In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.5
Oorzaak en gevolg
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je...
Onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken en gevolgen
Onderscheid maken tussen politiek-bestuurlijke, sociale, economische en culturele oorzaken en gevolgen
Slide 2 - Tekstslide
Oorzaken en Gevolgen
Oorzaken zijn;
Waarom is iets gebeurd?
Gevolgen zijn;
Een gebeurtenis of ontwikkeling die voor veranderingen zorgt.
Slide 3 - Tekstslide
Oorzaken
Indirect/Direct
Gebeurtenis
Gevolgen
(Indirect/Direct)
Slide 4 - Tekstslide
Het verschil tussen direct en indirect
direct: korte termijn
indirect: lange termijn, later zichtbaar
Slide 5 - Tekstslide
voorbeeld directe en indirecte oorzaken
Indirecte oorzaken leiden op de lange termijn tot een gebeurtenis of ontwikkeling. Zo leidt langdurige onderdrukking tot onvrede en een gevoeligheid voor nieuwe ideeën, maar niet per sé tot revolutie.
Een directe oorzaak wordt ook wel een aanleiding genoemd en is een gebeurtenis die meteen tot een historische gebeurtenis leidt. Dus een hongersnood of het neerslaan van een vreedzaam protest kan in bovenstaand voorbeeld aanleiding zijn tot het uitbreken van een revolutie.
Slide 6 - Tekstslide
voorbeeld directe en indirecte gevolgen
Directe gevolgen zijn effecten die je meteen merkt. Bij een revolutie is een gevolg op korte termijn dat de machthebber verjaagd of gedood wordt.
Een indirect gevolg kun je meestal niet meteen overzien. Zo kan er een burgeroorlog uitbreken tussen groepen die het oude regime willen herstellen en groepen die een nieuwe politieke situatie voorstaan.
Slide 7 - Tekstslide
Politiek-bestuurlijke, sociale, economische en culturele oorzaken en gevolgen.
politiek-bestuurlijk: alles dat te maken heeft met macht
sociaal: gaat over verhoudingen van mensen, hoe mensen samenleven
economisch: alles dat te maken heeft met geld en handel
cultureel: over het denken en doen van mensen
Slide 8 - Tekstslide
Oefenen
We gaan een filmpje kijken.
Noteer iedere categorie die je uit het filmpje kunt halen.
1) Politiek-bestuurlijk
2) Sociaal
3) Economisch
4) Cultureel
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Vertel, wat heb je gezien/ gehoord?
1) Politiek-bestuurlijk
2) Sociaal
3) Economisch
4) Cultureel
Heeft je voorbeeld directe of indirecte gevolgen? Welke?
Slide 11 - Tekstslide
Resumerend
De lesdoelen waren:
Je kunt onderscheid maken tussen politiek-bestuurlijke, sociale, economische en culturele oorzaken en gevolgen.
Je kunt onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken en gevolgen.