H1.2 - Vermogen en energie (tussenles)

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat zitten en een dichte laptop op tafel hebt liggen. Doe je laptop alvast aan de lader indien je deze wilt opladen.

Slide 2 - Tekstslide

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat zitten en een gesloten laptop op tafel hebt liggen. Zorg dat je dit hebt gedaan voordat de docent start.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
-Je hebt de voorkennis opgehaald d.m.v. een lessonup quiz.

-Je hebt geoefend met de test jezelf zodat jij weet waar je nog extra aandacht aan moet besteden.

Slide 4 - Tekstslide

1.2 Vermogen en energie
Formules

Vermogen berekenen:
P = U x I  

Energieverbruik berekenen:

E = P x t 

Slide 5 - Tekstslide

1.2 Vermogen en energie
Een automobilist heeft zijn lampen aangelaten. Hun gezamenlijk vermogen is 50 W.
Het blijkt dat na 3 uur de lampen duidelijk zwakker gaan branden.
Bereken het energieverbruik.
  • P = 50 W = 0,050 kW
  • E = P x t = 0,050 x 3 = 0,15 kWh

Slide 6 - Tekstslide

1.2 Vermogen en energie
Een snelle waterkoker doet 2,5 min over het koken van 1 L water. Een snelle waterkoker heeft een vermogen van 3000 W.
Bereken het energieverbruik in Joule en in kilowattuur.

  • Joule: E = P x t = 3000 x 2,5 x 60 = 450.000 J

Slide 7 - Tekstslide

Lessonup quiz

Slide 8 - Tekstslide

Het symbool voor de grootheid spanning is ..............
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 9 - Quizvraag

De eenheid van vermogen is .......
A
Watt
B
Ampère
C
kiloWattuur
D
Volt

Slide 10 - Quizvraag

De eenheid van energie is........
A
Watt
B
Ampère
C
kiloWattuur
D
Volt

Slide 11 - Quizvraag

E = P x t
P = 300 W
t = 0,3 h
E0,3 x 300
E = 100 kWh
Een wasmachine van 300 W staat 30 minuten aan.
Bereken het energieverbruik van de oven?
In de berekening hieronder zijn 3 fouten gemaakt. Omcirkel de fouten.

Slide 12 - Sleepvraag

De eenheid van stroom(-sterkte) is.....
A
Watt
B
Ampère
C
Volt
D
`Joule

Slide 13 - Quizvraag

Lees de volgende opgave:
Een stofzuiger van 1000 W wordt aangesloten op het lichtnet. De stofzuiger staat een half uur aan.
Met welke formule kun je energiegebruik berekenen?
A
E = U x I
B
E = P x t
C
E = P / U
D
E = P / t

Slide 14 - Quizvraag

Een televisie (0,05 kW) staat 4 uur aan.
Bereken het energieverbruik in J.

Slide 15 - Open vraag

Welke vorm krijgt de formule P = U x I
wanneer je de stroomsterkte wilt berekenen?
A
I = P x U
B
I = U/P
C
I = P/U
D
U = P/I

Slide 16 - Quizvraag

1,25 kW is........
A
125 W
B
12,5 W
C
1250 W
D
12 500 W

Slide 17 - Quizvraag

475 W is.......
A
47,5 kW
B
0,475 kW
C
4,75 kW
D
0,0457 kW

Slide 18 - Quizvraag

Een TV van 300W staat 5 minuten aan. Wat is het energieverbruik in kWh?

Slide 19 - Open vraag

Het symbool voor de grootheid stroom(-sterkte) is.............
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 20 - Quizvraag

Het symbool voor de grootheid energie is ...........
A
P
B
E
C
W
D
kWh

Slide 21 - Quizvraag

Energie in joule berekenen, dan gebruik ik:
Energie in kWh berekenen, dan gebruik ik:
tijd in uur
tijd in seconde
Vermogen in W
Vermogen in kW

Slide 22 - Sleepvraag

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak de test jezelf van H1.3 

Hoe? Je mag samenwerken. Je moet dan fluisterend overleggen. Ik wil je niet kunnen horen.

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Maak de klassikale vraag op het bord.

Slide 23 - Tekstslide