2.2 Waar heb je recht op?

Terugblik 2.1
Je kunt een prijsverschil in % berekenen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Terugblik 2.1
Je kunt een prijsverschil in % berekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Oefenvraag
Hoeveel is de Vespa (€4500) duurder dan de NIU N1S(€1750) in procenten?

Na het woordje DAN = gelijk aan 100%
NIU N1S = 100 procent.

Slide 2 - Tekstslide

Bij wehkamp kost een wasmachine €599, bij Bol.com €699. Met hoeveel procent is Bol duurder dan Wehkamp?

Slide 3 - Tekstslide

Oefenvraag
Hoeveel is de Vespa (€4500) duurder dan de NIU N1S(€1750) in procenten?

Na het woordje DAN = gelijk aan 100%
NIU N1S = 100 procent.
100: 1750 x 4500 = 257,14 - 100% = 157,14% afgerond 157,1%

Slide 4 - Tekstslide

2 Wat voor consument ben jij?
2.2 Waar heb je recht op?

Slide 5 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op?
  • Ik kan 2 wetten benoemen die de consument beschermen tegen onveilige producten.
  • Ik kan 2 wetten benoemen die de consument bedenktijd geven bij bepaalde aankopen.
  • Ik kan 3 instanties opsommen die consumenten hun rechten verdedigen.

Slide 6 - Tekstslide

Waar heb je recht op als je een product koopt?

Slide 7 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op
Consumentenrecht
Verzameling wetten en regels die de consument beschermen bij aankoop van een product.
Consumentenrecht geldt niet als je van een particulier koopt.

Je hebt altijd recht op:
  • Recht op deugdelijk product (correcte levensduur bij normaal gebruik)
  • Recht op 2 jaar garantie


Slide 8 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op
Consumentenrecht
Je wordt beschermd tegen onveilige producten:
  • De Warenwet beschermt jouw gezondheid en veiligheid.
  • De Wet productaansprakelijkheid beschermt je tegen gevolgschade.

14 dagen bedenktijd in bepaalde situaties:
  • De Wet koop op afstand (aankopen via internet, telefoon, bonnen in de krant, ...)
  • De Colportagewet (aankopen aan de deur, op straat of bij demontstaties van meer dan € 50)


Slide 9 - Tekstslide

Welke wet is van toepassing als je iets via internet koopt?

A
Warenwet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product aansprakelijkheid
D
Colportagewet

Slide 10 - Quizvraag

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?
A
Colportagewet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Koop aan de deur wet

Slide 11 - Quizvraag

Welke wet is van toepassing als je iets via internet koopt?

A
Warenwet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product aansprakelijkheid
D
Colportagewet

Slide 12 - Quizvraag

Mandy haalt eten bij de snackbar en vindt dat de hygiënische omstandigheden daar slecht zijn. Mandy dient een klacht in. Welke wet wordt hier misschien overtreden?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 13 - Quizvraag

Wat valt niet onder de Colportagewet?
A
avondje bij de buren waarop een vertegenwoordigster cosmetica verkoopt
B
verkopen tijdens een georganiseerde boottocht
C
huis aan huis verkopen
D
verkopen tijdens een goede doelendag op school

Slide 14 - Quizvraag

Geldt het Consumentenrecht ook als je iets koopt via Marktplaats?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Plots ontploft jouw telefoon op je nachtkastje en vliegt het kastje in brand. Welke wet beschermt je?
A
Warenwet
B
Wet productaansprakelijkheid
C
Colportagewet
D
Wet deugdelijk product

Slide 16 - Quizvraag

2.2 Waar heb je recht op?
  • Ik kan 2 wetten benoemen die de consument beschermen tegen onveilige producten.
  • Ik kan 2 wetten benoemen die de consument bedenktijd geven bij bepaalde aankopen.
  • Ik kan 3 instanties opsommen die consumenten hun rechten verdedigen.

Slide 17 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op
Toezicht bedrijven
  • NVWA Nederlandse voedsel- en warenautoriteit
  • ACM Autoriteit Consument en Markt:
                   1. bedrijven moet consumenten eerlijk behandelen
                  2. bedrijven moeten eerlijk met elkaar concurreren
  • De Geschillencommissie:
                   1. Klacht consument over leverancier.
                  2. Uitspraak is bindend.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide