Woensdag 1 december

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Goedemorgen! 

Goed dat je er bent.

 

• Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag. 
• Lever je mobiel in. 

jeugdjournaal.nl

1e lesuur:

8.45 - 9.30

Nederlands

Aan de slag!

2e lesuur:

9.30 - 10.15

Economie

Lesdoel

In deze paragraaf leer je hoe je de winst of het verlies van een winkelier kunt uitrekenen.

Omzet

Omzet= De verkoopopbrengst in een periode.

Verkoopopbrengst =Ontvangen geld door de verkoop van producten.

De stijging van omzet kun je uitdrukken in %:

nieuwe omzet - oude omzet = stijging in geld

stijging in geld : oude omzet x 100 = stijging in  %

dus: nieuw - oud : oud x 100

Inkoopwaarde 

inkoopwaarde= De inkoopprijs van de verkochte producten.

Let op: het gaat hier om de inkoopprijzen van de producten die VERKOCHT zijn (dus niet ingekocht).

Voorbeeld inkoopwaarde 

Sarah koopt 1 mei 2021  600 sieraden in die per stuk 6,50 kosten. Op 31 mei heeft ze nog 250 sieraden over. 

Vraag 1: Hoeveel heeft ze verkocht in de maand mei?

600 - 250 = ...

Vraag 2: Wat is de inkoopwaarde in de maand mei?

6,50 x 350 = ...

De inkoopwaarde druk je als volgt uit in procenten

van de omzet:

• deel de inkoopwaarde door de omzet;

• vermenigvuldig de uitkomst met 100.

dus zo: (inkoopwaarde : omzet)  x 100 = % inkoopwaarde

Brutowinst 

Brutowinst = Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde.

De brutowinst druk je als volgt uit in procenten

van de omzet:

• deel de brutowinst door de omzet;

• vermenigvuldig de uitkomst met 100.

dus zo: (brutowinst: omzet) x 100 % brutowinst

Nettowinst 

Nettowinst= Het bedrag dat overblijft als de bedrijfskosten zijn

afgetrokken van de brutowinst.

De nettowinst druk je als volgt uit in procenten

van de omzet:

• deel de nettowinst door de omzet;

• vermenigvuldig de uitkomst met 100.

dus zo: (nettowinst: omzet) x 100 % nettowinst

Bedrijfskosten

Bedrijfskosten= Alles wat een bedrijf betaalt voor de productie van goederen en diensten.

(Huurkosten, personeelskosten, energiekosten, autokosten).

Berekening: 

Bedrijfskosten : omzet x 100 = 

De bedrijfskosten druk je als volgt uit in procenten

van de omzet:

• deel de bedrijfskosten door de omzet;

• vermenigvuldig de uitkomst met 100.

dus zo: (bedrijfskosten : omzet) x 100 = % bedrijfskosten

Verlies 

Als de kosten meer zijn dan de opbrengst, dan spreken we van een verlies.

Aan de slag!

Pauze

10.15 - 10.30

3e lesuur:

10.30 - 11.15

Engels

C: Celebrity surprise

How many paragraphs does 'Celebrity surprise' have?

How many paragraphs
does 'Celebrity
surprise' have?

1. 5
2. 6
3. 7

With the help of an
American talk show
Adele went undercover.

1. true
2. false

David did
everything Ellen
told him to do.

1. true
2. false

Katy was invited
to five birthdays
parties for her music video.

1. true
2. false

Aan de slag!

4e lesuur:

11.15 - 12.00

Aardrijkskunde

Start

De eeuw van Azië

Azië is het grootste werelddeel op aarde.

De landen die horen bij het Midden-Oosten, liggen officieel ook in Azië. 

Het Midden-Oosten is namelijk een gebied in Azië.

Op de kaart zie je dat Rusland voor een deel in Azië ligt.

Het andere deel van Rusland ligt in Europa.

Aan de slag!

Pauze

12.00 - 12.20

5e lesuur:

12.30 - 13.15

Biologie

Het ademhalingsstelsel

Voor verbranding hebben de cellen van je lichaam zuurstof nodig.

Die zuurstof adem je in met lucht.

Als je inademt, stroomt lucht met zuurstof naar je longen.

De longen zijn organen van het ademhalingsstelsel.

neusholte

mondholte

keelholte

strottenhoofd

luchtpijp

bronchie

long

longblaasjes

Meestal adem je door je neus. Dit noem je de neusademhaling.

Aan de slag!

14.00 - 14.30

SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Afsluiting

5e en 6e lesuur:

12.40 - 14.30

Techniek De Diken

Groep A

Rikky

Lisanne

John

Sharif

Kevin

Wick

Groep B

Ryan

Tim

Themoty

Ylonka

Joeri