Tekstverbanden en Signaalwoorden



Tekstverbanden en sigaalwoorden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



Tekstverbanden en sigaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

tekstverband

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
tijd
C
conclusie
D
volgorde

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Als ik naar school ga moet ik eerst met de fiets, daarna met de trein en vervolgens nog een stuk lopen

Slide 11 - Tekstslide

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 12 - Quizvraag

Volgorde
  • eerst
  • dan
  • daarna
  • vervolgens
  • ten slotte

Slide 13 - Tekstslide

tijd

  • terwijl
  • voordat
  • nadat
  • alvast
  • tijdens

Slide 14 - Tekstslide

reden of argument
  • omdat 
  • want
  • daarom
  • vanwege
  • immers
  • namelijk

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Je ziet zo een aantal zinnen.

Geef eerst aan wat de signaalwoorden zijn.
In elke zin staat een signaalwoord.
Benoem daarna de tekstverbanden.
Succes!

Slide 17 - Tekstslide

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Slide 18 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 19 - Open vraag

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
Wat is het signaalwoord?

Slide 20 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 21 - Open vraag

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Slide 22 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 23 - Open vraag

Voordat ze het vliegtuig mochten betreden werden de paspoorten gecontroleerd.
Wat is het signaalwoord?

Slide 24 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 25 - Open vraag

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Slide 26 - Open vraag


Welk tekstverband is dit?

Slide 27 - Open vraag