Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
L'imparfait : la formation, exemples, exercices, vidéo explicative
L'imparfait : la formation
En 1976, Claude François
chantait
"Cette année-là"
----> Mais c'était quelle année ?
Kijk naar de video op slide 2
en lees de tekst op slide 3
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Basisschool
Groep 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
L'imparfait : la formation
En 1976, Claude François
chantait
"Cette année-là"
----> Mais c'était quelle année ?
Kijk naar de video op slide 2
en lees de tekst op slide 3
Slide 1 - Tekstslide
l'imparfait: inhoudstafel
liedje : cette année-là (slide 3) + met woordjes (slide 5)
hoe vorm je de OVT (imparfait)? (slides 7-8-9)
voorbeelden (slides 10-11-12)
Vraagjes (slides 13 à 23)
oefeningen en correctie (slide 25)
uitlegvideo (slide 26)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Nu met de tekst...
Probeer de werkwoorden in "l'imparfait" te vinden
(il
dansait
, le public
aimait
,...)
Slide 4 - Tekstslide
www.bing.com
Slide 5 - Link
Wat weet je van de imparfait in het Frans?
Ken je voorbeelden? Hoe vervoeg je die?
Slide 6 - Woordweb
Imparfait (o.v.t.)
Als je vertelt hoe iets in het verleden was, gebruik je vaak de imparfait. (bv : Als ik klein was, speelde ik veel
of In 2006 trouwden mijn ouders)
De imparfait bestaat uit:
- een stam
- een uitgang
Slide 7 - Tekstslide
De stam (la base)
Pak de "nous" vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd (présent) en haal -ons er van af.
Voorbeelden:
Rendre -> rendons -> de stam is dan
rend
Travailler -> travaillons -> de stam is dan
travaill
Finir -> finissons -> de stam is dan
finiss
Slide 8 - Tekstslide
OPGELET
Verbes en -IR
Type partir (PDM SSS)
partons mentons dormons
servons sentons sortons
Type Ouvrir (COCOSD)
cueillons offons couvrons
ouvrons souffrons
découvrons
---->>>
Type finir
choisir, remplir, obéir
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Présent -->
Passé composé -->
IMPARFAIT -->
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Waar bestaat de imparfait uit?
A
Een stam
B
Uit een stam en een uitgang
C
Het hele werkwoord
D
Een hulpwerkwoord en een uitgang
Slide 13 - Quizvraag
Hoe maak je de stam?
A
Gewoon -ir -re -er van het werkwoord af
B
Dat is het hele werkwoord
C
Je pakt de "nous" vorm in de tegenwoordige tijd
D
Hoezo en stam?
Slide 14 - Quizvraag
Uitgangen
Achter de stam moet ook een uitgang. Welke zijn dit?
Je -> ais, tu -> ais, il/ elle/ on -> ait, nous -> ions, vous -> iez, ils/elles -> aient
Voorbeelden:
Je travaillais, tu rendais, elle finissait, nous parlions,
vous changiez, ils avaient
Slide 15 - Tekstslide
Il (travailler, imparfait)
A
Va travailler
B
travaille
C
Travaillais
D
Travaillait
Slide 16 - Quizvraag
Nous (choisir) imparfait
A
Choisissions
B
Allons choisir
C
Choisissons
D
Choisirions
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de imparfait?
A
V.T.T -voltooid tegenwoordige tijd
B
O.V.T = Onvoltooid verleden tijd
C
O.T.T = onvoltooid tegenwoordige tijd
D
T.T = De toekomende tijd
Slide 18 - Quizvraag
Ter info
V.T.T = voltooid tegenwoordige tijd = passé composé : Ik heb gegeten
O.V.T = Onvoltooid verleden tijd = imparfait : ik at
O.T.T = onvoltooid tegenwoordige tijd = présent : ik eet
T.T = De toekomende tijd : Futur simple : ik zal eten
Slide 19 - Tekstslide
Pleuvoir et falloir = onpersoonlijk werkwoord
dus enkel in de 3de persoonsvorm vervoegen !
Pleuvoir = regenen
présent : Il pleut (het regent)
----> imparfait : il
pleuvait
beaucoup
(
het regende veel)
Falloir =moeten
présent : Il faut (enkel de il vorm!)
----> imparfait : il fallait le savoir (je moest het maar weten)
Slide 20 - Tekstslide
Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais
Slide 21 - Quizvraag
Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
Nous allions
B
Nous chantons
C
Elle allait
D
Je voulais
Slide 22 - Quizvraag
IMPARFAIT. Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ai, as, a ons, ez, ont
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
ais, ais, ait, ons, iez, aient
D
ais, ait, ais, ions, iez, aient
Slide 23 - Quizvraag
Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Il applaudit
C
Tu faisais
D
Je passais
Slide 24 - Quizvraag
Imparfait
Welke worm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais
Slide 25 - Quizvraag
op de volgende slide kan je inoefenen...
scroll naar beneden tot je dit ziet :
Succes !
Slide 26 - Tekstslide
www.google.be
Slide 27 - Link
Meer lessen zoals deze
grammaire 2C
Augustus 2024
- Les met
21 slides
Frans
Secundair onderwijs
A3M3 - L'imparfait (cahier, p. 8-9)
Februari 2022
- Les met
18 slides
Frans
Secundair onderwijs
Futur (zal, zullen) et Conditionnel (zou, zouden)
Mei 2024
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
L'imparfait
Januari 2024
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
L'imparfait
Januari 2023
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
L'imparfait
Januari 2023
- Les met
17 slides
Frans
Secundair onderwijs
L'imparfait
Februari 2021
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
L'imparfait
Februari 2020
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2