Les globalisering

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • denk aan jas & tas 
  • laptop dicht boek open
  • schrift en pen op tafel  
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • denk aan jas & tas 
  • laptop dicht boek open
  • schrift en pen op tafel  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma vandaag

  1. Actualiteit
  2. Voorkennis en terugblik
  3. Test jezelf Quiz Globalisering
  4. Vooruitkijken 
  5. Afsluiting en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEZEN 10 min
Actualiteit

Slide 3 - Tekstslide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Vorige lessen
Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
1. Je weet wat globalisering is hoe tijdruimtecompressie en technologische ontwikkelingen hier mee samenhangen (P2)

2. Je weet nu hoe de centrum-periferietegenstellingen zijn ontstaan en hoe kolonialisme een rol hierbij speelt (P3)

3. Je weet nu wat economische globalisering is en begrijpt het gevolg van de verschuiving van de Global Shift (P4)

4. Je weet nu wat culturele globalisering is en welke rol migratie en MNO's hierin spelen (P5)

Slide 5 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Lesdoelen
- Je kijkt terug op de afgelopen lessen, wat weet ik al wel en wat kan nog beter?
- Je checkt je kennis van economische en culturele globalisering
- Je kijkt vooruit en kent de (geografische) indicatoren waarmee je landen kunt vergelijken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test jezelf! 

Slide 7 - Tekstslide

kern, mantel, aardkorst
snelheid, richting
hoger
Waarom spreken de Indiërs zo goed Engels?
A
Dat leren ze op school
B
India was vroeger een kolonie van de VS
C
India was vroeger een kolonie van Engeland
D
India ligt dichtbij Australie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Engeland pakte het bestuur in India op dezelfde manier aan als in Canada & Australië
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De exploitatiekoloniën dienden in de 19e eeuw als
A
leverancier van goedkope land- en mijnbouwproducten
B
goedkope werkplaats voor het maken van industrieproducten
C
leverancier van goedkope land- en mijnbouwproducten en afzetmarkt voor industrieproducten
D
als nieuw overzees vestigingsgebied

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 beweringen:
1. Een megastad is een voorbeeld van een wereldstad
2. Het verstedelijkingstempo van de perifere landen ligt op dit moment hoger dan in de centrumlanden
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 is onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 is juist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor is er in India grote sociale ongelijkheid?
A
Door economische keuzes
B
Omdat het land een laag ontwikkelingspeil heeft
C
Door het kastenstelsel
D
Door het Hindoeïsme

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke combinatie klopt NIET
A
Hoog urbanisatietempo -Groot Brittannië
B
Megastad Mumbai
C
Wereldstad Londen
D
Braindrain -Groot Brittannië

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke transporttechnologie is wellicht de allerbelangrijkste geweest?
A
grotere schepen
B
uitvinding van de container
C
zuinigere vrachtauto's
D
snellere vliegtuigen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De relatieve afstanden dalen door de nieuwe transporttechnologie. Welke begrip past hier het beste bij?
A
absolute afstand
B
globalisering
C
tijdruimtecompressie
D
relatieve afstand

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie begrippen of omschrijvingen zijn een oorzaak voor economische globalisering?
A daling van de transportkosten
B de ontwikkeling van de transporttechnologie
C global shift
D het wegvallen van handelsbarrières
E ontstaan van handelsblokken
F BRICS

A
C, B, F
B
E, C, A
C
E, F, D
D
A, B, D

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De relatieve afstand is de afstand uitgedrukt in
A
Percentages
B
Kilometers
C
Tijd, moeite en geld
D
Verschillen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een oorzaak van Global Shift?
A
Opdeling productieketen
B
Goedkoper transport
C
Lage lonen
D
Verdwijnende handelsgrenzen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij Global Shift
A
De toenemende macht van de triade
B
Verplaatsing van productieketens
C
China
D
De nieuwe (economische) wereldorde

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling(en) is/ zijn juist?
I Door de global shift ontstaat een wereldeconomie met meerdere kerngebieden.
II Global shift kan de positie van de centrumlanden in de wereldeconomie verzwakken.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Culturele globalisering heeft twee effecten: homogenisering en heterogenisering.

Om welk effect gaat het bij 'lingua franca'?
A
Homogenisering
B
Heterogenisering

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder invloed van de lingua franca worden inheemse talen versterkt.



















































Onder invloed van de lingua franca worden inheemse talen versterkt


A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Lingua Franca van veel West-Afrikaanse landen?
A
Engels
B
Deze landen hebben geen lingua franca (nodig).
C
Swahili
D
Frans

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel migratiestromen vanuit Syrië naar Europa zijn te verklaren vanuit de
A
Sociaal -culturele dimensie
B
Politieke dimensie
C
Economische dimensie
D
Natuurlijke dimensie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zien we een voorbeeld van separatisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vorming en uitbreiding van de EU is een voorbeeld van...
A
Diffusie
B
Blokvorming
C
Regionalisme
D
Separatisme

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderstaande uitspraak heeft te maken met globalisering. Vanuit welke dimensie wordt globalisering hier beschreven?

‘Landen rond de Pacific sluiten historisch handelsakkoord’
A
economisch
B
sociaal-cultureel
C
politiek

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke Amerikaanse stad is de motor van de Amerikanisering?
A
New York
B
Chicago
C
Washington
D
Los Angeles

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de onderstaande zinnen en geef bij elke zin aan of deze juist of onjuist is.

Uitspraak 1: De regionale identiteit is in Nederland het sterkst in grensregio’s
Uitspraak 2: Het zuidoosten van Nederland onderscheidt zich cultureel van het noordwesten door de Rooms-Katholieke godsdienst.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Alleen uitspraak I is juist.
C
Alleen uitspraak II is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén gevolg van het opdelen van de productieketen?
A
Afname regionale ongelijkheid
B
energie-uitstoot
C
milieuvervuiling
D
uitputting grondstoffen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Buitenlandse bedrijven verplaatsen steeds complexere taken naar India. Taken zoals callcenters gaan van India naar landen als de Filipijnen.
Welke twee uitspraken geven een verklaring voor deze uitschuiving en doorschuiving?
A
De Filipijnse bevolking heeft gemiddeld een hoger opleidingsniveau dan de Indiase
B
De Indiase bevolking heeft gemiddeld een hoger opleidingsniveau dan de Filipijnse
C
De lonen in de Filipijnen liggen gemiddeld lager dan in India
D
De lonen in India liggen gemiddeld lager dan in de Filipijnen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het beschreven fenomeen (de productie weer in NL laten uitvoeren), dat ontstaat nu het vervoer vanuit China moeilijker wordt?
A
Uitschuiven
B
Reshoring
C
Backwash-effect
D
Doorschuiven

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Komende lessen
Vooruitkijken (blz.29)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Afsluiting & huiswerk 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies