Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formative Grammar - Place of Adverbs
Place of Adverbs
adverbs of frequency and adverbs of manner
You know 3 places where you can put the adverbs
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Place of Adverbs
adverbs of frequency and adverbs of manner
You know 3 places where you can put the adverbs
Slide 1 - Tekstslide
Place of Adverbs
Adverbs of frequency
always, sometimes, never, seldom, usually, etc.
Adverbs of manner (+ly,
hoe
iets gebeurd)
angrily, badly, carefully, etc.
Slide 2 - Tekstslide
They are going to school by bike (usually)
Slide 3 - Open vraag
I think it's a difficult decision (very)
Slide 4 - Open vraag
He couldn't come to the party (unfortunately)
Slide 5 - Open vraag
Places of the adverb:
1. Voor het hoofdwerkwoord (achter am/are/is)
They are
usually
going to school by bike
2. Voor het woord waar het iets over zegt
I think it's a
very
difficult decision
3. Begin/einde van de zin voor extra nadruk
Unfortunately
he couldn't come to the party
Slide 6 - Tekstslide
Practice
Hierna volgen open vragen en multiple choice. Vul bij de open vragen de hele zin in.
Slide 7 - Tekstslide
He listens to the radio. (often)
Slide 8 - Open vraag
Tom is very friendly. (usually)
Slide 9 - Open vraag
Which one is correct?
A
He speaks English terribely
B
He speaks English terribly
C
He speaks English terrible
D
He speaks English terribily
Slide 10 - Quizvraag
They read a book. (sometimes)
Slide 11 - Open vraag
Ramon and Frank are hungry. (often)
Slide 12 - Open vraag
Which one is correct?
A
We happily walked outside.
B
We happy walked outside.
C
We happyly walked outside
Slide 13 - Quizvraag
Christine smokes. (never)
Slide 14 - Open vraag
Which one is correct?
A
He enthusiasticly opened the door
B
He enthusiastic opened the door
C
He enthousiastically opened the door
D
He enthusiasticelly opened the door
Slide 15 - Quizvraag
Which one is correct?
A
He speaks English good
B
He speaks English well
Slide 16 - Quizvraag
Which one is correct?
A
The car drove on the road fast.
B
The car drove on the road fastly.
Slide 17 - Quizvraag
Finished
Ex. 14 + 15 wb p. 105
Homework Friday 16/2: Finish ex. 10 t/m 18
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Formative Grammar - Place of Adverbs
Maart 2021
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H
Mei 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
recap unit 6 2T
Maart 2023
- Les met
40 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Adverbs of Frequency: Their Place with All Verbs vs Verb 'To Be'
Oktober 2023
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2ag113
Maart 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
Adverbs of Frequency
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Recap unit 6
Mei 2023
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Word order
Februari 2024
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, havo
Leerjaar 2-4