revision KT2 Theme 3

Welke afkorting gebruiken we bij plaats en tijd?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welke afkorting gebruiken we bij plaats en tijd?

Slide 1 - Open vraag

I lost my wallet last night.
(in the pub)

Slide 2 - Open vraag

I saw him a the office.
(a short while ago)

Slide 3 - Open vraag

Op welke plek in de zin zet je het bijwoord? Voor .... en na.... en tussen ...

Slide 4 - Open vraag

Zet het bijwoord op de juiste plaats in de zin.
antwoord als volgt:
He eats a lot of chocolate (never)
Antwoord: He never eats
dus 3 woorden als antwoord

Slide 5 - Tekstslide

We work in the main building.
(sometimes)

Slide 6 - Open vraag

We are worried about our dog
(never)

Slide 7 - Open vraag

You could ask your teacher.
(always)

Slide 8 - Open vraag

past continuous
Fill in: past continuous or past simple

He _______ on the street, when saw an accident.
antwoord: was walking
De past simple staat er al.

Slide 9 - Tekstslide

He ______ (play) football, when it started to rain

Slide 10 - Open vraag

They were running a marathon, when he ______(crash) into the sidewalk.

Slide 11 - Open vraag

Yesterday a thief _______ into our home.

Slide 12 - Open vraag

He phoned his parents while we __________(play) a game

Slide 13 - Open vraag

We __________ (finish) the job last weekend.

Slide 14 - Open vraag