Anesthesie H4 Injectieanesthesie

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
anesthesiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke 3 groepen anesthesie zijn er?
A
Sedatie, pijnstilling en algehele anesthesie
B
Pijnstilling, verdoving en narcose
C
Sedatie, algehele anesthesie en lokale anesthesie
D
Narcose, sedatie en verdoving

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de doelen van algehele anesthesie?
A
hypnose, analgesie, amnesie, spierrelaxatie
B
slapen, geen pijn hebben en niet bewegen
C
hypnose, analgesie en spierrelaxatie
D
analgesie, hypnose en amnesie

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de doelen van premedicatie?
A
verminderen angst en anesthesiedosering
B
verminderen angst en anesthesiedosering, extra pijnstilling
C
verminderen risico voor personeel
D
pijnstilling, weinig stress in opname

Slide 11 - Quizvraag

Anesthesiemiddelen worden gecombineerd om
A
kosten te besparen
B
minder angst voor de patiënt te garanderen
C
aan alle eisen anesthesie te voldoen
D
de patiënt sneller in slaap te krijgen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De hoofdgroepen injectieanesthetica zijn
A
α2-agonisten, minor tranquilizers en major tranquilizers
B
sedativa, α2-agonisten en opiaten
C
opiaten, hypnotica dissociativa en tranquilizers
D
sedativa, opiaten, hypnotica en dissociativa

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Bij vuurwerkangst wordt hetvolgende medicijn niet gebruikt
A
acepromazine
B
diazepam
C
α2-agonisten

Slide 31 - Quizvraag

Ketamine zorgt voor
A
diepe slaap
B
oppervlakkige slaap

Slide 32 - Quizvraag

Propofol wordt gebruikt voor
A
inductie
B
onderhoud
C
inductie en onderhoud

Slide 33 - Quizvraag

Opiaten
A
worden lokaal gebruikt
B
worden systemisch gebruikt
C
worden lokaal en systemisch gebruikt

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide