2 §3 Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog - De eerste oorlogsjaren

H2: De Eerste Wereldoorlog
Nederland tijdens WOI
▶ De eerste oorlogsjaren
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2: De Eerste Wereldoorlog
Nederland tijdens WOI
▶ De eerste oorlogsjaren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik (nakijken §2C)
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 3 - Tekstslide

15 min.
SOMtoday
  • Lees de tekst 'Een totale oorlog' op pg. 56.
  • Maak opdracht 12 t/m 16 op pagina 57.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel (H2 §3 A)
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 6 - Tekstslide

10 min.
Wat weet je al over Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en) 
  1. Je kunt uitleggen wat het voor Nederland op politiek       en economisch gebied betekende om neutraal te zijn. 


Begrippen:
  • neutraal

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie (H2 §3A)
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 9 - Tekstslide

20 min.

Nederland is neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog, wat betekent dat?
A
Meedoen met de oorlog
B
Proberen de oorlog tegen te houden
C
Niet meedoen met de oorlog
D
Het leger van een ander land uitschakelen (neutraliseren)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voordelen kan het Nederland opleveren als ze neutraal kunnen blijven?
Kun je ook een nadeel bedenken?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Wat verstaan we onder mobiliseren?
A
de mannen onder de wapenen brengen.
B
geld inzamelen om de oorlogvoering van jouw land te steunen.
C
de bevolking oproepen de oorlog te steunen.
D
de oorlog verklaren als een bondgenoot is aangevallen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kiest Nederland er, ondanks neutraliteit, voor om te mobiliseren?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Mobilisatie in 
Nederland (1914)

  • Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch. 
  • België had zich immers ook   neutraal verklaard, maar was         toch aangevallen!

  • Meer dan 200.000 soldaten werden opgeroepen om de landsgrenzen te bewaken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En WAAROM juist deze grenzen?
Welke landsgrenzen 
gaat Nederland bewaken in haar neutraliteit?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

"Ook op het gebied van handel moet Nederland neutraal blijven".
Leg bovenstaande stelling uit met behulp van de bron hiernaast.
Let op! 
Beschrijf/benoem in je antwoord 3 kenmerken uit de bron. 

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nederland neutraal
1 minuut
Kijkvraag:
  • Benoem de kenmerken van de Nederlandse neutraliteit van 1914 - 1918.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Woordweb

Mobilisatie: landsgrenzen bewaken tegen zowel centralen als geallieerden.
+ Mobilisatie Nederlands-Indië!
Handel: producten als brandstof worden niet meer verhandeld met zowel centralen als geallieerden.

Politiek
Economie
Nederlandse neutraliteit
De landsgrenzen bewaken tegen zowel centralen als geallieerden.
Bepaalde producten niet meer verhandelen met zowel centralen als geallieerden.

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en) 
  1. Je kunt uitleggen wat het voor Nederland op politiek       en economisch gebied betekende om neutraal te zijn. 


Begrippen:
  • neutraal

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekende de neutraliteit?
 politiek: het land raakte niet betrokken bij de oorlog, Hierdoor weinig schade en slachtoffers
economisch: Duitsland en Engeland wilden niet dat Nederland aan de vijand verkocht. Sommige bedrijven maakten weinig winst. Anderen heel veel

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
  1. Lees de tekst 'De eerste oorlogsjaren' op pagina 58.
  2. Maak opdracht 1 t/m 4 op pagina 59.
  3. Optioneel: Lees de tekst van §3B op pagina 60.

Slide 23 - Tekstslide

Eindtijd noteren op whiteboard
vorige les:
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
poltieke en economische gevolgen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vorige les:
politiek: het land raakte niet betrokken bij de oorlog, Hierdoor weinig schade en slachtoffers

 
economisch: Duitsland en Engeland wilden niet dat Nederland aan de vijand verkocht. Sommige bedrijven maakten weinig winst. Anderen heel veel

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vandaag: leerdoel B en C
B: je kunt uitleggen dat de Eerste Wereldoorlog na verloop van tijd leidde tot econische problemen in Nederland
C: Je kunt twee gevolgen beschrijven die de komst van Belgische vluchtelingen had voor Nederland

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en) 
  1. Je kunt uitleggen dat de Eerst Wereldoorlog na verloop van tijd leidde tot economische problemen in Nederland.


Begrippen:
  • handelsbelemmeringen
  • distributiestelsel

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent het begrip 'economie' in de geschiedenis?
A
Alles wat te maken heeft met besturen
B
Alles wat te maken heeft met bestaansmiddelen
C
Alles wat te maken heeft met de gewoontes van een volk
D
Alles wat te maken heeft met godsdienst

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een 'bestaansmiddel'?
A
De manier waarop mensen in leven blijven
B
De manier waarop werkzaamheden zijn verdeeld
C
De manier waarop er sociale verschillen zijn tussen mensen
D
De manier waarop mensen over zaken denken

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bestaansmiddelen zijn er in Nederland van 1914-1918?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

In de afbeelding is een ontwikkeling te zien
in de periode 1914-1918.

Wat is de oorzaak van deze ontwikkeling? 
A
de neutraliteit
B
de handelsbelemmeringen
C
de mobilisatie
D
de dalende prijzen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat handels-belemmeringen zijn 
met behulp van de bron. 
Benoem/beschrijf 
in je antwoord drie (3) 
kenmerken uit de bron. 

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gevaar op zee
  • Oorlog is uiteindelijk slecht voor de handel, er ontstaat, ook in Nederland, schaarste.

  • Nederlandse schepen        zijn slachtoffer van de Onbeperkte Duikbotenoorlog...
  • ...maar ook van oorlogshandelingen          van de Geallieerden.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door een gebrek aan grondstoffen moeten bedrijven sluiten. Veel mensen raken werkloos.

Bovendien
ontstaat er voedselschaarste.






Hoe probeert
de overheid
dit op te lossen?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


In Duitsland ging voedsel, kool
en kleding op de bon.
Nederland, dat neutraal was, besloot
ook tot distributie van bonnen.
Waarom deed Nederland dit? 
A
In ons land waren er mensen die veel verdienden aan de oorlog
B
De Duitsers vorderden( eisten) voedsel en kolen van ons land.
C
de gemobiliseerde Nederlandse soldaten hadden bonnen nodig om aan voedsel te komen
D
Handelaren verkochten veel voedsel en kolen , daardoor ontstonden er tekorten in ons land.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Lees de bron en de vier zinnen 
over Nederland in de Eerste Wereldoorlog.
Welke zin past het beste bij de bron?
A
De geallieerden beperkten de handel van Nederland met Duitsland.
B
De Rotterdamse haven was belangrijk voor de goederenaanvoer van Duitsland.
C
Door de schaarste in Nederland gingen levensmiddelen op de bon.
D
Nederland voerde een neutraliteitspolitiek in de Eerste Wereldoorlog.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke producten worden schaars (in Nederland)? Kijk eens goed naar bovenstaande afbeeldingen en denk zelf ook eens logisch na.

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De moedige moeders
van het aardappeloproer
5 minuten

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Wat was de aardappeloproer?
A
Er waren teveel aardappelen in Nederland
B
De aardappeloogst was mislukt
C
Moeders plunderen de voorraden aardappelen
D
De Nederlanders wilde geen aardappelen meer eten

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en) 
  1. Je kunt uitleggen dat de Eerst Wereldoorlog na verloop van tijd leidde tot economische problemen in Nederland.


Begrippen:
  • handelsbelemmeringen
  • distributiestelsel

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je kunt uitleggen dat WO1 leidde tot economische problemen

1. Handelsbelemmeringen (handeldrijven wordt moeilijk
2. Gevaarlijk (engels mijnen en duitse onderzeeboten)
3. Gebrek aan grondstoffen (bedrijven moeten sluiten)
4. Voedselschaarste

Daarom: distributiestelsel: je kunt alleen produkten kopen met een bon. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en) 
  1. C. Je kunt twee gevolgen beschrijven die de komst                van Belgische vluchtelingen had voor Nederland.

Begrippen:
  • Dodendraad

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belgische vluchtelingen in WOI
6 minuten

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contact met de Dodenraad, waarop 2000 volt stond, betekende dood door elektrocutie...
...daarom bedacht men allerlei manieren om de draden niet aan te raken.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de 'Dodendraad' juist nu (in 2024) 
een zeer relevant onderwerp van de geschiedenis?

Slide 46 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn twee gevolgen van de komst van vluchtelingen ?


1.  Er moest een manier gevonden worden om ze op te vangen
2. De dodendraad werd  geplaatst op de grens tussen Belgie en Nederland

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij welke betekenis?

Hieronder zie je een aantal betekenissen van begrippen.
Welke begrip hoort bij welke betekenis?
Betekenis
begrip
Bondgenootschap van Duitsland en Oostenrijk- Hongarije.
Diepe greppels die soldaten hadden gegraven om beschut te zitten tegen beschietingen.
Een geheim plan van de Duitsers om eerst snel Frankrijk te verslaan en pas daarna tegen Rusland te gaan vechten.
Een nieuw wapen wat werd gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hierdoor raakten soldaten verblind.
Geen partij kiezen bij een oorlog of ruzie.
Erg trots zijn op je eigen land en cultuur.
Bondgenootschap van Rusland, Frankrijk en Engeland.
Gifgas
Schlieffenplan
Geallieerden
Neutraal
Loopgraven
Nationalisme
Centralen

Slide 48 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou het 'Von Schlieffenplan' ook
weer precies moeten werken? 
Beschrijf dit plan 
in je eigen woorden.

Slide 49 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Lees de onderstaande stellingen goed door. Welk antwoord is juist?


I   Het Von Schlieffenplan mislukte door het verzet van België, 
    hulp van Engeland en snelle mobilisatie van Rusland aan het Oostfront.

II  Engeland en Duitsland bevochten elkaar uitsluitend op zee: Engeland had
     het Kanaal vol mijnen gelegd en Duitse onderzeeërs bedreigden koopvaardijschepen.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling I is goed, II is fout
C
Stelling I is fout, II is goed
D
Beide stellingen zijn fout

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
de teksten gelezen en onderstreept ? (huiswerk)
 maak dan opgave:
2, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 14a, 15

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies