Nederlands werkwoordspelling t.t., v.t. en volt. dw.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen?

• Herhalen werkwoordsspelling van de persoonsvorm in de t.t. en de v.t. 
• Uitleg werkwoordspelling van het voltooid deelwoord.
• Opdrachten maken

Na deze les:

• Kun je elke persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
• Kun je elke persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen.
• Kun je het voltooid deelwoord in een zin goed spellen.

Let op: Als je deze doelen al bereikt hebt, kun je zelfstandig aan het werk met opdracht 17.

Even oefenen

Maak opdracht 17 (blz. 55). 

Let op: Schrijf van de woorden 1 t/m 21 alleen de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op.

Even oefenen

Maak opdracht 17 (blz. 55).

Let op: Schrijf van de woorden 1 t/m 21 nu alleen de persoonsvorm in de verleden tijd op.

Even oefenen

Maak opdracht 17 (blz. 55).

Let op: Schrijf van de woorden 1 t/m 21 nu alleen de voltooid deelwoorden op.

Evaluatie

• Kun je elke persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
• Kun je elke persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen?
• Kun je het voltooid deelwoord in een zin goed spellen?

Huiswerk

Bestuderen de theorie op blz. 56. 

Maken opdracht 18.