1.1 Start Economie + voor niks gaat de zon op

Hoera, we mogen weer....
we mogen weer naar school
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoera, we mogen weer....
we mogen weer naar school

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

  • Herhaling
  • Som bespreken
  • Voor niks gaat de zon op

Slide 2 - Tekstslide

Manier van werken
  • Twee lessen per week
  • Vooraf nieuwe lesstof doornemen
  • Korte instructie in de les (presentaties in teams)
  • Opdrachten maken in de les
  • Aanvullende opdrachten als huiswerk maken
  • Gemaakt huiswerk zelf nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent economie?
A
Geldkunde
B
Bezunigingskunde
C
Huishoudkunde
D
Begrotingskunde

Slide 4 - Quizvraag

Economie is een
A
exact vak
B
maatschappij vak
C
een taal
D
een kunstvak

Slide 5 - Quizvraag

Economie ...
A
... gaat alleen maar over geld
B
... gaat over keuzes maken
C
... gaat over mensen

Slide 6 - Quizvraag

Economie
  • We hebben niet genoeg tijd en geld om alles te doen of te kopen wat we willen.
  • Daarom moeten we keuzes maken
     
  • Economie is de wetenschap die bestudeert hoe mensen keuzes maken en wat de gevolgen van die keuzes zijn voor de maatschappij.  

Slide 7 - Tekstslide

Economie
Het draait dus om keuzes van: mensen/bedrijven/land  
  • Wel/niet kopen
  • Wel/niet sparen
  • Wel/niet werken
  • Loondienst/eigen bedrijf  
  • Meer winst maken

Slide 8 - Tekstslide

Economie
Maar bij economie kijken we ook naar vragen als:
  • Waarom is de rente op mijn spaargeld zo laag?
  • Wat betekent de oorlog in Oekraïne voor mij?
  • Waarom is de inflatie zo hoog?

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

1.1 voor niks gaat de zon op

Slide 11 - Tekstslide

Productiefactoren
Middelen die je nodig hebt om te kunnen produceren:
  • Kapitaal   (rente)
  • Arbeid       (loon)
  • Natuur       (huur/rente)
  • Ondernemerschap (winst)

Slide 12 - Tekstslide

Goederen en diensten
Wat is het verschil?
  • Goed: tastbaar
  • Dienst: niet tastbaar

Slide 13 - Tekstslide

Schaarste
  • Schaarse middelen:  productiefactoren nodig om erover te beschikken.

Schaars: 
  • Middelen zijn beperkt aanwezig
  • Middelen zijn alternatief aanwendbaar 

Slide 14 - Tekstslide

Is schaarste hetzelfde als zeldzaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Vrij goed
Goederen waar geen productiefactoren voor nodig zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Vrij goed
Schaars goed
Zonlicht
Bomen
Goud
Zoutwater
Papier

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide