In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom terug! Lezen, oefenen, tekenen
Welkom terug!
Lezen, oefenen en tekenen 24 oktober 2022 V1B
Slide 1 - Tekstslide
Hoe was je herfstvakantie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Heb je een leuk verhaal over je herfstvakantie?
Slide 3 - Open vraag
geschreven door:
Bart Moeyaert
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik oefen in het antwoorden op de vragen van een tekst.
Ik werk samen om tot een goed antwoord te komen.
Ik leer waar 'Ik zal je bewaren' verder over gaat.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe ga je leren voor vrijdag?
1. Je leert de theorie
2. Je oefent de teksten in het boek
3. Je kijkt je oefentoets nog eens na/ maakt het opnieuw.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
orienterend lezen
globaal lezen
zoekend lezen
nauwkeurig lezen
Je hebt een vraag en kijkt naar het antwoord op die vraag
Lees de titel en de eerste en de laatste alinea.
Lees tussenkopjes en vetgedrukte woorden.
Let op de informatie in de inleiding en het slot.
Vraag je af wat het belangrijkst is wat over het onderwerp wordt gezegd.
Je leest de eerste en de laatste zinnen van de alinea's.
Slide 8 - Sleepvraag
A
informeren
B
amuseren
Slide 9 - Quizvraag
A
informeren
B
amuseren
Slide 10 - Quizvraag
Het tekstdoel waarbij je de lezer wilt overhalen, noemen we
A
overtuigen
B
informeren
C
activeren
D
amuseren
Slide 11 - Quizvraag
In een tekst waar argumenten staan, is het leesdoel
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 12 - Quizvraag
In een tekst waar de schrijver de lezer iets wil uitleggen of wil leren, is het tekstdoel
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 13 - Quizvraag
De kernzin is de belangrijkste zin van de alinea
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Dieren kunnen pijn voelen.
Ja
nee
Slide 15 - Poll
Slide 16 - Tekstslide
Typ hier de antwoorden op vraag 1a, b en c
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
De antwoorden van vraag 3
Slide 19 - Tekstslide
4. Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 20 - Woordweb
5 Welk voordeel heeft het voor een leeuw om gestoken worden door een stekelvarken? (al. 2)
Slide 21 - Open vraag
6 ‘En dat scheelt tijd.’ (al. 3) Waarom is dat belangrijk?
Slide 22 - Open vraag
7 Wat is de kernzin van alinea 5?
A
Veel dieren zouden niet lang leven als ze geen pijn konden voelen.
B
Het akelige gevoel vertelt ze dat er iets mis is met hun lijf.
C
Een zere poot gebruiken ze niet, zodat die kan genezen.
D
Als dat wel gebeurt, loopt het meestal niet goed af voor het gewonde dier.
Slide 23 - Quizvraag
8 Wanneer loopt het niet goed af met gewonde dieren? (al. 5)
A
als bacteriën en schimmels via de wond hun lichaam binnendringen
B
als ze een gewonde poot toch weer gaan gebruiken
C
als ze hun wonden zelf met hun tong gaan schoonlikken
Slide 24 - Quizvraag
9 Is de volgende uitspraak waar of niet waar? Baseer je antwoord op alinea 7 en leg je antwoord uit. Een zebra kan kalm blijven liggen als hij wordt verwond, omdat hij nooit pijn voelt.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
9 Is de volgende uitspraak waar of niet waar? Baseer je antwoord op alinea 7 en leg je antwoord uit. Een zebra kan kalm blijven liggen als hij wordt verwond, omdat hij nooit pijn voelt.
Slide 26 - Open vraag
10 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Dat zoogdieren pijn voelen, lijkt logisch, want ze hebben hetzelfde zenuwstelsel als de mens, ook een zoogdier.
B
Er werd lang gedacht dat dieren geen pijn kunnen voelen, omdat hun hersens daar te simpel voor zouden zijn.
C
Pijn leert zoogdieren iets voor de toekomst, zorgt ervoor dat ze bij gevaar meteen reageren en vertelt ze dat er iets mis is met hun lijf.
D
Volgens onderzoekers is pijn niet alleen iets menselijks, maar zou deze eigenschap lang geleden in de dierenwereld zijn ontstaan.
Slide 27 - Quizvraag
vaststellen waar de tekst over gaat (het onderwerp vinden)