Les 1 13/02 1D
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Le lundi 13 février
Slide 3 - Tekstslide
Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Herhaling: Het bijvoeglijk naamwoord
3. Parler: 17, 22 et 23.
4. Dictée sur les nombres
5. Doelen van de les behaald?
Slide 4 - Tekstslide
1. Les buts du cours
Kennis:
-Je kan de outfit van iemand beschrijven (met een BN),
-Je kan tot 70 tellen/ schrijven.
Spreekvaardigheid:
-Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden.
Slide 5 - Tekstslide
2a. Grammaire II: Het bijvoeglijk naamwoord
- De vorm van een BN
-Hoort het BN bij een vrouwelijk woord? = +e = une jupe verte
-Hoort het BN bij een w. in het meervoud? = +s = les livres noirs
-Hoort het BN bij een wo. vr. en meerv.? = +es = les jupes vertes
Klopen deze zinnen?
Les chats noires mangent. Les filles blondees dansent.
Slide 6 - Tekstslide
2b. De plaats van een BN in een zin
Hoofdregel: het BN staat achter het zelfstandig naamwoord
= La table rouge/ un film intéressant...
Tip: de kleuren, nationaliteiten zijn altijd achter het ZN.
UITZONDERINGEN:Deze BN staan voor het ZN (= in het NL)
joli, grand, petit, bon/bonne (goed), beau/belle (mooi), nouveau/nouvelle (nieuw), vieux/vieille (oud).
Slide 7 - Tekstslide
2c. Décris la tenue de ton/ta voisin(e)
Aujourd'hui, mon voisin /ma voisine porte...
Let op:
Noem minimaal 4 kledingstukken en 1 accessoire.
Slide 8 - Tekstslide
3a. Tellen tot 70
- un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf et dix.
- 20 = vingt
- 30 = trente
- 40 = quarante
- 50 = cinquante
- 60 = soixante
- 70 = soixante-dix Let op: 71 = 60+11 etc...
Slide 9 - Tekstslide
3b. Dictée: Tellen tot 70
Ecoute la prof et écris les chiffres dans ton livre.
1. 15 7. 67
2. 28 8. 70
3. 36 9. 72
4. 44 10. 79
5. 59
6. 61
Slide 10 - Tekstslide
4a. Apprendre 6
Lis les mots apprendre 6 page 39.
Let op de uitspraak!
Slide 11 - Tekstslide
4b. Parler
-17 page 29: Vervang de vetgedrukte woorden en praat! (5min)
-22 page 30: Schrijf de zinnen in het Frans en praat! (10min)
-23 page 31: Verzin een gesprek in een winkel. (10min)
Ben je al klaar?
Oefen de grammatica apprendre 6 et 7 blz. 38!
timer
1:00
Slide 12 - Tekstslide
Les buts du cours
Kennis:
-Je kan de outfit van iemand beschrijven (met een BN),
-Je kan tot 70 tellen/ schrijven.
Spreekvaardigheid:
-Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden.
Slide 13 - Tekstslide
Heb je de doelen behaald?
Kijk naar je blaadje met je tips en tops.
Hoe ging deze spreekvaardigheid les?
Wat heb je goed en minder goed gedaan?
Slide 14 - Tekstslide
2. Le verbe "vouloir" (willen)
Neem je blaadje met de werkwoorden, en vul het tabel in.
Je veux Ik wil
Tu veux Jij wilt
Il/elle/on veut Hij/zij/men wilt
Nous voulons Wij willen
Vous voulez Jullie willen/ u wilt
Ils/elles veulent Ze willen
