Herhaling thema 3 bloed

Thema 3 bloed
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 bloed

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

  • 91% water
  • 7% eiwitten
  • 2% opgeloste stoffen

Slide 3 - Tekstslide

Rode bloedcellen

  • Geen celkern
  • Ronde vorm
  • Hemoglobine
  • Vervoeren zuurstof

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 8 - Quizvraag


Welk van de volgende onderdelen van het bloed
heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 9 - Quizvraag

3 soorten bloedvaten
Slagaders:
Transport bloed van hart af.

Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.

Aders:
Transport bloed naar hart toe.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop =
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop =
Hart - hele lichaam - hart
longen 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Naamgeving
Beenslagader
Beenader

Slide 14 - Tekstslide

Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 15 - Sleepvraag

De bloeddruk in de slagaders is hoog
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 16 - Quizvraag

Het bloed in de longslagader is zuurstofrijk.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 17 - Quizvraag


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 18 - Quizvraag

Het hart aan de buitenkant 

Slide 19 - Tekstslide

Het hart aan de binnenkant

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Werking van het hart (hartslag)

  1. Samentrekken van de boezems
  2. Samentrekken van de kamers
  3. Hartpauze 

Slide 22 - Tekstslide

Holle ader
Longslagader
Lichaams-
slagader
Longader
1
2
3
4

Slide 23 - Sleepvraag


Nr. 8
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen

Slide 24 - Quizvraag


Het hart pompt zuurstofrijk bloed
in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 25 - Quizvraag

Nierschors / niermerg
Deel van de nier dat afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en allerlei schadelijke stoffen uit het bloed verwijdert

Slide 26 - Tekstslide

Nierbekken
Deel van de nier waarin urine wordt verzameld

Slide 27 - Tekstslide

Weg van urine
Urinewegen:
Nierbekken --> urineleiders --> urineblaas --> urinebuis

Slide 28 - Tekstslide

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 29 - Sleepvraag

De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 30 - Quizvraag

Lichaamsvreemde stoffen
Ziekteverwekkers, maar ook bijv. 
een splinter of tattoo-inkt




Het immuunsysteem/ afweersysteem heeft als functie om lichaamsvreemde stoffen uit je lichaam te verwijderen.

Slide 31 - Tekstslide

Antigenen 
  • Zitten aan de buitenkant van een cel
  • Witte bloedcellen kunnen herkennen of de antigenen lichaamseigen of lichaamsvreemd zijn

Slide 32 - Tekstslide

Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers?
  • Witte bloedcellen die antistoffen aanmaken 

  • "Vreetcellen" (witte bloedcellen die  ziekteverwekkers insluiten en verteren)


Slide 33 - Tekstslide

Immuniteit
  • Witte bloedcellen onthouden hoe een bepaald antigen eruit ziet.

  • Het lichaam kan daarom sneller antistoffen maken.

  • Je wordt dan niet meer ziek; je bent immuun

Slide 34 - Tekstslide

Allergie
- Allergische reacties zijn een reactie op stoffen waar je immuunsysteem niet tegen kan.

- Er ontstaat dan huiduitslag, branderig gevoel, jeuk, ontstekingen of rode plekken.

Slide 35 - Tekstslide

Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof 2 ziekteverwekker 3 antigeen
B
1 antigeen 2 ziekteverwekker 3 antistof
C
1 ziekteverwekker 2 antistof 3 antigeen
D
1 antigeen 2 antistof 3 ziekteverwekker

Slide 36 - Quizvraag

Antigeen of antistof?
Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam is een...
A
antigeen
B
antistof

Slide 37 - Quizvraag

Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.

Slide 38 - Quizvraag

Hoge bloeddruk
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. 
Dit noem je bloeddruk.

Lage bloeddruk:
Meestal geen probleem: soms wat duizelig of hoofdpijn

Hoge bloeddruk:
Vaak wel een probleem: kan wanden van slagaders beschadigen

Bovendruk: lager dan 160 is normaal.
Onderdruk: lager dan 95 is normaal.

Slide 39 - Tekstslide

Verstopt
Een bloedvat kan verstopt raken door:
  • Trombose (plaatje)
  • Cholesterol
  • Slagaderverkalking



Slide 40 - Tekstslide

Hartinfarct
Kransslagader raakt verstopt

Een ander woord voor hartinfarct is hartaanval

Slide 41 - Tekstslide

Gezonde levensstijl 

Slide 42 - Tekstslide

Gevolgen alcohol
Korte termijn
Lange termijn
Opwekkend
Verstoort ontwikkeling van de hersenen
Verminderde remming
Verstoorde hormoonbalans
Verminderde controle
Beschadiging van lever, hersenen, maag en hart
Verdoving
Geheugenverlies en verminderde school-, studie- en werkprestaties

Slide 43 - Tekstslide