IMO 4 Luisteren, vragen stellen en kritisch denken

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

IMO 4 Luisteren, vragen stellen en kritisch denken
IMO 3

Luisteren, 
vragen stellen, 
kritisch denken

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer ik in deze IMO?

  • wat belangrijk is bij een actieve luisterhouding
  • het stellen van juiste vragen
  • kritisch denken en het vormen van een oordeel


Slide 3 - Tekstslide

Leskaart M 3.1
Luisteren
Wat hoor jij?
Opdracht 1
https://bit.ly/38RHCV1
 


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2:

Luister één minuut naar de geluiden om je heen. Probeer zoveel mogelijk geluiden te onthouden. Probeer geluiden te ontdekken waarvan je denkt dat de anderen ze niet opmerken. 
Je mag je ogen hierbij sluiten.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3: OPTIE

 3 studenten gaan het lokaal uit en wachten buiten het lokaal.  De 3 studenten die buiten wachten, worden één voor één binnen geroepen. Zij krijgen een opdracht te horen.


De andere studenten in de klas letten goed op hoe de 3 studenten luisteren. Waaraan kun je merken dat iemand goed luistert? Probeer zoveel mogelijk punten op te schrijven (tabel opdracht 45)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4:
Als je luistert, betekent het niet dat je altijd hetzelfde hoort als een ander. Luister klassikaal naar onderstaand bericht. De bedoeling is niet om naar het filmpje te kijken, maar om te luisteren.
Wat hoor jij??


Slide 7 - Tekstslide

Goed luisteren
Als je een vraag aan iemand stelt, luister je goed naar het antwoord. Zo kun je op de juiste manier reageren. Dat heet actief luisteren.
Bij actief luisteren laat je door je gedrag zien dat je echt luistert.

1.  Je kijkt de ander aan.
2. Je knikt of humt af en toe.
3. Je laat met je gezichtsuitdrukking zien wat je voelt als de ander iets vertelt.
4. Je laat de ander uitpraten.
5. Je neemt de tijd om naar de ander te luisteren.
6. Je laat je niet afleiden.
7. Je stelt vragen als je iets niet begrijpt.
8. Je herhaalt wat de ander zegt met je eigen woorden
   om te checken of je het begrepen heb.





Slide 8 - Tekstslide




Maak opdracht 5, 6, 7, 8, 9 , 10 en 11

Vul de woordenlijst in EIGEN woorden in


Slide 9 - Tekstslide

Leskaart M 3.2
Vragen stellen




Er zijn twee soorten vragen die je kunt stellen:
• Gesloten vragen
Op gesloten vragen kun je meestal alleen maar antwoorden met ‘ja’ of ‘nee’
• Open vragen
Op open vragen kun je een meer uitgebreid antwoord geven. Open vragen beginnen met woorden zoals: wat, wie, waar, welke, wanneer en hoe

Iedere student bedenkt 1 open en 1 gesloten vraag

Slide 10 - Tekstslide

Open of gesloten? 

Hoe gaat het met je?
Gaat het goed met je?
Ben je vandaag met de fiets?
Wat ga je na schooltijd doen?
Ben jij wel eens naar een festival geweest?
Waar ga jij dit jaar op vakantie?

Slide 11 - Tekstslide

Luisteren, samenvatten en doorvragen (LSD)

LSD betekent luisteren, samenvatten en doorvragen.
Op de vorige leskaart heb je geleerd hoe je goed kunt luisteren. Je hebt ook geleerd dat het belangrijk is om in je eigen woorden te herhalen wat iemand heeft gezegd. Zo kun je checken of je het goed begrepen hebt.  

Kort in je eigen woorden herhalen wat iemand heeft gezegd heet samenvatten.

Als je een vraag stelt, dan krijg je een antwoord. Als je nog meer wilt weten, dan vraag je door. Bijvoorbeeld omdat het nog niet duidelijk is. Of omdat je nog meer informatie wilt. Of omdat je erg geïnteresseerd bent in wat jouw gesprekspartner te vertellen heeft.

Is voor doorvragen een gesloten of een open vraag het beste? En waarom?



Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je in dit filmpje? 

Wat gaat beter in het 2e deel?
De baas in het filmpje laat ‘actief luisteren’ zien door:
De baas in het filmpje ‘vat samen’ als hij zegt:
De baas in het filmpje ‘vraagt door’ als hij zegt:



Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 60 klassikaal;   beleefd - niet beleefd
  • je bent in een restaurant en moet naar de wc. Hoe vraag je dat?
  • Je werkt in een bedrijf en je wilt morgen vrij. Hoe vraag je dat aan je baas?
  • Je collega ruikt niet fris. Hoe vraag je of hij daar iets aan kan doen?


Slide 14 - Tekstslide

Maak opdracht 54, 55, 60 (klassikaal), 61 en 62

Slide 15 - Tekstslide

Leskaart M4.3
Kritisch denken

Je moet in deze tijd steeds meer zelf organiseren en regelen. Dat wordt zelfredzaamheid genoemd. Je moet over veel dingen een oordeel of mening hebben. Wat is de juiste keuze? Welke informatie klopt? En is betrouwbaar? 
Je moet kritisch denken!

  1. Je verzamelt informatie
  2. Je beoordeelt de informatie
  3. Je analyseert de informatie
  4. Je trekt een conclusie

Slide 16 - Tekstslide

Welke bron gebruikt deze vrouw om haar mening te onderbouwen?
Hoe betrouwbaar is die bron?
Hoe weet je of iets nepnieuws is?

Slide 17 - Tekstslide

Feit of Mening???

Feiten kun je controleren

Meningen zijn persoonlijk
 en niet te controleren

Slide 18 - Tekstslide

Vistacollege is een school voor middelbaar beroepsonderwijs.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quizvraag

Vistacollege is een leuke school.
A
feit
B
mening

Slide 20 - Quizvraag

Bedenk zelf een feit.

Slide 21 - Open vraag

Bedenk zelf een mening.

Slide 22 - Open vraag

Week 9:
Terugblik IMO 4 luisteren, vragen stellen, kritisch denken

Wat weet je nog?
  • open - gesloten vraag
  • wat is een goede luisterhouding?
  • feiten - mening
  • betrouwbare bron

Eindopdracht IMO 4 
Tot aan pauze tijd om aan te werken, niet af: thuis afmaken

Gehele IMO 4 inleveren 





Slide 23 - Tekstslide

Maatschappijopdracht 4: 

Je gaat in deze maatschappijopdracht een oordeel vormen over een onderwerp:
Maak een document (word, Powerpoint, prezi)

Het onderwerp/stelling/vraag mag je zelf kiezen. Of kies uit: 
Is het goed om dierentuinen te verbieden?
Zou men gezond voedsel goedkoper moeten maken?

  • verzamel informatie over het onderwerp (op internet: knip&plak)
  • beoordeel de informatie (is het betrouwbaar? vermeld de bron) 
  • vraag de mening van 2 anderen over het onderwerp
  • geef je eigen mening over het onderwerp en geef ook 2 argumenten

Mail dit naar de docent.

Slide 24 - Tekstslide

Alle opdrachten af?

47, 48, 49, 53, 51, 52, 54, 55, 58, 59 en 61

Lever IMO 4 in 

Slide 25 - Tekstslide