De linkerhelft van de klas kijkt naar het resultaat van de strijd tussen centralisatie en particularisme in Engeland (Lees kopjes 'Willem de veroveraar organiseert Engeland' en De Magna Carta')
Het midden van de klas kijkt naar het resultaat van de strijd tussen centralisatie en particularisme in Frankrijk (Lees kopjes ' Filips II Augustus', 'De Honderdjarige Oorlog' en 'Nieuw Frankrijk ontstaat')
De rechterhelft van de klas kijkt naar het resultaat van de strijd tussen centralisatie en particularisme in Duitsland (Lees kopjes: 'Stamvorsten worden Keurvorsten')
Geef een samenvatting van de strijd en geef aan wie er wint: Edelen of de vorst?
Slide 13 - Tekstslide
Resultaten: Centralisatie vs. Particularisme
1. Engeland: Willem de Veroveraar succesvol in staatsvorming. Later onvrede onder edelen: Macht koning wordt ingeperkt met grondwet: Magna Carta. Winnaar: Edelen
2. Frankrijk: Koning introduceert belastingsysteem en ambtenaren. Krijg meer grip op bevolking en perkt macht edelen fors in. Winnaar: Koning
3. Duitsland: Heilige Romeinse Rijk verdeeld in veel delen. Stamvorsten kiezen keizer. Keizer wil macht uitbreiden, maar verliest die strijd.
Leg uit of de keurvorsten het lieft een zwakke of sterke keizer kiezen?
Slide 15 - Open vraag
Opdracht 2:
Maak opdracht 7 uit je werkboek op blz. 84.
Overleggen mag fluisterend. Oortjes ook toegestaan.
Klaar? Ga aan de slag met de voorbereiding van 4.3
Slide 16 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 7
In de late Middeleeuwen kregen steden vaak (privileges) van de (koning) of van een (edelman).
Koningen streefden naar het verkrijgen van aaneengesloten grondgebied met een krachtig en stabiel bestuur (staatsvorming). Dat krachtige bestuur is nodig om (belasting) te kunnen heffen om (kastelen) te bouwen en (oorlogen) te voeren. Koningen organiseerden het bestuur (efficiënter) en verminderden daartoe de macht van de (adel) en de (steden). De koning gaf, geholpen door (ambtenaren), leiding aan belastinginning, bestuur en (rechtspraak). Vanuit één hoofdstad (centralisatie) probeerden zij overal in het land op (eenzelfde) manier het land te regeren (uniformering) met overal dezelfde (wetten), (belastingheffing) en rechtspraak. De edelen en de (steden) hielden echter vast aan hun privileges, die de koning juist wilde (afschaffen).
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen check
1. Je kunt uitleggen hoe de staatvorming van Engeland, Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk plaatsvond en welke rol steden hierbij speelden.
2. Je kunt beschrijven hoe door staatsvorming de macht van de adel en het belang van het feodale stelsel afnam.
3. Je kunt uitleggen waarom de koning streefde naar centralisatie en waarom de edelen en de steden dat probeerden tegen te gaan.