les 3 themales Vragen stellen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
nieuwsbegripMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

doel van deze les 
Je weet waar je de strategie vragen stellen voor kunt gebruiken.
Je weet hoe je de strategie vragen stellen kunt toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg 
Actief lezen is belangrijk, want als je actief leest, begrijp je een tekst
beter. Als je actief leest, dan: 
  • houd je steeds in de gaten of je nog begrijpt wat je leest;
  • denk je tijdens het lezen na over wat je leest;
  • onthoud je wat je gelezen hebt en vraag je je af of klopt met wat je al weet; 
  • komen er vanzelf allerlei vragen in je op of stel je zelf bewust
vragen aan de tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg 
Vragen stellen is een strategie 
die je helpt om de tekst beter te begrijpen.
Voor, tijdens en na het lezen kun je vragen stellen over de tekst. Je controleert of de tekst antwoord geeft op je vraag.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer stel je vragen ?
  • VOOR het lezen : Waar gaat de tekst over?
                                         Wat wil ik over dit onderwerp te weten                                                  komen?
  • TIJDENS het lezen: Snap ik wat er in de tekst staat?                                                                Geeft de tekst antwoord op de vraag die                                              ik van tevoren had?

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer stel je vragen ?
  • NA het lezen :
      Op welke vragen heb ik nu een antwoord?
      Op welke vragen moet ik het antwoord ergens anders          
      opzoeken?
      Heb ik begrepen wat er in de tekst staat?

Slide 6 - Tekstslide

opdracht 
We kiezen een nieuwsbericht van afgelopen week. 



Welke vragen heb je hierover? 




Slide 7 - Tekstslide

Welke vragen heb je over ........?

Slide 8 - Open vraag

Luister goed: waar gaat de tekst over? 
  1. Wie is geboren in Patara, een stadje in Turkije?
  2. Wie gaf er vroeger al zijn spullen weg?
  3. Wanneer krijg je snoep en cadeautjes?
  4. Wie komt er met een boot uit Spanje? 
  5. Welk feest wordt er op 5 december in Nederland gevierd?

Slide 9 - Tekstslide

Vraagwoorden
De meeste vragen beginnen met een vraagwoord. 
Veel vraagwoorden beginnen met de letter W :
wie, wat, waar, 
waarom, waardoor, 
wanneer, waarmee, welke. 

Andere vraagwoorden zijn: hoe, hoeveel

Slide 10 - Tekstslide

Vraagwoorden
Er zijn vraagwoorden waarop je een kort antwoord krijgt. Dat zijn gesloten vragen
Bijvoorbeeld: Waar zijn mijn sportschoenen? 
Wie heeft de eerste prijs gewonnen? Waar vraagt naar een plaats en wie vraagt naar een mens of een dier. 

Slide 11 - Tekstslide

Vraagwoorden
Er zijn ook vragen waarop je een langer antwoord moet geven. Dat zijn open vragen Bijvoorbeeld: Hoe komt het dat …. En: Waarom … 
Vragen die beginnen met Hoe komt het dat en Waarom vragen naarandere informatie dan vragen die beginnen met Waar of Wie. Als je tijdens het lezen deze vragen stelt en je kunt ze ook beantwoorden, dan begrijp je een tekst vaak beter.

Slide 12 - Tekstslide

opdracht 
Maak de opdrachten die de docent op papier aanlevert.
Maak ze in je Onedrive 

Slide 13 - Tekstslide