Hoofdstuk 3: paragraaf 3.1

Verkoopcijfers
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkoopcijfersMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verkoopcijfers

Slide 1 - Tekstslide

Een winkelier koopt een partij goederen in. De inkoopfactuurprijs is € 17.493,-. Voor de berekening van het btw-bedrag van dat artikel geldt het h-tarief. De winkelier verwacht op die partij een brutowinstmarge van 30% te realiseren.
Bereken de verwachten omzet van de partij goederen in euro's. (afronden op 2 decimalen nauwkeurig).

Slide 2 - Open vraag

Hoe heet het begrip wanneer de brutowinst in procenten is van de inkoopprijs?
A
Brutowinst
B
Brutowinstopslag
C
Brutowinstmarge
D
Brutowinstaftrek

Slide 3 - Quizvraag

Totaalbedrag waarvoor de verkochte artikelen zijn ingekocht, exclusief btw.
Totaalbedrag waarvoor de artikelen zijn ingekocht, inclusief btw.
De btw die je betaalt aan leveranciers en die je terugontvangt van de Belastingdienst.
De btw die je ontvangt van klanten en die je moet afdragen aan de belastingdienst
Inkoopfactuurprijs
Inkoopwaarde van de omzet 
Voorbelasting
Verschuldigde omzetbelasting

Slide 4 - Sleepvraag


Hieronder zie je het nettowinstschema. Wat moet er op plek 1 komen te staan?
A
Afzet
B
Exploitatiekosten
C
Inkoopwaarde van de omzet
D
Omzetbelasting

Slide 5 - Quizvraag


Hieronder zie je het nettowinstschema. Wat moet er op plek 2 komen te staan?
A
Afzet
B
Exploitatiekosten
C
Inkoopwaarde van de omzet
D
Omzetbelasting

Slide 6 - Quizvraag

Van een artikel is bekend dat de inkoopprijs € 19,75 en de verkoopprijs € 55,00 is. Bereken de brutowinstoplag van dat artikel in een percentage van de inkoopprijs (afronden op één decimaal nauwkeurig).

Slide 7 - Open vraag

Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 34,95. De btw is het hoge tarief.
Hoeveel btw betaalt de klant voor dit product?
A
€7,35
B
€6,07
C
€5,49
D
€6,65

Slide 8 - Quizvraag

In een tassenwinkel is de omzet van het afgelopen jaar
€120.000. De ondernemer gaat uit van een brutowinstmarge van 30% van de omzet. Hoe groot is de inkoopwaarde van de omzet?

Slide 9 - Open vraag

Een winkelier heeft in een bepaalde periode € 25.600 aan btw ontvangen. In dezelfde periode heeft hij € 14.230 aan btw betaald. Hoeveel moet hij aan omzetbelasting afdragen?

Slide 10 - Open vraag

De heer M. Rutten, eigenaar van een groentespeciaalzaak, streeft naar een gemiddelde brutowinstopslag van 40% op de artikelen uit de “saladebar”. De inkoopprijs van een koolsalade is €3,38 per kilo. Wat is de verkoopprijs van deze salade per kg in euro's? (afronden op 2 decimalen nauwkeurig).

Slide 11 - Open vraag

Lage belastingtarief
9%
Hoge belastingtarief
21%

Slide 12 - Sleepvraag

Wat moet er op de puntjes komen te staan?
A
Omzet
B
Nettowinst
C
Winst
D
Verkoopprijs

Slide 13 - Quizvraag

Een hoge omzet zorgt automatisch voor een hoge brutowinst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Van een doucheset zijn de volgende gegevens bekend:
• de consumentenprijs is € 64,95
• het brutowinstpercentage is 62% van de inkoopprijs
• voor de btw geldt het h-tarief

Bereken de inkoopprijs (afronden op 2 decimalen nauwkeurig)
A
€33,13
B
€53,67
C
€48,15
D
€40,27

Slide 15 - Quizvraag

Wat kan je doen om de exploitatiekosten te verlagen?

Slide 16 - Open vraag

Hoofdstuk 3
Paragraaf 1
Inzicht in cijfers

Slide 17 - Tekstslide

Waarom zou je als bedrijf
gegevens willen verzamelen?

Slide 18 - Woordweb

Gegevens!? Wat voor gegevens?

Slide 19 - Tekstslide

Interne gegevens 
= Gegevens van je eigen bedrijf
  • Omzet
  • Aantal m2 winkelvloeroppervlakte
  • Prijzen
  • Vertrouwelijk
Externe gegevens 
= Gegevens van anderen
  • Technische ontwikkelingen
  • Inwonersaantallen
  • Branchespecifieke informatie
  • Betrouwbare bron

Slide 20 - Tekstslide

  • Kranten en tijdschriften (op papier en digitaal)
  • Websites en nieuwsberichten
  • Via influencers en trendwatchers
  • Verzameld door anderen, zoals het CBS en brancheorganisaties
  • Uitkomsten van enquêtes of analyses van websitebezoek

Waar haal je die gegevens vandaan?

Slide 21 - Tekstslide

Wat ga je met die gegevens doen? 
  • Verzamelen
  • Controleren
  • Verwerken
  • Rangschikken
  • Analyseren

Slide 22 - Tekstslide

Hoe kan je de gegevens verwerken?
Grafiek
Tabel 

Slide 23 - Tekstslide

Gemiddelde berekenen

Slide 24 - Tekstslide

Mandy
6,8
Justin
8,1
Timothy
9,1
Marit
6,2
Donnie
8,7
Jurre
5,6
Resultaten toets 
H3 + H4

Slide 25 - Tekstslide

Resultaten toets 
H3 + H4
Mandy
6,8
Justin
8,1
Timothy
9,1
Marit
6,2
Donnie
8,7
Jurre
5,6

Slide 26 - Tekstslide

Resultaten toets 
H3 + H4
Mandy
6,8
Justin
8,1
Timothy
9,1
Marit
6,2
Donnie
8,7
Jurre
5,6

Slide 27 - Tekstslide

Wat is gemiddelde prijs van een brood?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Ongewogen gemiddelde

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Gewogen gemiddelde

Slide 33 - Tekstslide

Verkoopcijfers

Slide 34 - Tekstslide

I n d e x  c i j f e r s 

Slide 35 - Tekstslide

  • Verhoudingsgetallen
  • Basisjaar = 100 
  • Zijn geen procenten, maar je rekent wel hetzelfde als met procenten
Indexcijfers

Slide 36 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 37 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 38 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 39 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Indexcijfer 2017:

Slide 40 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Indexcijfer 2017:
x 100 = 85,7

Slide 41 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 42 - Tekstslide

Wat is het indexcijfer van jaar 2018?

Slide 43 - Open vraag

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
€ 32
€ 35
x 100 = 91,4

Slide 44 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
€36
€35
x 100 = 102,9

Slide 45 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
2021
€ 34
€34 
€35
x 100 = 97,1

Slide 46 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
85,7
2018
91,4
2019
€ 35
100 
2020
102,9
2021
97,1
Wat was de prijs in 2018? 

Slide 47 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
85,7
2018
91,4
2019
€ 35
100 
2020
102,9
2021
97,1
Wat was de prijs in 2018? 

Slide 48 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
85,7
2018
91,4
2019
€ 35
100 
2020
102,9
2021
97,1
Wat was de prijs in 2018? 
€35
€0,35
€31,99
Indexcijfer
100
1
91,4

Slide 49 - Tekstslide

Procentuele
verandering

Slide 50 - Tekstslide

Vergelijken met basisjaar                        > Indexcijfer
Vergelijken tussen de jaren onderling > Procentuele verandering 

Slide 51 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
Procentuele verandering
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
2021
€ 34

Slide 52 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
Procentuele verandering
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
2021
€ 34
Wat is de procentuele verandering van 2020 t.o.v het jaar daarvoor?

Slide 53 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
Procentuele verandering
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
+ 2,9%
2021
€ 34
€36 - €35 
      €35 
x 100% = 2,9%

Slide 54 - Tekstslide

Soorten indexcijfers

Slide 55 - Tekstslide