week 38 Vulkaanuitbarsting

Andere tekstsoort
  • Chromebook  in je vak
  • Ga klaar zitten voor de instructie.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Andere tekstsoort
  • Chromebook  in je vak
  • Ga klaar zitten voor de instructie.

Slide 1 - Tekstslide

  • Bekijk de tekst die op het bord staat. 

  • Bespreek in je groepje wat voor soort tekst dit is;
    - hoe weet je dat
    - waar zie je dat aan?  

Slide 2 - Tekstslide

Verhaal
De tekstsoort is een verhaal




Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  • Ik weet waar ik een verhalende tekst aan kan herkennen.
  • Ik ervaar plezier in het lezen van een verhalende tekst.
  • Ik begrijp de inhoud van een verhalende tekst.
  • Ik herken het genre.
  • Ik kan het denken, voelen en handelen van personages beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Verhaal
  • Verhalen worden vaak geschreven om de lezer te vermaken, te amuseren.
  • Maar verhalen kunnen ook geschreven zijn om de lezer te informeren en iets te leren of te inspireren
  • Verhalen kunnen verzonnen zijn (fictie) of echt gebeurd (non-fictie). Of een combinatie van die twee.

Slide 5 - Tekstslide

Verhaal
Er zijn veel verschillende soorten verhalen (genres). Zoals: 
  • realistische (waargebeurde) verhalen
  • fantasieverhalen
  • avonturenverhalen
  • sprookjes
  • dierenverhalen
  • griezelverhalen
  • reisverhalen
  • historische verhalen 
  • stripverhalen


Slide 6 - Tekstslide

Verhaal
  • Een verhaal heeft altijd een of meer hoofdpersonen. 
  • Deze personen worden het meest uitgebreid beschreven, zodat je met ze mee kunt leven. 
  • Je komt veel te weten over bijvoorbeeld hun gevoelens, gedachten en belevenissen.


Slide 7 - Tekstslide

Verhaal
Een verhaal kan vanuit verschillende perspectieven geschreven worden:
  • Ik-perspectief: het verhaal is in de ik-vorm geschreven. Je weet alleen van de ik-persoon wat hij ziet, denkt en voelt. Van de andere personen weet je dat niet.

  • Personaal perspectief: het verhaal is in de hij/zij-vorm geschreven. Je weet alleen van de hoofdpersoon wat hij ziet, denkt en voelt. Van de bijfiguren weet je dat niet.

  • Alwetende verteller: het verhaal is in de hij/zij-vorm geschreven. Je weet van meerdere personages wat zij zien, denken en voelen.


Slide 8 - Tekstslide

Verhaal
Een boek kan beginnen met een proloog

  • Deze kan vooruitblikken of teruggaan in het verhaal. 
  • Het kan een beeld geven van het personage, een helikopterview. 
  • Of een gebeurtenis weergeven die van groot belang is voor het verhaal.

Slide 9 - Tekstslide

Andere tekstsoort
  • Log in bij Nieuwsbegrip 
  • Let op: Archief 
  • Andere tekstsoort (week 38: Vulkaanuitbarsting) 
  • Tekst lezen
  • Opdrachten maken

Slide 10 - Tekstslide

Samen de tekst lezen + opdrachten maken

Slide 11 - Tekstslide

Klaar?
Lezen in een strip
Les(sen) afmaken
Werken in werkpakket

Slide 12 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 13 - Tekstslide