In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Module inzicht: Je kunt invloed uitoefenen op je eigen gedrag.
Les inzicht: Je wilskracht kan op raken. Daarom is het handig om dingen voor elkaar te krijgen zonder dat deze veel wilskracht kosten. Iets wat weinig wilskracht kost is een gewoonte. Van onze gewoontes kunnen we leren hoe we dingen met minder wilskracht kunnen doen.
Slide 2 - Tekstslide
Extra informatie
De check is er om de huidige aanpak van de leerlingen te ontdekken. Het kan een vraag, opdracht of test zijn en er zijn geen goede of foute antwoorden. Het is puur om te ontdekken welke strategieën of technieken de leerlingen nu gebruiken.
Een voorbeeld van een check is te vinden op pagina 9 van het slim jezelf zijn boek. Meer informatie is te vinden in de quickstart guide.
Wat vind jij soms lastig om te doen?
Op tijd komen
Aan mijn planning houden
Mijn telefoon wegleggen
Vroeg opstaan
Sporten
Mijn kamer opgeruimd houden
Op tijd beginnen met leren
Slide 3 - Poll
Wijs de leerlingen erop dat er maar één antwoord kan worden gegeven, dus dat ze het antwoord aanklikken dat ze het lastigst vinden.
Slide 4 - Tekstslide
Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze zelf kiezen of ze iets willen en wat ze willen met de opgedane ervaring. Voor meer informatie over het ervaren kan je kijken op pagina 12 en 13 van het slim jezelf zijn boek of lezen over het ervaren in de quickstart guide.
Wat is wilskracht volgens jou?
Slide 5 - Open vraag
Benadruk dat er geen goed of fout antwoord is bij deze vraag.
Vraag eventueel door op een aantal antwoorden (Waar heb je wilskracht voor nodig? Heb je altijd evenveel wilskracht nodig? Waarom?)
Waar zou jij graag een
gewoonte van willen maken?
Vul het in op p. 59 of op
je werkblad!
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen in hun boek of werkblad opschrijven waarvan ze graag een gewoonte willen maken. Zo kunnen ze hun eigen antwoord terugvinden, wat nodig is voor de vervolgopdrachten.
Een gewoonte bestaat uit
4 stappen:
1. Opmerken
2. Willen
4. Belonen
3. Doen
Slide 7 - Tekstslide
Laat de slide zien en bespreek nogmaals de vier stappen die je moet zetten om van iets een gewoonte te maken.
Vraag eventueel of een leerling een voorbeeld van een gewoonte kan geven en de vier stappen hierbij kan toelichten.
Extra informatie:
Een voorbeeld de gewoonte "op Instagram kijken" en de bijbehorende stappen.
1. Opmerken: je krijgt een melding, je ziet je telefoon liggen of je merkt dat je je verveelt.
2. Willen: Door een van deze prikkels word je eraan herinnert dat het kijken op je Instagram je een fijn gevoel geeft of het idee geeft dat je dan weer helemaal op de hoogte bent.
3. Doen: Het openen en het bekijken van je Instagram.
4 Belonen: Door op je Instagram te kijken komt er dopamine vrij, waardoor je op dat een prettig gevoel krijgt.
Stap 1: Opmerken
Een gewoonte begint wanneer je
iets opmerkt. Dit kan een gedachte
of gevoel zijn, maar ook iets dat je
waarneemt in je omgeving.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Jouw omgeving
Stel je eens voor: je loopt de kamer in
en je ziet dat er op het aanrecht een
schaal vers gebakken koekjes staat.
Lukt het jou om deze te laten staan?
Slide 9 - Tekstslide
Extra informatie
Een gewoonte begint wanneer je iets opmerkt. Daarom is het belangrijk om de kans dat je iets opmerkt zo groot mogelijk te maken. Je kunt hiervoor slim gebruik maken van je omgeving.
De kans is groot dat leerlingen zeggen dat ze de koekjes niet kunnen laten staan. Het zien van de koekjes kan er voor zorgen dat je ze wilt eten, waardoor je er één gaat pakken. Wanneer de schaal koekjes er niet zou staan, zou je er waarschijnlijk niet eens aan denken. Je omgeving speelt hierin dus een grote rol. Door je omgeving te veranderen kun je het voor jezelf moeilijker of makkelijker maken om gewoontes uit te voeren.
Nudgen
Nudgen is een duwtje in de goede
richting geven. Het kan alles
zijn waardoor mensen ander
gedrag laten zien dan ze
normaal zouden doen.
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Video
Speel het filmpje af.
Jouw omgeving aanpassen
Pak je boek (p. 61) of werkblad erbij.
Hoe kan jij jouw omgeving aanpassen?
Slide 12 - Tekstslide
Voor deze opdracht hebben de leerlingen hun Slim jezelf zijn boek (p. 61) of werkblad 5.1 nodig.
Laat de leerlingen de opdracht maken.
Extra informatie
Je kunt je omgeving aanpassen, zodat je makkelijker met je schoolwerk aan de slag gaat. Wanneer je bijvoorbeeld je schooltas in het zicht zet, herinner je jezelf eraan dat je moet leren voor de ene belangrijke toets. Andersom kan je dit ook doen om te stoppen met een gewoonte. Door dingen uit je omgeving weg te halen zorg je ervoor dat je ze niet eens kán opmerken. Zet bijvoorbeeld de meldingen van je telefoon uit als je niet wilt worden afgeleid of leg hem in een andere kamer.
Jouw als-dan-plan
Pak je boek (p. 62) of je werkblad erbij.
Maak jouw eigen als-dan-plan
dat kan helpen om de dingen die je
moet of wilt doen ook echt te doen.
Slide 13 - Tekstslide
Voor deze opdracht hebben de leerlingen hun Slim jezelf zijn boek (p. 62) of de achterkant van werkblad 5.1 nodig.
Laat de leerlingen de opdracht maken en bespreek enkele antwoorden.
Extra informatie
Je maakt het nog duidelijker voor jezelf als je er een plaats en tijdsduur aan koppelt:
Als ik maandag mijn avondeten op heb, dan ga ik twintig minuten aan mijn huiswerk voor geschiedenis werken aan mijn bureau.
Voor meer voorbeelden, zie p. 62 van het Slim jezelf zijn boek.
Als-dan-plan
De kans dat voornemens slagen
wordt groter wanneer je een
als-dan-plan maakt:
"Als X gebeurt, dan ga ik Y doen".
Slide 14 - Tekstslide
Extra informatie:
De wetenschapper Peter Gollwitzer deed onderzoek naar hoe het komt dat sommige voornemens slagen en andere niet. Hij ontdekte dat de kans dat voornemens slagen groter wordt wanneer je een 'als-dan-plan' maakt. Dit komt omdat er bij het maken van een plan een verbinding in je hersenen wordt gemaakt waarbij je het gedrag dat je wilt uitvoeren koppelt aan een gebeurtenis, plaats of tijd. Het is dus een manier om van tevoren al een keuze te maken over het gedrag dat je op een bepaald moment wilt vertonen. Het is een invulling van de zin: "Als X gebeurt, dan ga ik Y doen".
Leren van gewoontes
Voor de stap "opmerken" geldt
Maak het duidelijk
Slide 15 - Tekstslide
Extra informatie
Het opmerken van iets is de eerste stap om bepaald gedrag uit te gaan voeren. Voor deze stap geldt dat hoe duidelijker je datgene maakt wat je wilt opmerken, hoe groter de kans is dat je het ook echt opmerkt en je het gaat doen. Dus voor zowel het aanpassen van iets in je omgeving als het maken van een plan geldt: maak het duidelijk! Zo kost het minder wilskracht om het ook echt te gaan doen.
Stap 2: Willen
Om ervoor te zorgen dat je iets ook
echt gaat doen helpt het om het
leuker te maken voor jezelf.
Zo vergroot je de kans dat je het
ook echt wilt doen.
Slide 16 - Tekstslide
Lees de slide voor.
Extra informatie
Denk terug aan het voorbeeld van tandenpoetsen. Het zien van je tandenborstel herinnert je eraan dat het poetsen van je tanden zorgt voor een lekkere frisse adem. Die gedachte maakt het makkelijker om het ook echt te gaan doen. Wanneer je iets moet doen waarbij de actie langer duurt, minder leuk is of de beloning nog niet zo duidelijk en direct is helpt het om wat je wilt of moet doen zo leuk mogelijk te maken voor jezelf.
Bijvoorbeeld: Wanneer je je huiswerk gaat maken met lekkere snacks erbij en leuke muziek is dat vooruitzicht al een stuk fijner en vergroot je de kans dat je het ook echt gaat doen.
Maak er een spel van!
Een manier om wat je wilt of moet
doen leuker te maken is door er
een spel van te maken.
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Gameful mindset
Onderzoeker Jane McGonigal ontdekte
dat mensen bij het spelen van een
spel een 'gameful mindset' aannemen.
In de volgende video legt zij uit hoe
je van je leven een spel kunt maken.
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Video
Speel het filmpje af.
Extra informatie Voor achtergrondinformatie, kijk het hele filmpje via deze link.
Voordelen van een spel
Je geeft minder snel op
Je hebt minder negatieve gedachten
Je concentreert je op uitdagingen
en doelen
Je gelooft dat je altijd kan winnen!
Slide 20 - Tekstslide
Vraag enkele leerlingen wat ze ervan vonden.
Extra informatie Bij deze slide kun je ook de details die jou opvielen uit het filmpje delen en vertellen wat je ervan vindt.
Gamefulness in de praktijk
Laten we van de gewoonte die jij wilt
aanleren een spel maken!
Pak pagina 65 van je boek of je
werkblad erbij en vul het in!
Slide 21 - Tekstslide
Laat leerlingen hun 'slim jezelf zijn' werkboek openslaan op pagina 65. Indien de leerlingen geen boek hebben kunnen zij voor deze opdracht werkblad 5.2 gebruiken.
Quest
Dit zijn simpele, dagelijkse acties die je helpen dicter bij je eindbaas te komen. Zorg dat het kleine dingen zijn die weinig wilskracht kosten. Bijvoorbeeld: 5 push-ups, iets gezonds eten of 10 minuten woordjes leren.
Eindbaas
Dit is de gewoonte die je wilt ontwikkelen. Dit kan alles zijn, bijvoorbeeld: op tijd beginnen met leren, 2x in de week sporten, stoppen met snoozen of meer aandacht aan je vrienden besteden.
Bad Guys
Dit is alles wat jouw uitdaging in de weg staat. Ben je moe, denk je dat het je toch niet gaat lukken of heb je last van uitstelgedrag? Dan zijn dit je badguys.
Naam superheld
Bedenk een coole naam voor je superheld! Hoe cooler de naam hoe beter. Een voorbeeld van een coole naam is Remind Learning, yeah.
Bondgenoten
Dit zijn mensen die jou helpen om de eindbaas te verslaan. Wanneer je met anderen jouw nieuwe gewoonte deelt, voel je je nog meer verantwoordelijk om je aan je plan te houden en je eindbaas te verslaan!
Power Ups
Dit zijn beloningen die je meer kracht, energie of een extra leven geven. Bijvoorbeeld een halfuurtje gamen of even wat lekkers pakken. Welke dingen kun jij doen die jou energie geven om door te gaan?
Slide 22 - Tekstslide
Laat de leerlingen van hun nieuwe gewoonte een spel maken door ze het schema op pagina 65 of werkblad 5.2 in te laten vullen.
Klik op de 'hotspots' op de slide om een extra toelichting te krijgen op de afzonderlijke onderdelen.
Extra informatie Hier is het niet per se de bedoeling dat de leerlingen de gewoonte: "Als ik thuis kom ga ik gelijk aan de slag met mijn huiswerk" invullen. Je kunt ze hier ook de vrijheid geven door een andere gewoonte te kiezen die niet met school te maken heeft. Je kunt ook de klas opdelen in groepen met dezelfde gewoonte, zodat leerlingen samen over oplossingen en problemen na kunnen denken!
Leren van gewoontes
Voor de stap "willen" geldt
Maak het leuk!
Slide 23 - Tekstslide
Extra informatie
Het willen van iets is de tweede stap om bepaald gedrag uit te gaan voeren. Voor deze stap geldt dat hoe leuker je datgene maakt wat je wilt of moet doen, hoe groter de kans is dat je het ook echt gaat doen. Bij deze stap geldt dus: maak het leuk! Zo kost het minder wilskracht om het ook echt te gaan doen.
Stap 3: Doen
Om echt aan de slag te gaan met dat
wat je wilt of moet doen is het
belangrijk dat het makkelijk is
om te beginnen.
Slide 24 - Tekstslide
Lees de slide voor.
Extra informatie
Bij deze stap gaat het om het voor jezelf zo makkelijk mogelijk te maken om aan de slag te gaan. Mensen zijn van nature namelijk geneigd om te kiezen voor de makkelijkste optie.
Hoe minder stappen je hoeft te zetten,
hoe makkelijker je kan beginnen
Slide 25 - Tekstslide
Lees de slide voor.
Extra informatie:
Uit onderzoek is gebleken dat mensen eerder geneigd zijn om de weg van de minste moeite te nemen, indien de beloning vergelijkbaar is. Dit fenomeen wordt ook wel de "Law of least effort" genoemd. Het is dus niet gek dat wanneer je thuis bent gekomen en op de bank ploft je eerder geneigd bent om nog even een serie te kijken dan op te staan en al je schoolwerk erbij te pakken. Het helpt daarom om het gewenste gedrag zo laagdrempelig mogelijk te maken.
Zorg bijvoorbeeld dat alles al klaarligt
wanneer je wilt gaan leren
Je hoeft dan alleen nog te gaan zitten!
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 3 dingen op die je kan doen zodat je makkelijker aan de slag kunt gaan
Slide 27 - Open vraag
Leg uit dat het dus gaat om 3 dingen die je kunt doen om het makkelijker te maken om je gewoonte uit te voeren.
Extra informatie
Belangrijk hierbij is dat de leerlingen dingen opschrijven die de drempel zo laag mogelijk maken. Het zorgt er dus voor dat ze nog minder stappen hoeven te zetten om hun gewoonte uit te voeren.
Enkele voorbeelden:
Je sportkleding helemaal klaar leggen, zodat je het alleen nog hoeft aan te trekken om te gaan sporten.
Je leesboek op je hoofdkussen leggen, zodat je het al in je handen hebt om naar bed te kunnen gaan en nog een stukje kan lezen.
Een stofzuiger klaarzetten in je kamer, zodat je hem alleen nog maar aan hoeft te zetten om te gaan schoonmaken.
Je schoolboeken al helemaal op de juiste pagina open leggen op je bureau met pen en papier erbij.
Het werkt ook andersom!
Zorg dat de dingen die je afleiden
lastiger worden om te doen. Zet je
telefoon bijvoorbeeld uit als je
gaat leren.
Slide 28 - Tekstslide
Extra informatie
Wanneer gedrag wat we normaal gesproken makkelijk vinden om uit te voeren lastiger wordt, zijn we minder snel geneigd om dat te gaan doen. Voor de dingen die we snel geneigd zijn om te doen maar liever niet willen doen, helpt het dus om juist stappen toe te voegen. Wanneer je bijvoorbeeld minder TV wilt kijken kan het helpen om de batterijen uit de afstandsbediening te halen, zo kost het opeens een stuk meer moeite om TV te kijken.
Schrijf 3 dingen op die je kan doen om ongewenst gedrag lastiger te maken
Slide 29 - Open vraag
Leg uit dat het dus gaat om 3 dingen die je kunt doen om het lastiger te maken om slechte gewoontes uit te voeren.
Extra informatie
Belangrijk hierbij is dat de leerlingen dingen opschrijven die de drempel juist verhogen. Het zorgt ervoor dat het lastiger wordt om slechte gewoontes uit te voeren.
Enkele voorbeelden:
Een social media app van je telefoon verwijderen zodat het meer moeite kost om een dat medium te gebruiken.
De batterijen uit de afstandsbediening van de TV halen zodat het meer moeite kost om de TV aan te zetten.
Je telefoon in ergens opbergen in een andere kamer, zodat het meer moeite kost om op je telefoon te kijken.
Stap 4: Belonen
Een beloning maakt het uitvoeren van
je gewoonte leuker en stimuleert je
om het nog een keer te gaan doen.
Slide 30 - Tekstslide
Extra informatie
Wanneer je een beloning krijgt komt er een stofje vrij in je hersenen genaamd 'dopamine'. Dopamine zorgt ervoor dat we ons gelukkig en beloond voelen. Het komt vrij wanneer je bijvoorbeeld iets lekkers eet of iets leuks doet met je vrienden.
Als je jezelf direct beloont nadat je iets hebt gedaan wat je wilde doen, zorgt dit ervoor dat je dit geluksgevoel de volgende keer weer wilt ervaren en datgene wat je wilde doen ook blijft doen.
Korte- en lange termijn
Er zijn twee soorten beloningen:
beloningen op de korte termijn en
beloningen op de lange termijn.
Slide 31 - Tekstslide
Extra informatie
Er zijn twee soorten beloningen: beloningen op de korte- en lange termijn. Een voorbeeld van een beloning op de lange termijn is het halen van je diploma. Het is soms moeilijk om je hiervoor te motiveren, omdat de beloning ver weg is. Daarom is het belangrijk om jezelf ook op de korte termijn te belonen. Dit is een beloning die je direct ontvangt, nadat je hebt gedaan wat je wilde of moest doen. Dit kan gaan om wat lekkers, een compliment of het afstrepen van een taak op je to-do lijst.
De kracht van een beloning
Beloningen helpen je jouw doel te
behalen. Laten we daarom met z'n
allen nadenken over beloningen die
zouden kunnen passen bij je nieuwe
gewoonte.
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Beloning brainstorm!
Slide 33 - Woordweb
Brainstorm met de klas over beloningen.
Laat de leerlingen zoveel mogelijk beloningen voor zichzelf bedenken en delen.
Extra informatie
Er zijn twee dingen belangrijk bij het bedenken van een goede beloning. Ten eerste is het belangrijk dat de beloning op korte termijn gegeven kan worden na het gedrag. Als tweede is het belangrijk dat de beloning speciaal voelt en niet iets is wat de leerling toch al zou doen/krijgen.
De gewoonte teller
Het bijhouden van je gewoonte
kan ook belonend werken.
Dit kan je doen door een gewoonte
teller te gebruiken!
Slide 34 - Tekstslide
Wijs de leerlingen op p. 69 van het Slim jezelf zijn boek of op werkblad 5.3 en stimuleer ze om de gewoonte teller thuis eens uit te proberen.
Extra informatie
Wanneer je een stapje dichterbij je doel komt reageert je brein op dezelfde manier als bij een directe beloning: er komt dopamine vrij waardoor je je blij voelt. De simpele actie van het zetten van een kruisje wanneer je iets hebt gedaan wat je moest of wilde doen, geeft een belonend gevoel. Het gebruik van een gewoonteteller werkt ook stimulerend om het gedrag regelmatig te blijven herhalen, wat belangrijk is voor het automatiseren van een gewoonte.
Leren van gewoontes
Voor de stap "belonen" geldt
Maak het belonend!
Slide 35 - Tekstslide
Extra informatie
De laatste stap van een gewoonte is de beloning. Voor deze stap geldt dat hoe belonender het uitvoeren van het gedrag is, hoe groter de kans is dat je het gaat doen. Met een goede korte termijn beloning kost het minder wilskracht om het te gaan doen.
Leren van gewoontes
1. Opmerken
2. Willen
3. Doen
4. Belonen
Maak het duidelijk
Maak het leuk
Maak het makkelijk
Maak het belonend
Slide 36 - Tekstslide
Laat het overzicht van de lessen van de 4 stappen aan de leerlingen zien.
Vraag eventueel of de leerlingen nog kunnen vertellen wat elke stap inhoudt en wat daarbij de bijbehorende praktische tips zijn.
Slide 37 - Tekstslide
Extra informatie
Mijn experiment is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren. De invulpagina in het slim jezelf zijn boek aan het eind van elke module (bijv pagina 72 voor de module wilskracht) geeft hiervoor handvatten. Voor meer informatie over mijn experiment kan je kijken op pagina 16 van het slim jezelf zijn boek of lezen over mijn experiment in de quickstart guide.
Wat wordt jouw experiment?
Slide 38 - Open vraag
Benoem dat het belangrijk is om het zo concreet mogelijk te maken.
Vraag een aantal leerlingen of ze hun experiment willen toelichten.
Wanneer een experiment nog niet zo concreet is kan je er op doorvragen. ("Wat ga je doen?", "Wanneer ga je het doen?", "Wat is de eerste stap?")