Latijn - klas 1 - les 1: woordsoorten, stam en uitgang

Latijn - gymnasium 1 - les 1
Woordsoorten, stam en uitgang
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Latijn - gymnasium 1 - les 1
Woordsoorten, stam en uitgang

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- je kunt zelfstandige naamwoorden, lidwoorden en werkwoorden herkennen
- je kunt uitleggen wat een stam en uitgang is
- je kunt in Latijnse zelfstandige naamwoorden en werkwoorden de stam en uitgang aangeven

Slide 2 - Tekstslide

"De oude leraar drinkt snel het kopje koffie leeg."

Type de zelfstandige naamwoorden.
timer
0:20

Slide 3 - Open vraag

"De oude leraar drinkt snel het kopje koffie leeg."

Type de werkwoorden.
timer
0:20

Slide 4 - Open vraag

"De oude leraar drinkt snel het kopje koffie leeg."

Type de lidwoorden.
timer
0:20

Slide 5 - Open vraag

Woordsoorten
* zelfstandig naamwoord: mens, dier, ding, begrip

* lidwoord: woordjes die bij een zelfst. nw. horen (de, het, een)

* werkwoord: handeling, gebeurtenis, toestand

Slide 6 - Tekstslide

In het Latijn...
* zijn er geen lidwoorden

puer currit            "De jongen rent" of "Een jongen rent."
pueri currunt      "De jongens rennen" of "Er rennen jongens."

> zinsverband: is het zelfst. naamwoord al bekend (ja/nee)?



Slide 7 - Tekstslide

In het Latijn...
* veranderen zelfst. naamwoorden en werkwoorden van vorm

puer currit            "De jongen rent" of "Een jongen rent."
pueri currunt      "De jongens rennen" of "Er rennen jongens."

Het deel dat niet verandert heet de stam
Het deel dat wel verandert heet de uitgang 



Slide 8 - Tekstslide

Stam en uitgang
* de stam vertelt je de basisbetekenis van het woord

* de uitgang vertelt je hoe het woord in de zin wordt gebruikt (de functie)

* de begrippen stam en uitgang zijn heel belangrijk binnen de Latijnse grammatica

Slide 9 - Tekstslide

Stam en uitgang
* zelfst. nw.: de uitgang geeft het getal aan (enkelvoud of meervoud)

* werkwoord: de uitgang geeft de persoon en het getal aan


Slide 10 - Tekstslide

Stam en uitgang
Bijvoorbeeld:
*Femina currit.                         Een/de vrouw rent.
*Feminae currunt.                   ?
*Graecus clamat.                     ?
*Graeci clamant.                      ?
*Bellum saevit.                          ?
*Bella saeviunt.                         ?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe laat je zien dat je de doelen hebt behaald?
* je moet in een Latijnse zin snel woordsoorten kunnen vaststellen (zelfst. nw., werkwoord, andere woordsoort)
* je moet bij Latijnse zelfst. nw. en werkwoord snel de stam en uitgang kunnen vaststellen (betekenis en functie)
* je moet een Latijnse zin kunnen vertalen

Slide 12 - Tekstslide

Zelfst. nw.
Werkwoord
Andere woordsoort
currit
senex
timet
Troianus
puer
enim
et
bellum
fugiunt
est
clamant
feminae

Slide 13 - Sleepvraag

Femina clamat.
timer
0:10
A
De vrouw rent.
B
De vrouwen roepen.
C
De vrouw valt.
D
De vrouw roept.

Slide 14 - Quizvraag

Graeci currunt.
timer
0:10
A
De Griek rent.
B
De Grieken rennen.
C
De Griek valt.
D
De Grieken roepen.

Slide 15 - Quizvraag

Feminae clama?.
timer
0:10
A
clamat
B
clamant

Slide 16 - Quizvraag

Troianus clama?.
timer
0:10
A
clamat
B
clamant

Slide 17 - Quizvraag

Welke woordsoort
kent het Latijn niet?
timer
0:10
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Quizvraag

Welke woordsoorten
hebben een stam en uitgang?
timer
0:10
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
voegwoord
D
lidwoord

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de uitgang in het woord
timent
timer
0:10
A
time-
B
-nt
C
-t

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de uitgang in het woord
clamat
timer
0:10
A
clama-
B
-t
C
-at

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de stam in het woord
Graecus
timer
0:10
A
Graec-
B
-us

Slide 22 - Quizvraag

Lesdoelen
- je kunt zelfstandige naamwoorden, lidwoorden en werkwoorden herkennen
- je kunt uitleggen wat een stam en uitgang is
- je kunt in Latijnse zelfstandige naamwoorden en werkwoorden de stam en uitgang aangeven

Slide 23 - Tekstslide

In hoeverre heb je de lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll