerd.

Ik voel me bij mijn schoonouders nooit op mijn gemak (sp), omdat ik me daar niet thuis voel (arg = sp).

Slide 24 - Tekstslide

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman
A
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
B
Verkeerde vergelijking
C
Cirkelredenering
D
Overhaaste generalisatie

Slide 25 - Quizvraag

Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
B
Verkeerde vergelijking
C
Cirkelredenering
D
Overhaaste generalisatie

Slide 26 - Quizvraag

Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
B
Verkeerde vergelijking
C
Cirkelredenering
D
Overhaaste generalisatie

Slide 27 - Quizvraag

Ik ben geen dief, want ik steel niet
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Verkeerde vergelijking
C
Cirkelredenering
D
Overhaaste generalisatie

Slide 28 - Quizvraag

Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 29 - Quizvraag

De huizenmarkt gaat de komende jaren helemaal instorten. Dat zei de paus gisteren nog op het nieuws.
A
Onjuiste beroep op autoriteit
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 30 - Quizvraag

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.
A
Onjuiste beroep op autoriteit
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 31 - Quizvraag

Opdracht 
Maken opdracht 2 
Bladzijde 212

Slide 32 - Tekstslide