Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.
Slide 4 - Tekstslide
Natuurkunde-vragen beantwoorden
Gegevens: Wat weten we? Staan ze al in de goede eenheid?
Gevraagd: Wat willen we weten?
Formule: Welke formule hoort hierbij?
Uitwerking
Antwoord controleren: eenheid?
Schrijf de stappen op!
Slide 5 - Tekstslide
Gemiddelde snelheid
Hoeft niet constant te zijn
Welke symbolen en eenheden horen hierbij?
Formules
Slide 6 - Tekstslide
Bereken de tijd die het kostte voor de bal om het doel te bereiken.
Slide 7 - Tekstslide
Nog een keer
Ben fietst iedere dag naar school. In figuur 2 zie je het plaats-tijddiagram van een van zijn fietstochten. Bij punt A in de grafiek zag Ben dat het al laat was en ging hij sneller fietsen.
Bereken de gemiddelde snelheid van Ben vanaf punt A tot zijn aankomst op school.
Slide 8 - Tekstslide
Nu jullie
De familie De Ruiter gaat met de auto op vakantie. De afstand tussen hun woonplaats Drachten en hun vakantieadres in Confolens (Midden- Frankrijk) is 1100 km. Ze gaan om vier uur 's ochtends weg en komen om vijf uur 's middags aan.
Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.
Slide 9 - Tekstslide
Practica
Deed je vorige les practicum 1? Dan doe je nu practicum 2
Deed je vorige les practicum 2? Dan doe je nu practicum 3
Deed je vorige les practicum 3? Dan doe je nu practicum 1
Slide 10 - Tekstslide
Practicum doen
Blijf bij je groepje
Vraag toestemming als je het lokaal uit wilt
Doe voorzichtig met de spullen
Schrijf de gegevens op
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.