HIn - Herhaling en quiz tekstverbanden 3TL

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon thuis of in de kluis
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:
  • Lesboek 
  • iPad 
  • Oortjes of koptelefoon 
  • Schrift
  • Pen

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen
- Je weet wat verbanden in een tekst zijn;

- Je herkent de signaalwoorden bij de verbanden.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
tijd
C
conclusie
D
volgorde

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
uitleggend,voorbeeld
D
conclusie

Slide 8 - Quizvraag

Uitleggend verband
dit noemden jullie eerst een voorbeeldgevend tekstverband.
Signaalwoorden: 
dat wil zeggen
met andere woorden
uitleg met voorbeelden: bijvoorbeeld, zoals

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 11 - Quizvraag

Als ik naar school ga moet ik eerst met de fiets, daarna met de trein en vervolgens nog een stuk lopen

Slide 12 - Tekstslide

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 13 - Quizvraag

Tijdsvolgorde
  • eerst
  • dan
  • daarna
  • vervolgens
  • ten slotte

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

reden of argument
  • omdat 
  • want
  • daarom
  • vanwege
  • immers
  • namelijk

Slide 18 - Tekstslide

Tekstverband
Samenvattend tekstverband: 
Herken je aan de woorden: kortom, samenvattend, al met al.
Deze geven aan dat er iets samengevat wordt.

Slide 19 - Tekstslide

Je ziet zo een aantal zinnen.

Geef eerst aan wat de signaalwoorden zijn.
In elke zin staat een signaalwoord.
Daarna benoem je het tekst verband.
Succes!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Slide 22 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 23 - Open vraag

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
Wat is het signaalwoord?

Slide 24 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 25 - Open vraag

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Slide 26 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 27 - Open vraag

Voordat ze het vliegtuig mochten betreden werden de paspoorten gecontroleerd.
Wat is het signaalwoord?

Slide 28 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 29 - Open vraag

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Slide 30 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 31 - Open vraag

Al met al duurde de reis behoorlijk lang.
Wat is het signaalwoord?

Slide 32 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 33 - Open vraag

tekstverband

Slide 34 - Woordweb

signaalwoord

Slide 35 - Woordweb

Nakijken opdracht 4

1 synesthesie
2 informeren
3 B met het vertellen over bijzondere ervaringen van Annie
4 vermenging
5 B Alinea 2 en 3 vormen samen een tegenstelling.
6 opsomming
7 Nog wat voorbeelden 






Slide 36 - Tekstslide