De overtreffende trap (le superlatif)
De overtreffende trap maak je met:
le plus le moins
La plus la moins
Les plus of les moins
(het / de meeste) (het/ de minst)
+ bijvoegelijk naamwoord
Hij is de grootste leerling van de klas. - Il est le plus grand élève de la classe.
Marie is de dikste. - Marie est la plus grosse.
Zij zijn de kleinste leerlingen. - Ils sont les plus petits élèves
De overtreffende trap wordt gevormd door le plus, la plus of les plus voor het bijvoeglijke naamwoord of het bijwoord te zetten.