TC A2 2.2 overtreffende trap met uitleg

Taalcompleet thema 2.2
De superlatief
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalcompleet thema 2.2
De superlatief

Slide 1 - Tekstslide

2.2 Groot, groter , het grootst
In thema 1.15 hebben jullie de comparatief geleerd. Nu leren jullie de superlatief.
klein - kleiner - het kleinst
groot - groter - het grootst
stil - stiller - het stilst
donker - donkerder - het donkerst 

Slide 2 - Tekstslide

Onregelmatige woorden
graag - liever - het liefst
goed - beter - het best
veel - meer - het meest
weinig - minder - het minst

Slide 3 - Tekstslide

Deze flat met zestien verdiepingen is het ______ (hoog).

Slide 4 - Open vraag

Saphora wil het ________ (graag) naar Suriname op vakantie.

Slide 5 - Open vraag

Een 8 is een goed cijfer voor een toets, maar een 10 is het ______ (goed).

Slide 6 - Open vraag

Maak een zin en gebruik de overtreffende trap van het volgende woord: veel

Slide 7 - Open vraag

Maak een zin en gebruik de overtreffende trap van het volgende woord: weinig

Slide 8 - Open vraag

Maak een zin en gebruik de de overtreffende trap van het volgende woord: klein

Slide 9 - Open vraag

Maak een zin en gebruik de overtreffende trap van het volgende woord: duidelijk

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin en gebruik de overtreffende trap van het volgende woord: goed

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin en gebruik de overtreffende trap van het volgende woord: lekker

Slide 12 - Open vraag

Wat heb je nu geleerd?

Slide 13 - Woordweb