Verkoopcijfers

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Waarom zou je als bedrijf
gegevens willen verzamelen?

Gegevens!? Wat voor gegevens?

Interne gegevens 

= Gegevens van je eigen bedrijf

• Omzet
• Aantal m2 winkelvloeroppervlakte
• Prijzen
• Vertrouwelijk

Externe gegevens 

= Gegevens van anderen

• Technische ontwikkelingen
• Inwonersaantallen
• Branchespecifieke informatie
• Betrouwbare bron

• Kranten en tijdschriften (op papier en digitaal)
  
• Websites en nieuwsberichten
  
• Via influencers en trendwatchers
  
• Verzameld door anderen, zoals het CBS en brancheorganisaties
  
• Uitkomsten van enquêtes of analyses van websitebezoek
  

Waar haal je die gegevens vandaan?

Wat ga je met die gegevens doen? 

• Verzamelen
  
• Controleren
  
• Verwerken
  
• Rangschikken
  
• Analyseren
  

Hoe kan je de gegevens verwerken?

Grafiek

Tabel 

Een winkelier koopt een partij goederen in. De inkoopfactuurprijs is € 17.493,-. Voor de berekening van het btw-bedrag van dat artikel geldt het h-tarief. De winkelier verwacht op die partij een brutowinstmarge van 30% te realiseren.
Bereken de verwachten omzet van de partij goederen in euro's. (afronden op 2 decimalen nauwkeurig).

Hoe heet het begrip wanneer de brutowinst in procenten is van de inkoopprijs?

1. Brutowinst
2. Brutowinstopslag
3. Brutowinstmarge
4. Brutowinstaftrek

Totaalbedrag waarvoor de verkochte artikelen zijn ingekocht, exclusief btw.

Totaalbedrag waarvoor de artikelen zijn ingekocht, inclusief btw.

De btw die je betaalt aan leveranciers en die je terugontvangt van de Belastingdienst.

De btw die je ontvangt van klanten en die je moet afdragen aan de belastingdienst

Inkoopfactuurprijs

Inkoopwaarde van de omzet 

Voorbelasting

Verschuldigde omzetbelasting

Hieronder zie je het nettowinstschema. Wat moet er op plek 1 komen te staan?

1. Afzet
2. Exploitatiekosten
3. Inkoopwaarde van de omzet
4. Omzetbelasting

Hieronder zie je het nettowinstschema. Wat moet er op plek 2 komen te staan?

1. Afzet
2. Exploitatiekosten
3. Inkoopwaarde van de omzet
4. Omzetbelasting

Van een artikel is bekend dat de inkoopprijs € 19,75 en de verkoopprijs € 55,00 is. Bereken de brutowinstoplag van dat artikel in een percentage van de inkoopprijs (afronden op één decimaal nauwkeurig).

Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 34,95. De btw is het hoge tarief.
Hoeveel btw betaalt de klant voor dit product?

1. €7,35
2. €6,07
3. €5,49
4. €6,65

In een tassenwinkel is de omzet van het afgelopen jaar
€120.000. De ondernemer gaat uit van een brutowinstmarge van 30% van de omzet. Hoe groot is de inkoopwaarde van de omzet?

Een winkelier heeft in een bepaalde periode € 25.600 aan btw ontvangen. In dezelfde periode heeft hij € 14.230 aan btw betaald. Hoeveel moet hij aan omzetbelasting afdragen?

De heer M. Rutten, eigenaar van een groentespeciaalzaak, streeft naar een gemiddelde brutowinstopslag van 40% op de artikelen uit de “saladebar”. De inkoopprijs van een koolsalade is €3,38 per kilo. Wat is de verkoopprijs van deze salade per kg in euro's? (afronden op 2 decimalen nauwkeurig).

Lage belastingtarief

9%

Hoge belastingtarief

21%

Wat moet er op de puntjes komen te staan?

1. Omzet
2. Nettowinst
3. Winst
4. Verkoopprijs

Een hoge omzet zorgt automatisch voor een hoge brutowinst.

1. Waar
2. Niet waar

Van een doucheset zijn de volgende gegevens bekend:
• de consumentenprijs is € 64,95
• het brutowinstpercentage is 62% van de inkoopprijs
• voor de btw geldt het h-tarief

Bereken de inkoopprijs (afronden op 2 decimalen nauwkeurig)

1. €33,13
2. €53,67
3. €48,15
4. €40,27

Wat kan je doen om de exploitatiekosten te verlagen?

Het rijtje

Consumentenprijs

BTW                                    -/-

Verkoopprijs

Inkoopprijs                      -/-

Brutowinst

Kosten                             -/-

Nettoresultaat

Brutowinst

• Brutowinstopslag
• Brutowinstmarge 

Brutowinstopslag

Brutowinstmarge

BTW

Formule

Af te dragen omzetbelasting = ontvangen btw − betaalde btw

De verkoopprijs inclusief btw noemen we ook wel de:

1. inkoopfactuurprijs
2. verkoopkosten
3. verkoopprijs
4. consumentenprijs

De prijs die de detaillist betaalt aan de groothandel noemen we de:

1. verkoopprijs
2. inkoopfactuurprijs
3. fabricagekosten
4. inkoopprijs

De nettowinst bereken je als volgt:

1. inkoopprijs + brutomarge
2. commerciele kostprijs + winstopslag
3. brutowinst - kosten
4. omzet - inkoopkosten

De verkoopprijs bereken je als volgt:

1. inkoopprijs + brutowinst
2. brutowinst - overige kosten
3. omzet - inkoop
4. inkoopprijs + btw

Tabel 1 of 2?

VerkoopPrijs		100%
Inkoop (IWO)		80%
Brutowinst		20%

VerkoopPrijs		220%
Inkoop(IWO)		100
Brutowinst		120

Bijv.: teksten waarbij staat 20% van de Verkoopprijs

Bijv.: teksten waarbij staat 120% bovenop de Inkoopprijs

Verkoopprijs is 100%

Inkoopprijs is 100%

Jan doet 15% brutowinst bovenop zijn inkoopprijs

15 % van de verkoopprijs is brutowinst

Jan heeft een winstopslag van 50%

50% van der verkoopprijs is brutowinst

Bruto naar Nettowinst

Brutowinst - exploitatiekosten = Nettowinst

De omzet van de kledingwinkel van Klaas is EUR 35.000, de inkoopwaarde is EUR 15.000 en de kosten zijn EUR 7.500. De brutowinst is:

1. 20.000
2. 12.500
3. 2.500
4. 75.000

Brutowinst-

opslag

Brutowinst-

marge

28% van de inkoopprijs

10% van de verkoopprijs

Een fiets heeft een verkoopprijs van EUR 895. De brutowinstopslag is 35%. Bereken de inkoopprijs:

Een Loungeset heeft een consumentenprijs van EUR 499,
btw is 21%. De brutowinsmarge is 30%. Wat is de inkoopprijs:

Remy heeft een consumenten omzet van 350000,-(btw H). Zijn exploitatiekosten zijn 25000,-. Hij heeft een winstopslag 125%.
A: Wat is Remy z'n nettowinst?

1. 64220,2
2. 321100,9
3. 230000
4. 135697,89

350000/121*100= 289256,19 / 225 * 125= 160697,88 (brutowinst) - 25000 (kosten)=      135697,88

Remy heeft een consumenten omzet van 350000,-(btw H). Zijn exploitatiekosten zijn 25000,-. Hij heeft een winstopslag 125%.

 

A: Wat is Remy z'n nettowinst?

B: Wat is Remy z'n IWO?

Wat is een formule om de brutowinst te berekenen?

Inkooprijs: 180 euro
Verkooprijs: 245 euro

A. Hoeveel is de brutowinst per stuk?
B. Hoeveel is de brutowinst als percentage van de inkoopprijs?

Berekenen van de brutowinst

- Inkoopwaarde: 50.000,-
- Omzet: 110.000,0
A. Wat is de brutowinst?
B. Wat is de brutowinstopslag?

De inkoopprijs is 100 euro en de winkel wil rekenen met een brutowinstopslag van 25%. Wat is de verkoopprijs?