Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
GYM 2 - dinsdag 2-2 (Lezen hf 4)
Welkom!
Nodig:
Nieuw Nederlands & schrift
Device om in te loggen in LessonUp
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Nodig:
Nieuw Nederlands & schrift
Device om in te loggen in LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Planning
1e deel van de les
Lezen hf. 4: Efkes herhalen & doornemen
Aan de slag!
2e deel van de les
Aan de slag & lezen in leesboek
Huiswerk & Taalvout
Slide 2 - Tekstslide
Eerst efkes herhalen!
Signaalwoorden & tekstverbanden
Slide 3 - Tekstslide
Als je met de Thalys van Amsterdam naar Parijs reist, maak je drie tussenstops:
eerst
in Rotterdam,
dan
in Antwerpen en
vervolgens
in Brussel.
Slide 4 - Tekstslide
1. Het chronologisch verband
De
g
ebeurtenissen
worden in de
juiste tijdsvolgorde
beschreven
Let op de volgende signaalwoorden:
vroeger
,
later
,
nu
,
eerst
,
daarna
,
vervolgens
,
nadat
en
dadelijk
.
Let ook op
jaartallen
!
Slide 5 - Tekstslide
'Om te beginnen
at ik een hamburger.
Daarnaast
kreeg ik een milkshake.
Bovendien
heb ik nog een ijsje op.'
Slide 6 - Tekstslide
2. Het opsommend verband
Bij een opsommend verband worden zaken/dingen achter elkaar genoemd.
Let op de volgende signaalwoorden:
ten eerste / tweede/
derde
,
om te beginnen
,
ook
,
daarnaast
,
ten slotte.
Slide 7 - Tekstslide
'Ik heb goed geleerd voor de toets,
maar
ik heb een onvoldoende gehaald.'
Slide 8 - Tekstslide
3. Het tegenstellend verband
Bij een tegenstellend verband worden in de tekst tegenovergestelde dingen genoemd.
Je herkent dit verband aan de signaalwoorden:
maar, hoewel, toch, echter, tegenover, aan de ene kant..., aan de andere kant...
Slide 9 - Tekstslide
'Er zijn gerechten waarbij witte rijst gewoon hóórt.
Denk aan
een gevulde Mexicaanse burrito of een Indische curry.'
Slide 10 - Tekstslide
4. Het toelichtend verband
In de alinea wordt extra informatie gegeven over een (deel)onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.
Je herkent dit verband aan de signaalwoorden:
bijvoorbeeld
,
zoals
,
zo
,
neem nou..
,
denk aan..
.
Slide 11 - Tekstslide
Mevrouw Koonings geniet van goede muziek, verder is zij ook een filmliefhebber.
A
Tegenstellend
B
Opsomming
C
Chronologisch
D
Toelichtend
Slide 12 - Quizvraag
Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen. Daar denkt mijn zakenpartner echter anders over.
A
Opsomming
B
Tegenstellend
C
Chronologisch
D
Toelichtend
Slide 13 - Quizvraag
De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5.
A
Opsomming
B
Tegenstellend
C
Chronologisch
D
Toelichtend
Slide 14 - Quizvraag
Hoofdstuk 4: Feiten, meningen & argumenten
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wat is een mening?
Slide 17 - Open vraag
Voorbeelden van feiten
Slide 18 - Woordweb
Theorie (feiten en meningen)
Feit
= kun je controleren
= kan ook onwaar zijn!
Onwaar feit = Een honkbalteam bestaat uit twaalf personen.
Mening
= wat een persoon van iets vindt.
= verschillen vaak.
= standpunt, oordeel, opinie, opvatting.
Slide 19 - Tekstslide
Feit
Mening
Ik vind dat er in Nederland veel heuvels voorkomen.
Limburg heeft heuvels, Groningen is helemaal vlak.
Een fluohesje dragen in het verkeer is veilig.
Een bezoek aan een museum is altijd boeiend.
Wat een prachtig doelpunt!
Jeroen zegt dat Nederlands een ontzettend saai vak is.
De wereld is plat.
Slide 20 - Sleepvraag
Feit of mening?
M&M's zijn snoepjes die bedacht zijn in Amerika
A
Feit
B
Mening
Slide 21 - Quizvraag
Feit of mening?
M&M's zijn de lekkerste snoepjes
A
Mening
B
Feit
Slide 22 - Quizvraag
Feit of mening?
Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van bruine, rode, gele, groene en oranje en blauwe M&M's
Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van groene, rode, blauwe, gele, bruine en oranje M&M's
A
Mening
B
Feit
Slide 23 - Quizvraag
Feit of mening?
Ik heb liever de gele verpakking M&M's
A
Feit
B
Mening
Slide 24 - Quizvraag
Tekst
Feit
Mening
Controleerbaar
Wat je vindt
onderzoek
Uit de cijfers komt naar voren...
Dat is een lelijk huis!
Waar/niet waar
Eens/oneens
Slide 25 - Sleepvraag
Aan de slag!
Maken:
opdr. 1 & 2 van Lezen hf. 4 (p. 133 & 134)
Opdr. 2.3 hoeft niet!
Lees
de groene theorie
op p. 133 & 134.
Lezen in leesboek!
Slide 26 - Tekstslide
Planning
1e deel van de les
Lezen hf. 4: Efkes herhalen & doornemen
Aan de slag!
2e deel van de les
Aan de slag & lezen in leesboek
Huiswerk & Taalvout
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken:
opdr. 1 & 2 van Lezen hf. 4 (p. 133 & 134)
Opdr. 2.3 hoeft niet!
Lees
de groene theorie
op p. 133 & 134.
Lezen in leesboek!
Slide 28 - Tekstslide
Huiswerk & TaalVout
Maken:
opdr. 1 & 2 van Lezen hf. 4 (p. 133 & 134)
Opdr. 2.3 hoeft niet!
Lezen
in leesboek
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
29-1 H2D Lezen (hh h1, 2, 3) + Feiten & argumenten (hf 4)
Januari 2020
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
GYM 1 - maandag 1 -2 (Lezen hf. 4)
Februari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
GYM 1 - donderdag 22-4 (Lezen hf. 5)
April 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
04-02 H2D Lezen hf 4 feiten & argumenten
Februari 2020
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
GYM 2 - Maandag 2-12
November 2019
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
GYM 1 - maandag 25-1 (Woordenschat & spelling voorbereiden toets)
Januari 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
12-02 H2D Lezen hf 5 tekstverbanden & signaalwoorden
Februari 2020
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
GYM 2 - maandag 22-3 (Lezen hf. 5)
Juni 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2