29-1 H2D Lezen (hh h1, 2, 3) + Feiten & argumenten (hf 4)

Pak je leesboek
Leg je boek en schrift alvast op tafel

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek
Leg je boek en schrift alvast op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. 10 minuutjes lezen
  2. Herhalen hf. 1, 2 en 3 Lezen
  3. Uitleg: feiten, meningen en argumenten
  4. Aan de slag!
  5. Huiswerk & Taalvout

Slide 2 - Tekstslide

Chill: 10 minuutjes lezen!

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Lezen:

- Je hebt je kennis opgefrist over Lezen hf. 1, 2 en 3.

- Je herkent feiten, meningen en argumenten in een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Even opfrissen....
- Onderwerp, deelonderwerpen & hoofdgedachte (hf. 1)
Wat is dit ook alweer?

- Hoofd- en bijzaken, kernzinnen & samenvatten (hf. 2)
Wat en waarom?

- Tekstverbanden en signaalwoorden (hf. 3) --> oefening

Slide 5 - Tekstslide

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben

Slide 6 - Quizvraag

Chronologisch verband
Opsommend 
verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband
Vroeger
Vervolgens
Ten eerste
Bovendien
Echter
Maar
Bijvoorbeeld
Zoals

Slide 7 - Sleepvraag

Feiten, meningen en argumenten
H4 Lezen
Feiten, meningen en argumenten

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je al over feiten, meningen en argumenten?

Slide 9 - Woordweb

Feit
  • controleerbaar of bewezen
  • waar of onwaar

Vorige week maandag was de vakantie afgelopen. 

We hebben vandaag een les Nederlands. 

Slide 10 - Tekstslide

Welk van de volgende zinnen is géén feit?
A
Mijn vader is morgen jarig.
B
Spruitjes zijn smerig.
C
De voetbaltraining duurt anderhalf uur.
D
Een hond is een trouw dier.

Slide 11 - Quizvraag

Welk van de volgende zinnen is een feit?
A
Kinderarbeid zou verboden moeten worden!
B
Dat nieuwe nummer klinkt supergoed!
C
Wat een leuke jas heb je aan!
D
Roken is slecht voor je gezondheid!

Slide 12 - Quizvraag

Mening
  • Dat wat iemand ergens van vindt. 
  • Anders: standpunt - opinie - visie - overtuiging - stelling

Duitse grammatica is ontzettend moeilijk. 

De Efteling is het leukste pretpark van Nederland.

Slide 13 - Tekstslide

Welk van de volgende zinnen is géén mening?
A
Joost is dol op skiën.
B
Dierproeven zijn onnodig.
C
De nieuwe auto van mij opa is echt een bejaardenkarretje.
D
Sommige kleuren staan jou echt niet.

Slide 14 - Quizvraag

Welk van de volgende vragen bevat een mening?
A
Hoeveel kilometer moeten we nog rijden?
B
Ga je naar dat kinderachtige feest?
C
Heb je je huiswerk af?
D
Hou je van skeeleren?

Slide 15 - Quizvraag

 Argument
  • Ondersteunt een standpunt. 
  • Te herkennen aan de signaalwoorden omdat, want, namelijk... 

Je zou ook eens naar die winkel moeten gaan, want ze verkopen daar erg goede spullen. 

Slide 16 - Tekstslide

Welke zin bevat géén argument?
A
Ik blijf vandaag lekker binnen, want het stormt.
B
Mijn zus is jarig en geeft vanmiddag een feest.
C
Rode auto's zijn stoer, want een Ferrari is ook rood.
D
Omdat hij bang is, durft hij niet in de python.

Slide 17 - Quizvraag


Bedenk een argument bij het standpunt 'Schoolboeken moeten worden afgeschaft'.

Slide 18 - Open vraag

Welk standpunt kan horen bij het argument 'omdat dat gevaarlijk is'?

Slide 19 - Open vraag

Bedenk een standpunt én argument over het onderwerp 'huisdieren'.

Slide 20 - Open vraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 21 - Woordweb

Aan de slag!
Lezen hf. 4

  • Theorie: lees blz. 133 & 134. (Feiten, meningen en argumenten)
  • Maken: opdr. 2 blz. 134 & 135.

  • Eerste 10 minuten in stilte werken, daarna mag je overleggen op fluistertoon.
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk & TaalVout


Lezen hf. 4

Theorie: lees blz. 133 & 134. (Feiten, meningen en argumenten)
Maken: opdr. 2 blz. 134 & 135.

Slide 23 - Tekstslide