Bij meerkeuzevragen schrijf je alleen de letter van jouw keuze op, als hoofdletter.
Slide 6 - Tekstslide
Citeren
Citeer volgens de regels: tussen aanhalingstekens, de eerste twee en de laatste twee woorden met drie puntjes ertussen, plus de regelnummers.
Slide 7 - Tekstslide
Formuleren
Als je moet formuleren, formuleer je grammaticaal correcte hoofdzinnen: Je begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Begin je antwoord met het herhalen van de vraag.
Als er een maximum aantal woorden vermeld staat, tellen de woorden die je herhaalt uit het antwoord niet mee.
Slide 8 - Tekstslide
Taalfouten
Voor taalfouten worden punten afgetrokken tot een maximum van 0,7 op je cijfer. Contoleer je antwoorden dus op taalfouten als te veel of te weinig hoofdletters, leestekens, spelling en (2de klas en hoger) formuleren.
Slide 9 - Tekstslide
Zelfstandig werken
1. De theorieblokjes van 5.3 doorlezen en blz. 150 en 151
2. Maak opdracht 11, 12 en 13 bij tekst 2 (blz. 97 - 98)
3. Maak opdracht 15 en 16 bij tekst 3 (blz. 99 - 100)