Rianne kookt voor 16 mensen. Ze heeft nog 50 gram boter in huis. Hoeveel moet ze nog kopen?
Slide 6 - Tekstslide
Rianne kookt voor 16 mensen. Ze heeft nog 50 gram boter in huis. Hoeveel moet ze nog kopen?
A: 15 gram B: 60 gram C: 10 gram D: Ze heeft genoeg boter
Slide 7 - Tekstslide
Zoek een tabel of grafiek.
Bedenk zelf een lastige rekenvraag.
Bedenk 4 antwoorden (één goede).
Ruil met je schoudermaatje.
Maak elkaars som.
Controleer, leg eventueel uit.
Klaar? Nieuwe som!
timer
30:00
Overleg op fluisterniveau!
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: .........................
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 12 - Tekstslide
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Wat wilden landen in Europa na de 2e WO?
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 13 - Tekstslide
________
________
________
______
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Wat wilden landen in Europa na de 2e WO?
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 14 - Tekstslide
________
________
________
______
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Wat wilden landen in Europa na de 2e WO?
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 15 - Tekstslide
________
________
________
______
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Wat wilden landen in Europa na de 2e WO?
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Maak vragen
Maak vragen 2, 3, 4, 5
Klaar? Maak de bonusvraag
Slide 16 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wetten voor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
Slide 17 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wetten voor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 18 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wetten voor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Hoe landen van de EU samenwerken
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 19 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wetten voor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Hoe landen van de EU samenwerken
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 20 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wettenvoor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Hoe landen van de EU samenwerken
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 21 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wettenvoor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Hoe landen van de EU samenwerken
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 22 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wettenvoor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Hoe landen van de EU samenwerken
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
Slide 23 - Tekstslide
Samenwerken
In de 27 landen van de Europese Unie wonen ongeveer 450 miljoen mensen. 17,7 miljoen daarvan wonen in Nederland, net als jij en ik. Alle regeringen in die 27 landen maken wettenvoor hun eigen land en bepalen hoe het leven er in dat land uitziet. Daarom mag je in Nederland bijvoorbeeld 100 km/u op de snelweg en in Frankrijk 130. Maar over sommige dingen worden door de landen samen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over handel, over het milieu en over grenzen.
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Hoe landen van de EU samenwerken
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
- 27 landen
- Europese unie
- regeringen -> wetten
eigen landen
- landen maken afspraken
Slide 24 - Tekstslide
- Lees paragraaf 2
- Bedenk de hoofdgedachte
- Onderstreep sleutelwoorden
- Streep bijzaken door
- Schrijf sleutelwoorden op een spiekbriefje.
- Kan je de paragraaf in 1 of twee zinnen samenvatten?
- Zelfde voor paragraaf 3
Klaar? Zelfde voor paragraaf 4.
1. Lezen
2. Hoofdgedachte: Hoe landen van de EU samenwerken
3. Sleutelwoorden onderstrepen (belangrijke woorden,hebben met de hoofdgedachte te maken)
4. Bijzaken doorstrepen (voorbeelden, details)
5. Samenvatten
- 27 landen
- Europese unie
- regeringen -> wetten
eigen landen
- landen maken afspraken
Slide 25 - Tekstslide
- 27 landen
- Europese unie
- regeringen -> wetten
eigen landen
- landen maken afspraken
timer
5:00
- Loop rustig rond, zoek iemand die je niet zo vaak spreekt.
- A vat (met je spiekbriefje) één alinea samen in 1 of 2 zinnen.
- B geeft feedback
- B vat (met spiekbriefje) een andere alinea samen in 1 of 2 zinnen.
- A geeft feedback
- Zoek een nieuw iemand.
Geluidsniveau: rustig praten.
Kort, helder (1 of 2 zinnen)
Geen voorbeelden
Geen details
Slide 26 - Tekstslide
Schrijf op de achterkant van het blaadje
- een samenvatting van alinea 2
- een samenvatting van alinea 3
(Klaar? Probeer alinea 4 en 5 ook)
Kort, helder (1 of 2 zinnen)
Geen voorbeelden
Geen details
timer
5:00
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Zoek het land op de kaart.
Is het lid van de EU? kleur het op je kaart en omcirkel de letter in de code.
Slide 29 - Tekstslide
Zoek het land op de kaart.
Is het lid van de EU? kleur het op je kaart en omcirkel de letter in de code.
Slide 30 - Tekstslide
Zoek het land op de kaart.
Is het lid van de EU? kleur het op je kaart en omcirkel de letter in de code.
Slide 31 - Tekstslide
Zoek het land op de kaart.
Is het lid van de EU? kleur het op je kaart en omcirkel de letter in de code.
Slide 32 - Tekstslide
Zoek het land op de kaart.
Is het lid van de EU? kleur het op je kaart en omcirkel de letter in de code.
Slide 33 - Tekstslide
Zoek het land op de kaart.
Is het lid van de EU? kleur het op je kaart en omcirkel de letter in de code.