Lesdoel: ik gebruik alle lestijd om mij voor te bereiden voor het proefwerk volgende week
Welke oefeningen?
Wat moet je daarvoor kunnen/kennen?
Reading (ook in het proefwerk volgende week)
Slide 3 - Tekstslide
Welke oefeningen?
Maak 5 logische, Engelse zinnen met de volgende woorden. De nadruk ligt op woordbegrip
Pleasant
To share
Huge
Slide 4 - Tekstslide
Welk woord hoort bij welke definitie?
Voor deze oefening is het dus nodig dat je weet wat de woorden betekenen, zodat je ze kan matchen met de omschrijving. Bijvoorbeeld
A sweet food made with a mixture of flour, eggs, fat and sugar
Slide 5 - Tekstslide
Welke grammatica oefening?
Comparisons (vergelijkingen), maak de e-mail af. Gebruik de woorden tussen haakjes om comparisons mee te maken.
Example: The weather forecast says it's the (1. cold) day of the year
Rio de Janeiro, is the (2.beautiful) city in the world.
Slide 6 - Tekstslide
Present continuous of present simple
Maak de zinnen af. Gebruik een Present continuous vorm of de present simple. Let op: Kijk goed naar de zin wat voor tijd er naar voren komt.
Example: What is Armageddon doing? - He (to talk).
Timo is sometimes (to talk), but right now he (to listen).
Slide 7 - Tekstslide
Bij present continuous
Gebeurt iets nu, dit blijkt uit de woorden "at the moment" of "right now" of als er soms in de zin gesproken wordt over iets wat nu aan de gang is. Bijvoorbeeld: What is he doing?
Present simple gebruik je bij feiten, rituelen en gewoontes. Dit blijkt uit de woorden: usually, always, never, on Mondays