Woordjes K2
1 / 20
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
de tanden
A
der Zeh
B
die Zehen
C
der Zahn
D
die Zähne
Slide 2 - Quizvraag
verkouden
A
erkälten
B
erkältet
C
die Erkältung
D
schnupferisch
Slide 3 - Quizvraag
de hooikoorst
Slide 4 - Open vraag
overgeven
Slide 5 - Open vraag
ik heb me gesneden
Slide 6 - Open vraag
schlimm
A
slim
B
slecht
C
erg
D
zeer
Slide 7 - Quizvraag
Beterschap!
A
Besserung!
B
Gute Besserung!
C
Guter Besserung!
D
Sei schnell wieder besser!
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Hoeveel woorden van het voorgaande plaatje kan je correct opschrijven?
Noteer de woorden onder elkaar:
Noteer de woorden onder elkaar:
Slide 10 - Open vraag
die Stirn
A
de ster
B
het hoofd
C
het voorhoofd
Slide 11 - Quizvraag
de tenen = die Zähe
ja, dat klopt
nee, dat klopt niet
weet ik niet
Slide 12 - Poll
Noem 3 werkwoorden m.b.t. het onderwerp "Gesundheit"
Slide 13 - Woordweb
naar de dokter gaan
A
zu Arzt gehen
B
zum Arzt gehen
C
zu Artz gehen
D
zum Artz gehen
Slide 14 - Quizvraag
duizelig
Slide 15 - Open vraag
brauchen
Slide 16 - Open vraag
de spierpijn
A
die Muskeln
B
der Muskelalter
C
der Muskelkater
D
der Muskelnkater
Slide 17 - Quizvraag
schimpfen
Slide 18 - Open vraag
zeigen
A
zeggen
B
laten
C
tonen
D
laten zien
Slide 19 - Quizvraag
übel
