In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4
Boeren, heren en monniken
Les 9 - Paragraaf 4.3
Verspreiding van het christendom
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Stel dat Carola Schouten duizend jaar eerder op dezelfde plek was opgegroeid.
Had zij dan ook aan het bestuur kunnen deelnemen?
Slide 3 - Tekstslide
Doelen
Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.
Slide 4 - Tekstslide
Planning
Opening: Carola Schouten
Quiz-vragen
Lezen
Uitleg
Opdrachten
Afsluiting
Slide 5 - Tekstslide
Welke past er niet tussen?
A
Monnik
B
Priester
C
Ridder
D
Missionaris
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat was een leenman NIET?
A
Van adel
B
Een ridder
C
Iemand met een titel als 'hertog' of 'graaf'
D
Een boer
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat past NIET bij het leven van een horige?
A
Pacht betalen aan de domeinheer
B
Gaan en staan waar je wilt
C
Beschermd door domeinheer
D
Herendiensten verrichten
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Lezen
Paragraaf 4.3
Havo:
De standensamenleving
Vwo:
De standensamenleving
5 minuten
Maken
Klaar? Vat de tekst in maximaal 5 kernwoorden samen.
Klaar? Maak online:
Havo: opdracht 10 t/m 13
Vwo: opdracht 12 t/m 15
Slide 12 - Tekstslide
Vat de tekst in 5 kernwoorden samen.
Slide 13 - Open vraag
Standen-samenleving
Sociale verschillen
De een had meer te vertellen dan de ander
Drie standen:
Geestelijkheid
Adel
Boeren
Slide 14 - Tekstslide
Geestelijkheid
Slide 15 - Tekstslide
Geestelijkheid
Adel
Slide 16 - Tekstslide
Geestelijkheid
Boeren
Adel
Slide 17 - Tekstslide
Derde stand - Boeren
Zij die moeten werken.
Dit was het grootste gedeelte van de samenleving. Horige en vrije boeren. Zij hadden weinig te vertellen en leefden van de landbouw.
Tweede stand - Adel
Zij die moeten vechten en beschermen.
Hiertoe behoorden de ridders / de (achter)leenmannen. Mensen met titels als baron, hertog of graaf. Zij behoorden tot machtige en rijke families.
Eerste stand - Geestelijkheid
Zij die moeten bidden en nederig moeten zijn.
Hiertoe behoorden: monniken, bisschopen, abten, de paus.
Jezus / God zit bovenin en zegent de drie standen. In de middeleeuwen dacht men dat God de standenmaatschappij had ingesteld. Niemand durfde het daarom in twijfel te trekken.
Slide 18 - Tekstslide
Lezen
Paragraaf 4.3
Havo:
De standensamenleving
Vwo:
De standensamenleving
Maken
Maak online:
Havo: 10 t/m 13 (en 7 t/m 9)
Vwo: 12 t/m 15 (7 t/m 11)
Klaar?
Maak test-jezelfs van 4.1 en 4.2
Maak de verdiepingsparagrafen
Slide 19 - Tekstslide
Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.