Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
MA MAVO politiek paragraaf 2 (en 3) 07-01-20
Politiek
§ 2
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Politiek
§ 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Waar hebben we het vorige weken over gehad?
Uitleg; kiesrecht, lijsttrekker, links, rechts, politieke stromingen
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Je kan het verschil tussen links en rechtse partijen uitleggen.
Je kan vertellen op welke overheidsorganen men kan stemmen
Je kan het verschil tussen de drie politieke stromingen opnoemen.
(mavo) Je kan uitleggen wat een compromis is.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een indirecte democratie?
A
Het kiezen van een volksvertegenwoordiger
B
een referendum
C
Het kiezen van een algemeen belang
D
Bezuinigen
Slide 4 - Quizvraag
Als je werkt voor de overheid ben je een ...........
A
Politicus
B
Ambtenaar
C
Democraat
D
Minister
Slide 5 - Quizvraag
De Brexit is een voorbeeld van een ............
A
Volksstemming
B
Overheid
C
Indirecte democratie
D
Referendum
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de definitie van het begrip 'politiek'?
A
Het maken van keuzes over verschillende onderwerpen in de Eerste en Tweede Kamer.
B
Volksvertegenwoordigers nemen namens ons besluiten, wij stemmen op hen bij de Provinciale Statenverkiezingen.
C
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, provincie of gemeente bestuurd moet worden.
Slide 7 - Quizvraag
Geld dat betaald wordt door burgers aan de overheid noemen we:
A
Bezuinigingen
B
Belasting
C
Loonheffing
D
Kiesdeler
Slide 8 - Quizvraag
Bij een ............ democratie mogen burgers stemmen over een belangrijk onderwerp.
A
Directe
B
Indirecte
Slide 9 - Quizvraag
We stemmen voor:
Gemeenteraad Lokaal
Provinciale Staten Provinciaal
Tweede kamer Nationaal/landelijk
Europees Parlement Internationaal/continentaal
Slide 10 - Tekstslide
Democratie
betekent dat het volk invloed heeft op bepaalde besluiten.
Directe democratie:
inwoners mogen zelf stemmen, bijvoorbeeld bij een referendum.
Indirecte democratie
: inwoners kiezen volksvertegenwoordigers die namens hen beslissingen nemen.
Slide 11 - Tekstslide
Referendum
een volksstemming over een belangrijk onderwerp.
Slide 12 - Tekstslide
Kiesrecht
Actief kiesrecht
: Het recht om te mogen stemmen.
Passief kiesrecht
: Het recht om je verkiesbaar te stellen.
Slide 13 - Tekstslide
Lijsttrekker
Belangrijkste vrouw of man van een politieke partij in verkiezingstijd.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Links
Actieve overheid
: verschil tussen arm en rijk moet kleiner worden.
Opkomen voor zwakkeren
in de samenleving
Slide 16 - Tekstslide
Rechts
Passieve overheid:
burgers moeten zoveel mogelijk voor zichzelf zorgen en niet verwachten dat de overheid alles regelt.
Voor werk en inkomen zijn mensen
zelf verantwoordelijk
.
Slide 17 - Tekstslide
Midden
Rechtse en linkse stanpunten.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Politieke stroming
:
verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.
Slide 20 - Tekstslide
3 politieke stromingen:
Liberalisme
Sociaal-democratie
Christen-democratie
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
1. Liberalisme
Economische vrijheid
: zo min mogelijk regels voor bedrijven.
Persoonlijke vrijheid:
vrijheid om te leven zoals jij wil. (Voor het homohuwelijk en abortus)
Criminaliteit
streng aanpakken
Slide 23 - Tekstslide
2. Sociaal-democratie
Solidariteit
: verbondenheid met mensen die het minder hebben.
Gelijkwaardigheid
: Er moet minder ongelijkheid komen.
Geld, kennis en macht moeten eerlijker worden verdeeld.
Slide 24 - Tekstslide
3. Christen-democratie
Christelijk geloof:
de Bijbel als uitgangspunt.
Naastenliefde
: elkaar helpen in goede en slechte tijden.
Slide 25 - Tekstslide
Compromissen
Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven.
Slide 26 - Tekstslide
Doelen
Je kan het verschil tussen links en rechtse partijen uitleggen.
Je kan vertellen op welke overheidsorganen men kan stemmen
Je kan het verschil tussen de drie politieke stromingen opnoemen.
(mavo) 3. Je kan uitleggen wat een compromis is.
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag!
§ 2 + 3
Ben je klaar? Werk dan verder.
Slide 28 - Tekstslide
https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=SJ5qAQu69EmX-KiDUhZOWI6wbIlrMYNDkCveR7wyzRBUNTVUWVVOTEdUWjFXSk1LV0ZYSzJXRjhIUS4u
Slide 29 - Tekstslide
https:
Slide 30 - Link
Meer lessen zoals deze
3. Politieke partijen en -stromingen
Januari 2017
- Les met
22 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
Politiek en beleid: Politieke partijen en stromingen
Mei 2016
- Les met
19 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Les met
45 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Les met
42 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
1.3 Deel 2: Liberalen, conservatieven en confessionelen
Maart 2019
- Les met
24 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Parlementaire democratie: politieke partijen
Augustus 2021
- Les met
18 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Parlementaire democratie: politieke partijen
Juli 2021
- Les met
18 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
H2: Politieke actoren
September 2024
- Les met
42 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Seneca Burgerschap