In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Verkoopcijfers
Slide 1 - Tekstslide
Een winkelier koopt een partij goederen in. De inkoopfactuurprijs is € 17.493,-. Voor de berekening van het btw-bedrag van dat artikel geldt het h-tarief. De winkelier verwacht op die partij een brutowinstmarge van 30% te realiseren. Bereken de verwachten omzet van de partij goederen in euro's. (afronden op 2 decimalen nauwkeurig).
Slide 2 - Open vraag
Hoe heet het begrip wanneer de brutowinst in procenten is van de inkoopprijs?
A
Brutowinst
B
Brutowinstopslag
C
Brutowinstmarge
D
Brutowinstaftrek
Slide 3 - Quizvraag
Totaalbedrag waarvoor de verkochte artikelen zijn ingekocht, exclusief btw.
Totaalbedrag waarvoor de artikelen zijn ingekocht, inclusief btw.
De btw die je betaalt aan leveranciers en die je terugontvangt van de Belastingdienst.
De btw die je ontvangt van klanten en die je moet afdragen aan de belastingdienst
Inkoopfactuurprijs
Inkoopwaarde van de omzet
Voorbelasting
Verschuldigde omzetbelasting
Slide 4 - Sleepvraag
Hieronder zie je het nettowinstschema. Wat moet er op plek 1 komen te staan?
A
Afzet
B
Exploitatiekosten
C
Inkoopwaarde van de omzet
D
Omzetbelasting
Slide 5 - Quizvraag
Hieronder zie je het nettowinstschema. Wat moet er op plek 2 komen te staan?
A
Afzet
B
Exploitatiekosten
C
Inkoopwaarde van de omzet
D
Omzetbelasting
Slide 6 - Quizvraag
Van een artikel is bekend dat de inkoopprijs € 19,75 en de verkoopprijs € 55,00 is. Bereken de brutowinstoplag van dat artikel in een percentage van de inkoopprijs (afronden op één decimaal nauwkeurig).
Slide 7 - Open vraag
Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 34,95. De btw is het hoge tarief. Hoeveel btw betaalt de klant voor dit product?
A
€7,35
B
€6,07
C
€5,49
D
€6,65
Slide 8 - Quizvraag
In een tassenwinkel is de omzet van het afgelopen jaar €120.000. De ondernemer gaat uit van een brutowinstmarge van 30% van de omzet. Hoe groot is de inkoopwaarde van de omzet?
Slide 9 - Open vraag
Een winkelier heeft in een bepaalde periode € 25.600 aan btw ontvangen. In dezelfde periode heeft hij € 14.230 aan btw betaald. Hoeveel moet hij aan omzetbelasting afdragen?
Slide 10 - Open vraag
De heer M. Rutten, eigenaar van een groentespeciaalzaak, streeft naar een gemiddelde brutowinstopslag van 40% op de artikelen uit de “saladebar”. De inkoopprijs van een koolsalade is €3,38 per kilo. Wat is de verkoopprijs van deze salade per kg in euro's? (afronden op 2 decimalen nauwkeurig).
Slide 11 - Open vraag
Lage belastingtarief
9%
Hoge belastingtarief
21%
Slide 12 - Sleepvraag
Wat moet er op de puntjes komen te staan?
A
Omzet
B
Nettowinst
C
Winst
D
Verkoopprijs
Slide 13 - Quizvraag
Een hoge omzet zorgt automatisch voor een hoge brutowinst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Van een doucheset zijn de volgende gegevens bekend: • de consumentenprijs is € 64,95 • het brutowinstpercentage is 62% van de inkoopprijs • voor de btw geldt het h-tarief
Bereken de inkoopprijs (afronden op 2 decimalen nauwkeurig)
A
€33,13
B
€53,67
C
€48,15
D
€40,27
Slide 15 - Quizvraag
Wat kan je doen om de exploitatiekosten te verlagen?
Slide 16 - Open vraag
Hoofdstuk 3
Paragraaf 1
Inzicht in cijfers
Slide 17 - Tekstslide
Waarom zou je als bedrijf gegevens willen verzamelen?
Slide 18 - Woordweb
Gegevens!? Wat voor gegevens?
Slide 19 - Tekstslide
Interne gegevens
= Gegevens van je eigen bedrijf
Omzet
Aantal m2 winkelvloeroppervlakte
Prijzen
Vertrouwelijk
Externe gegevens
= Gegevens van anderen
Technische ontwikkelingen
Inwonersaantallen
Branchespecifieke informatie
Betrouwbare bron
Slide 20 - Tekstslide
Kranten en tijdschriften (op papier en digitaal)
Websites en nieuwsberichten
Via influencers en trendwatchers
Verzameld door anderen, zoals het CBS en brancheorganisaties
Uitkomsten van enquêtes of analyses van websitebezoek
Waar haal je die gegevens vandaan?
Slide 21 - Tekstslide
Wat ga je met die gegevens doen?
Verzamelen
Controleren
Verwerken
Rangschikken
Analyseren
Slide 22 - Tekstslide
Hoe kan je de gegevens verwerken?
Grafiek
Tabel
Slide 23 - Tekstslide
Gemiddelde berekenen
Slide 24 - Tekstslide
Mandy
6,8
Justin
8,1
Timothy
9,1
Marit
6,2
Donnie
8,7
Jurre
5,6
Resultaten toets
H3 + H4
Slide 25 - Tekstslide
Resultaten toets
H3 + H4
Mandy
6,8
Justin
8,1
Timothy
9,1
Marit
6,2
Donnie
8,7
Jurre
5,6
Slide 26 - Tekstslide
Resultaten toets
H3 + H4
Mandy
6,8
Justin
8,1
Timothy
9,1
Marit
6,2
Donnie
8,7
Jurre
5,6
Slide 27 - Tekstslide
Wat is gemiddelde prijs van een brood?
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Ongewogen gemiddelde
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Gewogen gemiddelde
Slide 33 - Tekstslide
Verkoopcijfers
Slide 34 - Tekstslide
I n d e x c i j f e r s
Slide 35 - Tekstslide
Verhoudingsgetallen
Basisjaar = 100
Zijn geen procenten, maar je rekent wel hetzelfde als met procenten
Indexcijfers
Slide 36 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
2018
€ 32
2019
€ 35
2020
€ 36
2021
€ 34
Slide 37 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
2018
€ 32
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Slide 38 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
2018
€ 32
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Slide 39 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
2018
€ 32
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Indexcijfer 2017:
Slide 40 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
2018
€ 32
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Indexcijfer 2017:
x 100 = 85,7
Slide 41 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
85,7
2018
€ 32
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Slide 42 - Tekstslide
Wat is het indexcijfer van jaar 2018?
Slide 43 - Open vraag
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
€ 32
€ 35
x 100 = 91,4
Slide 44 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
€36
€35
x 100 = 102,9
Slide 45 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
2021
€ 34
€34
€35
x 100 = 97,1
Slide 46 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
85,7
2018
91,4
2019
€ 35
100
2020
102,9
2021
97,1
Wat was de prijs in 2018?
Slide 47 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
85,7
2018
91,4
2019
€ 35
100
2020
102,9
2021
97,1
Wat was de prijs in 2018?
Slide 48 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
2017
85,7
2018
91,4
2019
€ 35
100
2020
102,9
2021
97,1
Wat was de prijs in 2018?
€
€35
€0,35
€31,99
Indexcijfer
100
1
91,4
Slide 49 - Tekstslide
Procentuele
verandering
Slide 50 - Tekstslide
Vergelijken met basisjaar > Indexcijfer
Vergelijken tussen de jaren onderling > Procentuele verandering
Slide 51 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
Procentuele verandering
2017
€ 30
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
2021
€ 34
Slide 52 - Tekstslide
Jaar
Prijs
Indexcijfer
Procentuele verandering
2017
€ 30
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
2021
€ 34
Wat is de procentuele verandering van 2020 t.o.v het jaar daarvoor?