3 kader HOOFDSTUK 10 - PARAGRAAF 3 EN 4
1 / 15
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Johan heeft al 500 euro op zijn rekening staan en spaart 75 euro per maand.
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Wat is de woordformule die hoort bij het sparen van Johan?
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Wat is de woordformule die hoort bij het sparen van Johan?
Slide 2 - Open vraag
Johan heeft al 500 euro op zijn rekening staan en spaart 75 euro per maand.
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Wat is de woordformule die hoort bij het sparen van Natasja?
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Wat is de woordformule die hoort bij het sparen van Natasja?
Slide 3 - Open vraag
Johan heeft al 500 euro op zijn rekening staan en spaart 75 euro per maand.
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Na hoeveel maanden hebben ze evenveel geld op hun rekening staan?
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Na hoeveel maanden hebben ze evenveel geld op hun rekening staan?
Slide 4 - Open vraag
Johan heeft al 500 euro op zijn rekening staan en spaart 75 euro per maand.
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Wat is de woordformule van hun gezamenlijke spaaractiviteit?
Natasja heeft 350 euro op haar rekening staan en spaart € 100 per maand.
Wat is de woordformule van hun gezamenlijke spaaractiviteit?
Slide 5 - Open vraag
Wat kun je uit deze grafiek aflezen?
A
Dat de windkracht steeds groter wordt
B
Dat de windkracht steeds kleiner wordt
C
Dat de windkracht hetzelfde blijft
Slide 6 - Quizvraag
x
0
1
2
3
4
5
y
10
15
20
25
30
35
x
0
1
2
3
4
5
y
32
30
28
26
24
22
x
0
1
2
3
4
5
y
12
12
12
12
12
12
Lineaire Formules
Stijgende Grafiek
Dalende Grafiek
Constante/Horizontale
Grafiek
Tabel A
Tabel B
Tabel C
Slide 7 - Sleepvraag
Dave heeft een bijbaantje.
Uit de grafiek kun je aflezen hoeveel euro
Dave per uur verdient.
Dave werkt deze maand 33 uur.
Hoeveel verdient Dave deze maand?
Uit de grafiek kun je aflezen hoeveel euro
Dave per uur verdient.
Dave werkt deze maand 33 uur.
Hoeveel verdient Dave deze maand?
A
€ 132
B
€ 115,50
C
€ 66
D
€ 152
Slide 8 - Quizvraag
Welke van de onderstaande grafieken is de grafiek van de formule
y=31x2−2
A
B
C
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welke grafiek is
de somgrafiek?
A
de groene
B
de zwarte
C
de paarse
D
geen idee
