les verbes en -ir

vendredi, le 2 octobre
interro voca A/B/E/F
grammaire I
ex. 31-32-33
gram révise I (le verbe aller)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

vendredi, le 2 octobre
interro voca A/B/E/F
grammaire I
ex. 31-32-33
gram révise I (le verbe aller)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De uitgangen bij regelmatige werkwoorden op -ir zijn:
Je stam + is
Tu stam + is
Il stam + it
Nous stam + issons
Vous stam + issez
Ils stam+ issent

Slide 3 - Tekstslide

présent

Slide 4 - Tekstslide

passé composé

Slide 5 - Tekstslide

imparfait

Slide 6 - Tekstslide

Wij eindigen is in het Frans
A
Nous finisons
B
Nous finissons
C
Vous finirons
D
Vous finissez

Slide 7 - Quizvraag

De regelmatige werkwoorden in présent, passé composé en imparfait
Présent. Ils finissent,
Passé composé. Ils ont fini,
Imparfait. Ils finissaient.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de présent van tu ( obéir)
A
Tu obéis
B
Tu as obéi
C
Tu obéissais
D
Tu obéir

Slide 9 - Quizvraag

Hoe ziet de imparfait er uit bij het werkwoord réfléchir,obéir en choisir geef de nous vorm

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video



Waar moet je op letten bij de regelmatige werkwoorden op -ir?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Nu zelf aan de slag
zoek vijf regelmatige werkwoorden op -ir in het werkwoorden schrift en maak drie vragen voor je medeleerlingen.

Slide 14 - Tekstslide

Au travail
Faites trois phrases avec une verbe en -ir au présent, passé composé et à l'imparfait

Slide 15 - Tekstslide