In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Herhaling
Paragraaf 1 en 2
Pak je laptop!
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik waterkringloop
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer water verandert van vloeibaar naar gasvormig is er sprake van:
A
Neerslag
B
Bevriezing
C
Verdamping
D
Verstening
Slide 3 - Quizvraag
timer
1:00
Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Gemengde rivier
Regenrivier
Gletsjerrivier
Slide 4 - Sleepvraag
Herhaling paragraaf 1
Hoe zijn de alpen gevormd?
Wat is het verschil tussen oud en jong gebergte? Wat is het verschil tussen verwering en erosie?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
De aarde in beweging
Langs elkaar (transform)
Naar elkaar toe (convergent)
Van elkaar af (divergent)
Slide 7 - Tekstslide
Hoogste gebergte van Europa
Van zee naar berg
resten van planten en dieren stapelen zich op
Bedekt door zand en steen
Sedimentgesteente
Slide 8 - Tekstslide
Erosie
Afslijten van gebergten
Slide 9 - Tekstslide
Verwering
Het uiteenvallen van gesteenten door het weer en plantengroei
Slide 10 - Tekstslide
Verschillende soorten verwering
Biologische verwering - door levende organismen
Chemische verwering - verwering waarbij de samenstelling verandert
Mechanische/ fysische verwering - verwering waarbij de samenstelling niet verandert
Vorstverwering - verwering door het bevriezen en ontdooien van water
Slide 11 - Tekstslide
Op het plaatje zie de Alpen.
De Alpen ontstonden doordat ...
A
Italië werd richting Europa geduwd
B
de Middellandse Zee in de diepte verdween.
C
er miljoenen jaren lang vulkaanuitbarstingen waren.
D
twee stukken van de aardkorst in de aardmantel verdwenen.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is nu verwering?
Slide 13 - Open vraag
Wat is erosie?
Slide 14 - Open vraag
Wanneer is een gebergte jong?
Slide 15 - Open vraag
Paragraaf 2
Hoe draagt een gletsjer bij aan de afbraak en opbouw van een landschap?
Wat zijn de kenmerken van een bovenloop van de Rijn? Hoe is de waterval van schaffhausen ontstaan?
Basisboek: IJstijden-Gletsjers
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Wat is een gletsjer en hoe ontstaat een gletsjer?
Slide 18 - Open vraag
Zet de cijfers 1 t/m 5 uit figuur 2 onder elkaar op je antwoordblad. Schrijf er de juiste begrippen achter. Kies uit: eindmorene – gletsjer – gletsjerpoort – gletsjerrivier – zijmorene
Slide 19 - Open vraag
Aan het werk
-Poster -Alvast leren voor so?
Maak mindmaps Teken de begrippen Maak een proeftoetsje Leer het BB en WB
Slide 20 - Tekstslide
Paragraaf 3
Op welke manier draagt een rivier bij aan de afbraak en opbouw van een landschap? Waarom en hoe meandert een rivier? Waardoor ontstaat een delta?
Basisboek: verval en verhang-debiet en regiem-rivieren-Breedte-erosie
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
B121 Verval en verhang
Slide 23 - Tekstslide
B121 Verval en verhang
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Firnbekken
Grote gletsjer
Grondmorene
Gletsjerrivier
Kleine gletsjer
Middenmorene
Zijmorene
Slide 26 - Sleepvraag
Hier stroomt het water het hardst
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop
Slide 27 - Quizvraag
Rivieren hebben Nederland opgebouwd door
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie
Slide 28 - Quizvraag
Hier vindt het meeste sedimentatie plaats
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop
Slide 29 - Quizvraag
Erosie vindt plaats in
A
De binnenbocht van een rivier
B
De buitenbocht van een rivier
C
Aan het einde van het rivier
D
Bij de rotsen
Slide 30 - Quizvraag
Het slingeren van een rivier heet
A
Meanderen
B
Rivierslinger
C
Erosie
D
Sedimentatie
Slide 31 - Quizvraag
Een lager gelegen gedeelte tussen 2 hogere stukken heet een
A
Vlakte
B
Plateau
C
Horst
D
Slenk
Slide 32 - Quizvraag
Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel
A
De delta
B
De overloop
C
De einloop
D
Estuarium
Slide 33 - Quizvraag
Mensen willen graag in de Delta wonen omdat
A
Het daar gezellig is
B
Daar veel water is
C
Daar veel steden zijn
D
Het er vruchtbaar is
Slide 34 - Quizvraag
Vroeger woonde men graag aan de Middenloop van de Rijn, omdat
A
Daar de meeste handel werd gedreven
B
Ze daar het best met hun boot konden varen
C
Het daar het mooist is
D
Je daar goed kon vissen
Slide 35 - Quizvraag
Was dit een voorbeeld uit de bovenloop of benedenloop van de rivier?
A
Bovenloop
B
Benedenloop
Slide 36 - Quizvraag
To do:
Maken vragen 1 en 2 van paragraaf 3.
Beginnen met de poster: bekijk de wikiwijs.
Inleveren 30 januari
Proefwerk paragraaf 1 t/m 4: 31 januari Paragraaf 3 komt terug wat je op poster hebt moeten zetten.