Communicatie les 3 - periode 3

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 3 - les 3
Jouw verhaal wordt mijn verhaal!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

1. Terugkijken storyboard -> les 4
2. Uitleg Pecha Kucha
3. Uitleg tekstschrijven
4. Aan de slag!
5. Afronding




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

- Aan het einde van deze les kan je een creatief verhaal schrijven ter ondersteuning van jouw Pecha Kucha. 

- Aan het einde van deze les kun je een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt een presentatie
fijn om naar te kijken/luisteren?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Pecha Kucha?
Korte, creatieve presentatievorm uit Japan.
Je praat niet per plaatje maar houdt een doorlopend verhaal.
De plaatjes op de achtergrond spelen door als een filmpje.
De tekst ken je uit je hoofd, oefenen is belangrijk.

Doel: je leert to-the-point te zijn en hoofd- en bijzaken te onderscheiden. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De plaatjes
  • Powerpoint met 20 slides


  • Automatisch ingesteld op 20 seconden per slide.


  • Iedere slide bevat één plaatje.

  • De slides bevatten geen tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tekst 
  • Jij spreekt een vloeiend verhaal over alle plaatjes heen. Je praat dus niet van plaatje naar plaatje

  • Je begint niet met: "wij gaan onze presentatie houden over het land..."

  • Je kent de tekst uit je hoofd.

  • Belangrijk: oefenen!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je nu nog?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tekstschrijven
Creatief schrijven van een Pecha Kucha verhaal

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Creatief schrijven
= geen nieuwsbericht /  mail / zakelijke brief / verslag

Je draagt een gevoel over aan de lezer in de vorm van een verhaal, roman, thrillers, songteksten en/of gedichten.

Bij elk verhaal en bij elk genre is gevoel anders. Jij als schrijver zorgt dat het gevoel erin zit. 

Stap 2: Probeer verschillende genres
Veel genres vallen dus onder creatief schrijven. Misschien heb je al een voorkeur voor een genre. Met een kortverhaal kan je meer ideeën op papier zetten in een kortere tijd. Wil je schrijven over magie en draken? Dan kan je fantasy schrijven. Of ben je gek op de Sherlock Holmes-boeken en wil je een razend spannende detective schrijven? Het kan allemaal. Toch is het handig om af en toe buiten je comfortzone te treden. Met elk genre leer je nieuwe technieken. Met een kort verhaal leer je bondig schrijven met scherpe details; door fantasy leer je krachtige beschrijvingen; met een detective focus je op de spanningsopbouw.
Stap 3: Doe schrijfoefeningen
Je bent niet de eerste die begint met creatief schrijven. Velen bekende schrijvers gingen je voor en dat resulteert in een berg aan schrijfoefeningen. Doe eens mee met onze wekelijkse schrijfopdracht en je krijgt feedback van een schrijfcoach. 



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op?

  • Is de tekst vloeiend/ loopt het?
  • Creativiteit (zinsbouw, woordgebruik).
  • Lengte van de tekst. 
  • Overgang van afbeelding naar afbeelding i.c.m. de tekst.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saaie zin <-> levendige zin
Voeg bijvoeglijk naamwoorden toe:

De jongen loopt in het bos.

De boze jongen uit groep 8 loopt door het donkere, natte bos. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin levendig
1) Amos gaat het probleem oplossen.

2) In Zwolle luiden de kerkklokken.

3) Morgen vieren wij de verjaardag van Youssef. 

In tweetallen, 5 minuten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe rede


Maak in het verhaal ook gebruik van de directe rede. Het verhaal wordt zo levendiger en spannender om naar te luisteren:

  • Opeens schreeuwde hij: "Waar denk je wel waarmee je bezig bent!". 

  • "Ik ben alleen maar even aan het rondkijken", antwoordde ik vriendelijk.
 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve zinnen  = actief verhaal
  1. Maak een korte zin met een onderwerp en een actief werkwoord.
  2. Verander de zin zo, dat duidelijk wordt, hoe jij het voor je ziet. 
Voorbeeld:
  •  Op straat loopt een man 
  • ‘lopen’ is het actieve werkwoord. 

Wat doet de man echt?
Holt hij? Schuifelt hij? Drentelt hij? Huppelt hij? 


Slide 22 - Tekstslide

Maak het beeldend! Wat jij in gedachten ziet, probeer dat zo goed mogelijk te verwoorden.
Aan de slag:

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit de studiewijzer
Stap 4: Uitschrijven van de Pecha Kucha

minimaal 1 A4 - toegangsbewijs les 11 maart 2024
Lettertype Arial, lettergrootte 12 
Schrijf de gevonden informatie uit in verhaalvorm, je schrijft het uit zoals je het van plan bent om te gaan vertellen. 

In de Pecha Kucha vertel je in ieder geval over: het land, de cultuur en kenmerken, je benoemt in ieder geval één sport die gespeeld wordt en je laat één communicatie-uiting zien (krant, flyer, folder).
Wanneer je alle tekst hebt uitgeschreven, zet je deze in logische volgorde.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding volgende les

Lever jouw tekst na deze les per e-mail bij mij in.

Neem jouw storyboard(s) en jouw tekst geprint mee naar de volgende les (les 4)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging de samenwerking?
Wat heb je gedaan en hoe?
Wat wilde je bereiken?
Nabespreken
Wat is gelukt en wat niet?
Welke tip geef je de leerkracht over deze lessen?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies