In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
quizvragen
lesdag 8 blok 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geen symptoom van Parkinson?
A
Hallucinaties
B
Maskergezicht
C
Traag bewegen
D
Tremor
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn symptomen van Parkinson?
A
Trillen, stijfheid, maskergelaat
B
trillen, stijfheid, flexibel zijn
C
flexibeliteit & rechte houding
Slide 3 - Quizvraag
Parkinson is met medicatie te genezen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van de zenuwen
Slide 5 - Quizvraag
Alzheimer
Vasulaire dementie
Frontotemporale dementie
Lew body dementie
timer
5:00
Alzheimer
Vasculaire dementie
Frontotemporale dementie
Lew body dementie
Oorzaak: Eiwitophopingen en atrofie
Oorzaak: Bloedvoorziening in de hersenen verstoord
Oorzaak: Abnormale eiwitaanslagen
Oorzaak: Genetisch afsterven van hersencellen
Begint meestal na 70e levensjaar
Geleidelijke achteruit; in handelen, spreken, spontane activiteiten en beweging. En geheugenverlies
Verlies interesse, inzicht.
Afhankelijk van de gebieden die getroffen zijn.
In ver stadium, alle kenmerken net als bij Alzheimer.
Wisselende verwardheid en hallucinaties.
Loopstoornissen (Parkinson)
Geheugen en oriëntatie stoornissen
Wisselende aandacht en concentratie, onrust.
Begint op jongen leeftijd (50-60)
Persoonlijkheidsveranderingen
Tegen vreemde mensen praten en rare opmerkingen
Onbeleefd, egoïstisch, agressief.
Spraakproblemen
slikproblemen
Slide 6 - Sleepvraag
Welke vorm van dementie komt het meeste voor?
A
Ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Frontotemporale dementie
D
Lew body dementie
Slide 7 - Quizvraag
Kunnen verschillende vormen van dementie bij 1 persoon voorkomen?
A
Nee dit kan niet
B
Ja dit kan, maar komt zelden voor
C
Ja dit kan, en komt regelmatig voor
D
Ja dit is altijd zo. Iemand heeft nooit maar 1 vorm
Slide 8 - Quizvraag
Bij welke vorm van dementie is het beloop trapsgewijs?
A
Ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Frontotemporale dementie
D
Lew body dementie
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke aandoening is het ziekte inzicht vanaf bijna het begin afwezig?
A
Ziekte van Alzheimer
B
Vascuaire dementie
C
Frontotemporale dementie
D
Lew body dementie
Slide 10 - Quizvraag
Een kenmerk bij dementie kan zijn een gedragsstoornis. Wat betekent confabuleren?
A
De normen en waarden van iemand verdwijnen
B
De zorgvrager vertelt hele verhalen die niet juist zijn
C
Stemmingsproblemen, bijvoorbeeld lusteloosheid, onverschilligheid en verlies van initiatief
D
Hyperactief, bijvoorbeeld steeds dezelfde karweitjes doen
Slide 11 - Quizvraag
Welke complicaties komen vaak voor bij mensen met dementie?
A
Slikproblemen, ondervoeding
B
Blaasonsteking en longonsteking
C
Cardiale en vasculaire problematiek
D
Antwoord a,b en c zijn goed
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een hypoglykemie?
A
Een lage bloedsuikerwaarde als gevolg van te weinig insuline
B
Een lage bloedsuikerwaarde als gevolg van te veel insuline
C
Een hoge bloedsuikerspiegel als gevolg van te weinig insuline
D
Een hoge bloedsuikerwaarde als gevolg van te veel insuline
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een hyperglykemie?
A
Een lage bloedsuikerwaarde als gevolg van te weinig insuline
B
Een lage bloedsuikerwaarde als gevolg van te veel insuline
C
Een hoge bloedsuikerspiegel als gevolg van te weinig insuline
D
Een hoge bloedsuikerwaarde als gevolg van te veel insuline
Slide 14 - Quizvraag
Waar horen de volgende kenmerken bij: veel plassen, veel dorst hebben en houden, vermoeid en lusteloos zijn, plotselinge humeurigheid, snel boos worden, geen eetlust hebben of juist hongerig zijn, wazig zien, misselijk zijn of overgeven, alles voelt vervelend
A
Hyperglykemie
B
Hypoglykemie
Slide 15 - Quizvraag
In welke ruimte ligt de sinusknoop?
A
In het linker atrium
B
In de linker ventrikel
C
In het rechter atrium
D
In de rechter ventrikel
Slide 16 - Quizvraag
In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer
Slide 17 - Quizvraag
Tijdens welke fase pomp het hart bloed in de slagaders?