Werkwoordspelling HV1

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.

Open je boek op blz. 252

                                                                                                        Dinsdag 9 mei
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.

Open je boek op blz. 252

                                                                                                        Dinsdag 9 mei

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je de persoonsvorm in de tt spellen en weet je wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.

Planning van de les:
- uitleg weektaak + theoriefilmpjes §7 en §8
- aan de slag met de weektaak

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie §7, §8 en §9
https://schooltv.nl/video/clipphanger-wat-is-t-kofschip/

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling
De komende periode gaan we aan de slag met werkwoordspelling.

Deze week:
  • je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen
  • je leert de persoonsvorm van zwakke en sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen. Fietsen, zwemmen, lopen.
Je vindt ze in verschillende vormen.

Hoe vind je de persoonsvorm?
  1. In een andere tijd zetten (tegenwoordige of verleden tijd).
  2. Enkelvoud naar meervoud zetten of andersom.
  3. De zin vragend maken.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een werkwoord heeft verschillende vormen. 
Een daarvan is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt). 
Bij de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd ga je uit van de ik-vorm.

De ik-vorm van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord de laatste twee letters weg te halen (=stam).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Zo schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
  • ik? ik-vorm, ik bouw.
  • jij erachter? ik-vorm, bouw jij.
  • in alle andere gevallen! ik-vorm + t, hij bouwt.
  • in het meervoud het hele werkwoord, wij bouwen/ jullie bouwen

Bij twijfel: vul het werkwoord 'lopen' in.
Hoor je een 't'? Schrijf dan ook een 't'!

Slide 7 - Tekstslide


Hij vind/vindt snoepjes lekker.
Hij loopt snoepjes lekker. >> dus: vindt
Word/Wordt je vanmiddag opgehaald?
Loop je vanmiddag opgehaald? >> dus: Word
Zwakke of sterke werkwoorden?
  • fietsen
  • lopen
  • hangen
  • zingen
  • verven
  • lezen
  • krijgen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden schrijf je zo:
ik-vorm tt + de of te, stuiterde, fietste -> enkelvoud
ik-vorm tt + den of ten, stuiterden, fietsten -> meervoud

Om te bepalen of je de(n) of te(n) achter de ik-vorm schrijft gebruik je 
't sexy-fokschaap. Dus alleen in de verleden tijd én bij zwakke werkwoorden!

Even testen: ruilen, rusten, juichen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
§7 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 5
§8 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 4 + 7

Klaar?
§7 opdracht 7 (tweetal)
§8 opdracht 6 (mag tweetal)
Zelf aan de slag!
Wat? Weektaak
Tijd? 20 minuten
Vraag? Steek je vinger op
Klaar? Zie weektaak
Ook klaar? Haal nakijkboekje en kijk alles na
Ook klaar? Dan laat je het aan mij zien en krijg je een puzzel.
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.

Pak ook je leesboek en ga lekker lezen!

                                                                                                  Woensdag 10 mei

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je de persoonsvorm in de tt spellen, weet je wat sterke en zwakke werkwoorden zijn en kun je vt van zwakke ww spellen.

Planning van de les:
- lezen (20 minuten)
- aan de slag met de weektaak (20 minuten)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
§7 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 5
§8 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 4 + 7

Klaar?
§7 opdracht 7 (tweetal)
§8 opdracht 6 (mag tweetal)
Zelf aan de slag!
Wat? Weektaak
Tijd? 20 minuten
Vraag? Steek je vinger op
Klaar? Zie weektaak
Ook klaar? Haal nakijkboekje en kijk alles na
Ook klaar? Dan laat je het aan mij zien en krijg je een puzzel.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk aan folder/spot!
Vrijdag a.s.:
- spot vóór de les mailen!
- folder tijdens de les inleveren
- evaluatieformulier tijdens de les inleveren
- 'presenteren' folder/spot

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: je gemaakte folder + evaluatieformulier



                                                                                                  Vrijdag 12 mei

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel en planning
Doel van de les: presenteren van de folders/reclamespots en inleveren evaluatieformulieren.

Planning van de les:
- iedereen laat zijn folder en/of spot zien
- iedereen levert folder en evaluatieformulieren in

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

THEMA A Mens en Dier
Ik ben heel benieuwd naar jullie folders en reclamespots!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk dinsdag
Zorg dat je de weektaak van deze week helemaal af én nagekeken hebt!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je de persoonsvorm in de tt spellen, weet je wat sterke en zwakke werkwoorden zijn en kun je vt van zwakke ww spellen.

Planning van de les:
- lezen (20 minuten)
- aan de slag met de weektaak (20 minuten)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
§7 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 5
§8 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 4 + 7

Klaar?
§7 opdracht 7 (tweetal)
§8 opdracht 6 (mag tweetal)
Zelf aan de slag!
Wat? Weektaak
Tijd? 20 minuten
Vraag? Steek je vinger op
Klaar? Zie weektaak
Ook klaar? Haal nakijkboekje en kijk alles na
Ook klaar? Dan laat je het aan mij zien en krijg je een puzzel.
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk dinsdag
Zorg dat je de weektaak van deze week helemaal af én nagekeken hebt!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies