sprachmittel en lernliste h3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat betekent:
de griep

1. der Grip
2. die Grippe
3. der Grippe
4. das Grippe

fietsen

1. Radeln
2. Radvahren
3. Radfahren
4. Rad fahren

Beterschap!

1. Besserschaft!
2. Gute Besserung!
3. Besserung!
4. Gute Beserung!

verkouden

1. erkältet
2. verkältet
3. erkaltet
4. verkaltet

overgeven

1. übergeben
2. üvergeven
3. sich übergeven
4. sich übergeben

pijn doen

1. Pein tun
2. wehtun
3. weh tun
4. schmerzen tun

de spierpijn

1. der Muskelkater
2. die Muskelkatze
3. der Nervkater
4. der Kater

nogal, tamelijk

1. nochall
2. zamelich
3. ziemlich
4. rather

erg

1. arg
2. sehr
3. schlimm
4. schlau

de rug

1. die Rücken
2. der Ruck
3. der Rück
4. der Rücken

Wat betekent "überwinden

Wat betekent:
"einen Auftritt"

Wat beteken:
"verrückt"

wat betekent:
"ohnmächtig werden"

wat betekent:
die Herausforderung

wat betekent:
"gerade"

wat betekent:
"klappen"

wat betekent:
"etwa"

wat betekent:
"der Vorschlag"

wat betekent:
"aufgeregt"

Vertaal de zin:
Ik heb hoofdpijn

Vertaal de zin:
Ik ben helaas gewond geraakt

Vertaal de zin:
Ik ben regelmatig moe

Vertaal de zin:
Hij voelt zich sinds vanavond duizelig.

Vertaal de zin:
Wij gaan naar de dokter, omdat wij keelpijn hebben.