VT zwakke sterke werkwoorden

Vandaag...
- Zwakke/sterke werkwoorden
Lees in stilte uit het boek: Wereldspionnen.
Pak je schoolspullen: etui, lesboek, schrift, wisbordje.
timer
20:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Vandaag...
- Zwakke/sterke werkwoorden
Lees in stilte uit het boek: Wereldspionnen.
Pak je schoolspullen: etui, lesboek, schrift, wisbordje.
timer
20:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
 Ik kan de verleden tijd van de sterke en zwakke werkwoorden goed spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet de les eruit?
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg spellen zwakke/sterke ww in vt
  • Oefenen
  • Zelfstandig werken
  • Schoolwerk
  • Jeugdjournaal

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht opdracht 3 t/m 7 blz. 237 + werkblad


Pak een rode/groene pen!

Slide 4 - Tekstslide

Sterk of zwak werkwoord?
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
stoppen
hebben
dansen
worden
schrijven
boffen
lopen
zijn
fietsen
lachen

Slide 5 - Sleepvraag

Voor het schrijven van de pv in de vt: 
  • Zwakke werkwoorden: veranderen niet van klank in de verleden tijd. fietsen → fietsten.
  • Sterke werkwoorden: veranderen wel van klank in de verleden tijd. lopen → liepen
Sterke/zwakke werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide





Spelling:
  • ik-vorm + de(n) → ik rende/wij renden
  • ik-vorm + te(n) → ik hoopte/wij hoopten

Stappen:
1. Neem het hele werkwoord (bijvoorbeeld: antwoorden)
2. Haal er -en vanaf: antwoorden → (ik) antwoord
3. Is de laatste letter een letter uit 't kofschip? →  te(n) lachten
4. Is de laatste letter een andere medeklinker? → de(n) weefden




Spellen vt zwakke werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide


Bij sterke werkwoorden: de klank verandert in de vt. zwemmen →  zwommen.

Spellingsregels:
  • Schrijf het woord zo kort mogelijk op. Gebruik alleen dubbele letters als dit nodig is voor de uitspraak.  Hebben →  hadden.
  • Kijk naar het meervoud om erachter te komen of het woord op een -d of een -t eindigt. ik bond → wij bonden

De pv krijgt in de vt nooit -dt!

Spellen vt sterke werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 9 - Tekstslide

Wat is juist?
A
sterke werkwoorden veranderen van klank.
B
zwakke werkwoorden veranderen in van klank.

Slide 10 - Quizvraag


Blijft de klank van -geven- in de verleden tijd hetzelfde?
A
Ja, het is een zwak werkwoord
B
Nee, het is een sterk werkwoord

Slide 11 - Quizvraag

Van welk werkwoord komt
KREEG

Slide 12 - Open vraag


          Blijft de klank van -rennen- in de verleden tijd hetzelfde?
A
Ja, het is een zwak werkwoord
B
Nee, het is een sterk werkwoord

Slide 13 - Quizvraag

doet
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht 4 blz. 243 / opdracht 3 blz. 245
 


We maken samen de opdracht!

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: opdracht 1/2 blz. 240, opdracht 1/2 blz. 242/243, opdracht 1/2 blz. 244/245
Je werkt in stilte!
Klaar? Lezen uit Wereldspionnen.
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide


Volgende les:
  • Lezen uit wereldspionnen:  t/m H33
  • Maken: opdracht 1/2 blz. 240, opdracht 1/2 blz. 242/243, opdracht 1/2 blz. 244/245
Schoolwerk

Slide 17 - Tekstslide

Jeugdjournaal

Slide 18 - Tekstslide