VT zwakke sterke werkwoorden (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Vandaag...

- Zwakke/sterke werkwoorden

Lees in stilte uit het boek: Wereldspionnen.

Pak je schoolspullen: etui, lesboek, schrift, wisbordje.

Vandaag:

 Ik kan de verleden tijd van de sterke en zwakke werkwoorden goed spellen.

Hoe ziet de les eruit?

• Huiswerk nakijken
• Herhaling spellen zwakke/sterke ww in vt
• Zelfstandig werken
• Schoolwerk
• Jeugdjournaal

Nakijken

opdracht 1/2 blz. 240, opdracht 1/2 blz. 242/243, opdracht 1/2 blz. 244/245

Pak een rode/groene pen!

Pak je wisbordje

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

werd

kookt

gaf

leert

fietsen

worden

koken

hebben

schrijven

lachen

dansen

sterk werkwoord

zwak werkwoord

Werkwoorden met 

-de / -den

in de verleden tijd

Werkwoorden met

-te / -ten

in de verleden tijd

maken

leren

lachen

slagen

studeren

beleven

kletsen

spreken - Hij ...... de hele dag over de wedstrijd (vt)

pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Wij ... gisteren voor mijn ouders.
Vul de verleden tijd in van koken

vliegen - De vliegtuigen ........ rakelings langs elkaar (vt)

pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Verleden tijd

u ... (durven)

Hij ................... vorige week naar Emmen
(verhuizen vt)

1. verhuiste
2. verhuisde
3. verhuizte
4. verhuizde

Zij ......... tegen haar buurvrouw
(praten vt)

1. praatte
2. prate
3. praate
4. praat

springen- de kinderen ...... van het muurtje af (vt)

pas op! schrijf zonder hoofdletter!

nadenken - Ik ...... na over hoe ik deze som moest oplossen (vt)

pas op! schrijf zonder hoofdletter!

De man ............. niet lang.
(leven vt)

1. leefte
2. leevde
3. leevte
4. leefde

Het meisje ............ het beter te doen.
(beloven vt)

1. beloof
2. belooft
3. beloofde
4. beloovde

gelden- In Duitsland ...... andere regels (vt)

pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Voor het schrijven van de pv in de vt: 

• Zwakke werkwoorden: veranderen niet van klank in de verleden tijd. fietsen → fietsten.
• Sterke werkwoorden: veranderen wel van klank in de verleden tijd. lopen → liepen

Sterke/zwakke werkwoorden

Spelling:

• ik-vorm + de(n) → ik rende/wij renden
• ik-vorm + te(n) → ik hoopte/wij hoopten

Stappen:

1. Neem het hele werkwoord (bijvoorbeeld: antwoorden)

2. Haal er -en vanaf: antwoorden → (ik) antwoord

3. Is de laatste letter een letter uit 't kofschip? →  te(n) lachten

4. Is de laatste letter een andere medeklinker? → de(n) weefden

Spellen vt zwakke werkwoorden

Bij sterke werkwoorden: de klank verandert in de vt. zwemmen →  zwommen.

Spellingsregels:

• Schrijf het woord zo kort mogelijk op. Gebruik alleen dubbele letters als dit nodig is voor de uitspraak.  Hebben →  hadden.
• Kijk naar het meervoud om erachter te komen of het woord op een -d of een -t eindigt. ik bond → wij bonden

De pv krijgt in de vt nooit -dt!

Spellen vt sterke werkwoorden

Aan de slag!

Maken: opdracht 3 t/m 5 blz. 241, opdracht 3 & 5 blz. 243 en opdracht 3 en 5 blz. 245

Je werkt in stilte!

Klaar? Lezen uit Wereldspionnen.

Volgende les:

• Lezen uit wereldspionnen:  t/m H33
• Maken: opdracht 3 t/m 5 blz. 241, opdracht 3 & 5 blz. 243 en opdracht 3 en 5 blz. 245

Schoolwerk

Jeugdjournaal